Comarum

Dit is een grote groep van meerjarige, zelden zijn ze eenjarig, kruiden en heesters. Bladeren staan verspreid, geveerd of handvormig samengesteld met steunblaadjes die met de bladsteel vergroeid zijn.

De bloei is meestal lang en het meest overdadig in juni/juli. Bloemen zijn tweeslachtig en meestal geel of wit en staan in weinig bloeiende eindstandige schermen, 5 kelkbladen met 5 afwisselend geplaatste bijblaadjes en 5 meestal vlak uitgespreide kroonbladen, 10-30 meeldraden die korter zijn dan de kelkbladen, de stamperdrager is droog en zeer korte, afvallende stijlen.

De vrucht wordt meestal stekelig.

500 soorten komen voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond tot aan de poolgebieden.

Rosaceae, Potentilla klasse.

De geslachten Duchesnea, Horkelia en Ivesia worden nu onder Potentilla gerangschikt, hoewel dat niet universeel gevolgd wordt.

Dan worden de struikvormige Potentilla, Potentilla fruticosa, nu in een apart geslacht gezet, Dasiphora, Dasiphora fruticosa.

De twee soorten die vroeger Potentilla palustris en Potentilla salesowianum heetten zitten nu in het geslacht Comarum, terwijl Potentilla tridentata veranderd is in Sibbaldiopsis, Sibbaldiopsis tridentata, en Potentilla arguta heet nu Drymocallis arguta.

Zilverkruiden, Potentilla anserina, zitten nu in een nieuw geslacht Argentia, hoewel die dichter bij Potentilla staat zodat niet iedereen dit ondersteunt.

Uit Curtis botanical magazine.

Comarum salesovianum (Steph.) Aschers (Potentilla salesoviana, Steph.) (Salesov’s) Geveerde bladeren met 5-9blaadjes, de bovenste vaak 3tallig, langwerpige blaadjes met wigvormige voet zijn gezaagd en donker groen, de achterkant aanliggend grijs behaard, de onderste blaadjes veel kleiner dan de bovenste.

Half heesterachtig plant met opstaande stengels die bovenaan vertakt zijn en onderaan houtig. Perzikkleurige bloem staan met 3-7 stuks in trossen en zijn 3cm in doorsnede, buitenste kelkbladeren zijn lijnvormig, de binnenste eivormig en veel langer, lange draadvormige stijl in juni/augustus.

Behaarde vruchtjes.

Uit Siberië en Turkestan, wordt 50-90cm hoog.

Uit O. Thome.

Comarum palustre L. (van het moeras) (Potentilla palustris, (L.) Scop.) Het onderste blad is 5-7tallig, de bovenste meestal met 3 blaadjes, omgekeerd eivormig, donkergroen en spits, scherp gezaagd.

De stengels klimmen, net als de aardbei, verder en verder en kunnen zo behoorlijk lang worden, vertakt en 30-70cm hoog.

De 2.5cm grote bloemen lijken op die van de Potentilla, de aardbei en andere nauw verwante familieleden. Ze hebben een bruinrode kleur met bloemblaadjes die korter zijn dan de donkerrode kelkblaadjes in juli.

De vrucht lijkt wat op de aardbei, maar is sponzig in plaats van sappig.

het is een liggende plant die langs de moerassen, rivieren groeit.

Het is een echte waterplant die zelfs onder water kan staan. Komt voor in venige en wat zure gronden. Groeit gemakkelijk in ondiep water in humus houdende grond, liefst op wat zonnige plaatsen.

Naam, etymologie.

Comarum, een oude Griekse naam, het verwijst naar de gelijkenis van deze vrucht met die van de aardbeiboom, Arbutus, die in Griekenland wel komaron genoemd werd.

Wateraardbei, rood waterbezie, moerasvijfblad, watervijfvingerkruid, waterhanenpoot, Duitse Sumpf Blutauge, Funfblatt, Wiesenfunffingerkraut bij Fuchs, Frans comaret, potentille des marais, Engelse marsh-potentil, marsh cinquefoill of marshlocks.

In sommige delen van Schotland wordt verteld dat het cowberry heet en gewreven wordt aan de binnenkant van de melkemmers om de melk te verdikken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl