Sequoiadendron
Over Sequoiadendron
Mammoetboom, vorm, coniferen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit C. Lemaire.
Twee machtige bomen, waarvan de ene de hoogste boom ter wereld zou zijn en de andere de dikste en meest massale. Het zijn echt bomen met Amerikaanse afmetingen.
Pinaceae, Taxodium klasse, nu Cupressaceae.
De eerste is de Sequoia die in de volksmond redwood genoemd wordt, de andere is de geweldige Sequoiadendron, de mammoetboom.
Ze lijken veel op elkaar, de naalden zijn echter verschillend.
De mammoetboom, Sequoiadendron, draagt tegen de tak aan gedrukte schubben en priemvormige naalden. De redwood heeft twee soorten blad, die aan de jonge loten zitten lijken op de naalden van de mammoetboom maar voor het merendeel zien ze eruit als een taxusnaald, spits toelopend en 2,5cm lang die spiraalsgewijze tot rijen zijn gerangschikt. De mammoetboom heeft de grootste kegels.
Sequoia groeit in de nevelige kuststrook van N. Californië in dichte bestanden en de ander in open bossen te midden van andere bomen op de westhellingen van de Sierra Nevada.
Sequoia heeft kegeltjes die in 1 jaar rijpen, de ander doet er twee jaar over.
De twee grote Sequoia’s van Californië hebben een eigen plaats in de wetenschap, historie en literatuur.
Voorkomen.
Twee levende soorten zijn alles wat over is van de vele soorten die bloeiden tijdens de tertiaire tijd in een groot deel van het noordelijk halfrond. Meer dan 40 fossiele soorten zijn ontdekt, er is echter nog veel meningsverschil over de juiste soorten. Ze zijn gevonden van Italië tot Spitsbergen en door naar noordelijk Azië. Verscheidene soorten als Sequoiadendron angustifolia, S. heerii en S. langsdorfii groeiden in Californië en Oregon in Mioceen tijden. De glorie en de val van deze geweldige reuzenfamilie, die overdadig was in grootte, voorkomen en verspreiding, is net als de mammoet in de ijstijden verstrooid, weggeveegd en overdekt, een gedeelte bleef bestaan in Californië. S. sempervirens lijkt een overblijfsel te zijn van S. langsdorfii en de ander van S. sternbergii.
Het beroemde stenen woud van Arizona was gevormd van een soort Sequoia. Deze geweldige Arizona reuzen groeiden miljoenen jaren geleden en gingen onder in een verzwelgende oceaan, werden bedekt met zandsteen en stegen weer op met de vloed in het huidige continent.
Sequoiadendron giganteum, Buchh. (gigantisch of reusachtig groot) (Sequoia gigantea Don, Wellingtonia gigantea, Lindl., Washingtonia californica, Winsl.) (uit Californië)
Toch zijn er van die grote bomen enkele, vrijwel niet bekende cv’s, als de hangende ‘Pendula’ en een bonte, ‘Variegatum’.
Afbeeldingen van Vischer’ s views of California, zie ook Sequoia.
De mammoetbomen zijn piramidale bomen die een hoogte van 80m kunnen halen en 5-7m diameter. Er zijn vermeldingen van 93.6 m en 8.85 m in diameter. De oudste zou 3200 jaar zijn wat gebaseerd is op de ringen. Een grote boom kan wel 11 000 kegels geven, een volwassen boom kan soms wel 300-400 000 zaden geven. De gevleugelde zaden kunnen wel 180m ver van de ouderlijke boom komen. Met een 100 jaar laten ze de onderste takken vallen en zijn een 20-50m zonder takken. Ze bezitten een roodbruine stam en een dikke schors. Van oude stammen kan die schors wel 60cm dik zijn en is diep gegroefd. Zijn introductie in Europa in 1853 bracht een sensatie te weeg. De rage van de onsterfelijke Libanonceder was gevallen en de boom werd in elk landgoed te Engeland geplant waar het goed groeide. De hoogste staat nu te Devonshire en was in 1970 60m hoog. Vanwege de goede houtproductie werd het veel aangeplant.
De grootste in ons land staan bij het Paleis Het Loo met een hoogte van vrijwel 40m.
Naam, etymologie.
Vroeger werden ze tot 1 geslacht gerekend. Van beide geslachten bestaat maar 1 soort. De eerste vermelding door Europeanen was in het dagboek van de onderzoeker J. K. Leonard, mogelijk in de Calaveras grove. De ontdekking werd niet gepubliceerd. De volgende Europeaan was John M. Wooster die zijn initialen in de bast van Hercules sneed in de Calaveras grove in 1850. Dit werd ook niet gepubliceerd. Meer publicteit kwam door de ontdekker Augustus T. Dowd van de Calaveras in 1852 wat gewoonlijk vermeld wordt als de ontdekking van de soort. De boom die hij ontdekte was de Discovery tree die geveld werd in 1853. De eerste wetenschappelijke naamgeving was door John Lindley in 1853 die het naar de grote Duke Wellington gigantea noemde die een jaar eerder was overleden. Dit namen de Amerikanen niet omdat deze geweldenaar in Amerika groeit en die waren bepaald geen liefhebbers van de Engelsen. Die doopten de boom weer Washingtonia, (Winslow in 1854) maar die naam was echter al aan een palm gegeven. Ook de naam Wellingtona was al aan een andere plant gegeven, Wellingtonia arnottiana Haenke, de botanist van de Malaspina expeditie in 1792, verzamelde als eerste Sequoia sempervirens. 4 jaar later kwam Menzies met de Vancouver expeditie en nam specimens mee naar Santa Cruz. Lambert publiceerde ze in 1824 als Taxodium sempervirens. Douglas verwees ze naar dezelfde groep, maar in 1847 creëerde Endlicher het aparte geslacht Sequoia. In 1854 jaar noemde Joseph Decaisne het Sequoia gigantea, een naam die al eerder gebruikt was door Endlicher in 1847 voor de Coast Redwood.
In 1907 werd het door Carl Ernest Otto Kuntze in het fossiele geslacht Steinhauera geplaatst, maar twijfelde of het wel verwant was. In 1932 werd het uiteindelijk door J. Buchholz Sequoiadendron giganteum genoemd.
Door de Engelse kruidkundige Lindley werd de boom genoemd naar Francis Buchanan, een schrijver over Indiaanse planten vond een compromis en hij noemde de boom naar Sequoiah, de naam die de Cherokee indianen gaven aan de halfbloed George Guess of Gist, 1770-1843, die een Duits-Indiaanse vader had en het Cherokee alfabet uitvond. Door dit alfabet ontwikkelden deze stamleden zich sneller dan andere indianenstammen. Dit was een boom: seequayah, van een kerel, wat samengevoegd werd met dendron: een boom.
Of omdat hij een halfbloed was gaven de Indianen hem de bargoense naam van sequoiah: hun woord voor opossum.
Mammoetbomen, Engelse big tree of mammoth tree, Duitse Mammutbaum, Frans sequoia, bomen als oude mammoeten. Giant Sequoia, Sierra redwood, Wellingtonia of big tree. Inlandse namen zijn Wawona, Toos-pung-ish en Hea-mi-withic, de 2 laatste van de Tule River stam..
John Muir schreef over deze soort rond 1870: ‘Do behold the King Sequoia! Behold! Behold! seems all I can say. Some time ago I left all for Sequoia and have been and am at his feet, fasting and praying for light, for is he not the greatest light in the woods, in the world? Where are such columns of sunshine, tangible, accessible, terrestrialized?’
Het kwam door de Schot John D Matthew in 1853 naar Engeland. Een veel grotere zaadverzameling kwam door William Lobb voor de Veitch kwekerijen te Budlake bij Ezeter in december 1853. van daaruit werd het over Europa verspreid.
Ze kunnen ook hier snel groeien, een staat er Italië die 22m hoogte en 88cm diameter haalde in 17 jaar. Ook in België en Nederland staan er al grote bomen, sommige met een stamdoorsnede van 2.83m. ‘Hazel Smith’ is de meeste koude tolerante vorm.
Moeder van het woud.
Sindsdien zijn er opnieuw op geïsoleerde plaatsen in het gebergte andere mammoetbomen gevonden waarvan vele stammen meer dan 4000 jaarringen zouden bezitten.
Jepson in zijn “Silva of Californica” 1910 noemde 31 bossen van grote bomen in de Californische Sierras, die totaal 86 499 bomen omvatte. Van de meeste bomen die omgehakt zijn konden gemakkelijk de jaarringen geteld worden, de meeste komen tot 1300 jaar, een enkeling tot 2300, verhalen van 4000 jaar staan ter discussie.
Ze groeien in een betrekkelijk kleine oppervlakte en om ze te beschermen zijn ze in een nationaal reservaat geplaatst, hoewel er al verscheidene en waarschijnlijk de dikste gesneuveld zijn. In Amerika kocht men land en als er toevallig een mammoetboom op stond leverde die de eigenaar een flink stuk hout op.
Bijna alle grond was in particuliere handen. De staat Californië bracht in 1901 250 000 dollar bij elkaar om een redwood park aan te leggen in het beroemde Big Basin van Santa Cruz County. In 1916 was het 3800 acres groot, waarvan 1500 acres bezet waren met maagdelijk dicht bos.
In hun kronen ruist het verleden van vele duizenden jaren.
Dit is zonder twijfel 1 van de vreemdste van alle levende boomvormen en een die het meest gemakkelijk bestudeerd en bekeken kan worden. Het is de beste vertegenwoordiger van de voorbijgegane geologisch tijd. De interesse is dan ook internationaal, een immense hoeveelheid literatuur is erover geschreven.
Er zijn een 10 bossen met mammoetbomen bekend waarvan sommigen als “Moeder van het Woud”, een hoogte van 105m bereikten.
Aan de “Moeder van het Woud” werd door 5 man onafgebroken gewerkt om de boom 36m. hoog van zijn schors te ontdoen. Die schors werd naar San Francisco overgebracht en tentoongesteld. De binnenruimte vormde een kamer met piano en stoelen voor 40 man. In het kristallen paleis te Sydenham, bij Londen, stond er ook zo een tentoongesteld en reikte van de grond tot aan de nok van dit kolossale gebouw. Die stam was daar gekomen door in het vaderland de boom te vellen en de bast te ontdoen die in langwerpige stroken eraf werden genomen en genummerd. Per schip werden die stroken vervoerd en in Engeland met stellatten weer opgezet zodat de boom zijn oorspronkelijke afmetingen weer terug had. Die was 100m hoog en 9m. in diameter op de vloer, bij de brand van 1867 is ook deze mammoet verloren gegaan. Op de overblijvende stomp is een huis gebouwd, een paviljoen met banken en een kegelbaan.
Een van die groepen bestaat uit 26 bomen die men de vader, moeder en 24 kinderen heeft genoemd. De twee bomen, moeder en zoon, hebben ieder een omtrek van 31 Ned. El en een hoogte van ruim 100 Ned. El. De vader ligt op de grond met een verbrijzelde kruin en heeft aan het afgebroken einde, ter hoogte van 100 Ned. El, een omvang van 13 Ned. El. El is 70cm
Vijf man hadden vijf en twintig dagen werk om er een te vellen, waarvan de ouderdom via de jaarringen op 3000 jaar werd gesteld. Ze hebben dan ook zo’n omvang, dat toen iemand zo’n boom eens wilde vellen er een week mee bezig was en eens om de boom liep om te kijken hoe ver hij gevorderd was, hij aan de andere kant iemand tegen kwam die ook al een week aan het werk was.
Door een van die bomen is zelfs een weg aangelegd waar men met een (Amerikaanse) auto door kan rijden.
Family.
De meeste van deze bomen zijn door de bewoners met bijzondere namen aangeduid. Zo is er de miners cabin, de three sisters, die dicht bijeen staan, de bachelor die door de stormen verminkt is en alleen staat, de familygroup bestaande uit vader, moeder en 24 reuzenkinderen. De grote Generaal Sherman van 83.8m. hoog heeft een stamdoorsnede van meer dan 10m, en een stamomvang van ruim 32.77m en zou volgens berekeningen 1320 kuub hout bevatten. Ter vergelijking, een gemiddeld bos levert hier per jaar maar 10 kubieke meter per ha op. De ouderdom wordt op 3500 jaar geschat.
General Grant is 81.5m hoog met een omtrek van 32.77m en 1320 kuub hout en zou meer dan 2000 ton wegen. President is 73.43m hoog, omvang 28.35m met 1288 kuub hout. Lincoln van 78m is 29.96m in omvang met 1259 kuub hout. Stagg is 74.1m hoog, 33.22 m omvang en 1205 kuub hout. Genesis is 78.5m hoog, 26m omvang en 1203 kuub hout. Boole is 81.9m 34.44m omvang en 1203 kuub hout. Franklin is 68.2m hoog, 28.90m omvang en 1169 kuub hout. King Arthur is 82.4m hoog, 31.76m omvang en 1151 kuub hout. Monroe van 75.5m is 27.82m in omvang met 1138 kuub hout.
Reisbeschrijving.
In 1909 beschrijft een reiziger het woud van Mariposa waar een reservaat van deze bomen staat. “Terwijl wij, rondkijkend met verbaasde ogen, dieper en dieper in deze reuzen-wereld doordrongen, schenen wij zelf tot lilliputters ineen te krimpen. Hoewel wij in een stevig tempo reden, schoten de bomen onze wagen niet voorbij, maar gingen statig en bedachtzaam langs ons. Allen waren slank en recht gegroeid; alleen de dode stammen en de bomen, die omgevallen of gebroken waren, boeiden het oog door hun bizarre vormen. Alleen de dikste van de dikken dragen de namen van de Amerikaanse staten en steden, dezen vormen op hun beurt slechts de hofstaat van een geweldige koning en diens uitgelezen schare. Het gezelschap van deze edellieden was het dat wij zochten en dat ons telkens weer vernieuwde kreten van bewondering ontlokte. De eerste die wij ontmoetten, was de gevallen monarch, omdat hij ter aarde lag. Een ladder was ertegen geplaatst. Wij klauterden naar boven en betraden de cilindrische oppervlakte die zo groot is dat een met 6 paarden bespannen wagen gemakkelijk op kan staan. Wij keken naar beneden naar de begane grond. De hoogte bedroeg omstreeks 6,5m.. Wij reden verder en moesten tot ons leedwezen constateren dat de mooiste bomen van binnen uitgehold en volkomen verkoold waren. Al deze bomen waren door de Indianen uitgebrand om hen tot wigwam te dienen”.
Planten.
Is hier dus winterhard. Groeit op wat zure tot neutrale gronden, hogere pH wordt slecht verdragen.
Zaaien in mei, zaad bedekken met een dun laagje zand. Stekken in oktober met 1%ibz.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl