Fittonia

Uit C. Morren.

Naam, etymologie.

Fittonia is zo genoemd naar de twee ladies Elizabeth en Sarah Mary Fitton. Van Ierse afkomst (ca. 1810-1860) en auteurs van ‘Conversations on Botany ‘en vrienden van Robert Brown. De eerste beschrijving stamt van de Belgische botanist Henri Eugne Lucien Gatan Comans.

Dit zijn laag groeiende, kruidachtige meerjarige die waardevol zijn vanwege de briljante variatie van rood en wit in hun grote hartvormige bladeren van 5-10cm lang.

Kleine witachtige bloemen.

Het zijn nuttige sierplanten die in diepe schaduw kunnen groeien. Ze vullen de plaatsen op onder de groter groeiende struiken.

De mooie merken op hun bladen trekken altijd de aandacht. Nerve plant of mosaic plant.

15 soorten komen voor in Peru, Z. Amerika.

Acanthaceae.

=Fittonia albivenis Brummit (witte nerven) (Fittonia argyroneura, E. Coem.) (zilveren nerven) is een uitstoelende kruidachtige plant die op de grond groeit..

Bladeren zijn eivormig tot langachtig en 7-10cm lang, tegenoverstaand, donkergroen met opvallende witte strepen langs de bladnerven. Sommige vormen zijn daar karmijnrood.

Gele bloemen in eindstandige aren vallen niet op. Door het uitsnijden van de bloemontwikkeling wordt de bladontwikkeling bevorderd.

Komt uit Z. Amerika, Peru. Wordt vaak als bladplant geteeld.

‘Pearcei’. (R.W. Pearce, Engelse plantenzoeker voor de fa Veitch & Sons, kwekers te Exeter in de tweede helft van de 19^de eeuw) groeit iets forser met heldergroen en rood generfde bladeren met blauw/groene achterkant.

‘Nana’, is een dwergvorm. ‘White Star’, is zeer wit met wat groene randen.

De eerste beschrijving van deze plant was van de Engelse botanist Richard Kenneth Brummitt uit 1979. Synoniemen zijn Adelaster albivenis Lindl ex Hort. Veitch. Fittonia argyroneura Coem, Fittonia verschaffeltii (Lem) Van Houtte, Fittonia verschaffeltii var. argyroneura (Coem) Regele (Ambroise Verschaffelt, Belgische kweker, 1825-1866) Gymnostachyum verschaffeltii Lem.

Nerve plant of mosaic plant. Silbernetzbltter.

Uit C. Lemaire.

Fittonia gigantea, Lind. (zeer groot) Bossige plant van 60cm hoogte.

Donker groene bladeren met karmijn/rode nerven zijn 7-10cm lang.

Dof purperen bloemen.

Uit Ecuador en Peru is in 1869 beschreven.

Schaduwplanten.

Door prof. G. Haberlandt zijn in 1904 in de opperhuid van de bladeren van Fittonia albivensis eigenaardig gebouwde dubbelcellen opgemerkt die door hem werden beschouwd als organen voor lichtwaarneming.

Uit; https://www.mijntuin.org/articles/fittonia-verschaffeltii-mozaiekplant

Fittonia verschaffeltii (Ambroise Verschaffelt, Belgische kweker, 1825-1866) een kleinbladige vorm.

Laag kruipende bodembedekker met gemarmerde bladeren.

Onbetekende bloemen.

Komt uit zuid Amerika.

Vele cultivars. ’Mozaïekplant. ‘Superba.’ (super, de prachtigste of verheven, hoogmoed, trots) een grootbladige vorm.

Planten.

Fittonia ‘ s zijn geschikt om in diep beschaduwde plaats te groeien. Ruimtes onder grote planten kunnen zij opvullen, samen met Philodendron, Cissus discolor, Nephthytis en Selaginella. Ze houden ook van een vochtige omgeving.

Ze zijn gemakkelijk in cultuur en groeien op plaatsen waar niets anders wil groeien. Ook langs borders en vochtige plaatsen. Ze houden wel wat van een vochtige omgeving.

Vermeerderen op de manier van zomerstek, in het voorjaar en scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl