Leptinella

Naam, etymologie.

Leptinella, Grieks leptos, mager, dun, de eierstok.

Met Cotula, lage en kruipende kruiden met zeer fijn ingesneden bladeren.

Veel vertakte en sterk geurende eenjarige of meerjarige geel bloeiende kruiden.

Een paar van de meerjarige worden soms gebruikt als grondbedekker in rotstuinen.

Een 50 of 60 soorten die meest in het noordelijk halfrond voor komen, meest in Z. Afrika.

Asteracea.

Uit; http://www.tuinadvies.be/plantengids/4896/leptinella-potentillina

=Leptinella potentillina F. Muell. (Cotula potentillina) (Potentilla-achtig) , wordt een 5cm hoog, bodembedekker. Bronsgroen blad met een donkere tint en wintergroen. Bloeit in mei-juni met bruingele bloemen.

Platt’s Black heeft nog wat fijner blad.

Speldenkussenplant, Chatham brass buttons, komt uit de Chatham eilanden.

Uit; http://www.tuinadvies.be/plantengids/4896/leptinella-potentillina

Leptinella pyrethrifolia D.G. Lloyd & C.J. Webb. (met blad als pyrethrum) Wordt een 10cm hoog.

Altijd groen blad.

Crème-gele bloemen in juli-augustus.

Vedermos.

Komt uit Nieuw-Zeeland.

Uitwebshoptuinmateriaal.nl

Leptinella squalida Hook. f. (vuil kleurig, bruingeel) (Cotula squalida, Hook.) Kruipende stengels en zodenvormend zijn vertakt en behaard.

De blaadjes zijn zeer fijn en veervormig ingesneden, 2.5-5cm lang en behaard met deels ingesneden slippen.

Op het eind van juli zie je kleine gele bloempjes van 5mm op dunne steeltjes staan.

Een mooie bodembedekker en een vervanger van een grasmat, zo vlak. De kleur van die mat is meer wat bruingroen.

Stamt uit N. Zeeland en wordt 5cm hoog. Is beschreven in 1898.

Naam.

Koperknoopje, mosvaren.

Planten.

Je ziet ze wel tussen flagstones en rotspartijen.

Groeit in de zon als in wat schaduw op niet te droge plaats.

Vermeerderen door scheuren in april.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl