Davidia
Over Davidia
Vaantjesboom, vorm, struiken, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit Curtis botanical magazine.
1 soort, 2 vormen. Bomen met enkelvoudige en getande bladeren.
Bloemen in gesteelde en hangende bloeiwijze, in dichte hoofdjes van de mannelijke bloemen met 1 tweeslachtige bloem tussen de 2 grote schutbladen, kelk en kroonbladen ontbreken.
Vruchten zijn ovaal en licht geribd. Cornaceae, kornoelje familie of Nyssaceae.
Naam, etymologie.
Davidia is zo genoemd naar zijn ontdekker, Armand David, Pre Davidө, een Franse missionaris die in China botaniseerde, 1862‑1873, en deze boom in 1869 voor het eerst vermeldde. Hij vond deze boom in de buurt van zijn standplaats Moupin, de provincie Szechuan en Hupeh. Hij beschreef een boom met grote witte bloemen die als zakdoeken aan de takken hingen en met wind als duiven fladderden. De botanicus Baillon noemde de boom naar zijn ontdekker.
Pas in 1897 verzamelde een andere Franse missionaris, Pere Farges, zaad hiervan en zond het naar Frankrijk, naar de beroemde kweker Maurice de Vilmorin. Van de 37 zaden kiemde er maar n. Deze werd geplant in het arboretum van Vilmorin te Les Barres, waar het in 1906 voor het eerst bloeide. Dit was de onbehaarde var. Davidia involucrtata var. vilmoriniana.
De beschrijving van deze bijzondere boom bracht de Engelsman Veitch op het idee om ook planten te halen. Hij liet een expeditie uitrusten waar Ernest Wilson in 1899 mee belast werd. Die verstuurde duizenden zaden. Ze wisten niet dat er in Frankrijk al zaden geplant waren, dit ontdekten ze pas bij hun thuiskomst. Toch waren het verschillende variëteiten. De Engelse var. groeide op berggordels ter hoogte van 2-2500m in Tibet, west en midden China. De struik/boom wordt daar 10-20m hoog.
De vaantjesboom, luierboom of zakdoekenboom, geestenboom of lapbloemblad. Engelse pocket-handkerchief tree, dove tree of ghost tree, Franse arbre aux pochettes, Duitse Taschentuchbaum, Taubenbaum, Kahler Taubenbaum of Davidie, Frans arbre aux mouchoirs, arbres aux pochettes. Allemaal welluidende namen, sommigen zeggen echter toiletpapier.
De Franse werd Davidia involucrata var. vilmoriniana, Hemsl. genoemd en de Engelse Davidia involucrata var involucrata, Baill.
Ze hebben een verschillend aantal chromosomen, waardoor ze niet met elkaar gekruist kunnen worden. Ze worden ook wel opgevat als twee soorten. De herkomst is verschillend:
De Franse var. wordt hier als winterharde struik, hoewel schaars, gekweekt.
Het blad van deze var. is donker en aan de onderzijde kaal. Bladen staan afwisselend, zijn dun gesteeld en getand.
Een mooie boom van piramidale groei met tamelijk groot en aantrekkelijk licht gekleurde bladeren, mooi als die gevuld is met de zeer grote crème achtige schutbladen.
Bij het verplanten zijn de vlezige wortels wel gevoelig, daarom met kluit verplanten. Zet ze op voedselrijke en vochthoudende grond, in volle zon en wat beschut. Is vrij winterhard.
Davidia involucrata var. involucrata Baill (omgeven door een omwindsel, of ingehuld, het bloembolletje hangt tussen twee schutbladen) Bladeren 8-14cm lang en breed eivormig met spitse top, getand. Ook de lindeachtige bladeren vallen op en zijn eirond en heldergroen, aan de onderzijde bleekviltig. De stam loopt kaarsrecht door naar de top en de kroon is regelmatig/ovaal. De bebladerde kroon lijkt zo wel wat op die van de zilverlinde.
Twijgen zijn grijs met spits eivormige knoppen, oudere takken met meer kortloten waaruit de bloeiwijze komt.
De bloei in mei is een belevenis. Het duurt negen lange jaren voordat je de eerste lakens ziet. Door de wortels af te steken rem je de groei en bloeit de boom wat eerder. De bloemen hebben 2 ongelijke grote en roomkleurige schutbladeren, tot 20cm lang, die tijdens de bloei wit zijn en later bruin worden. Het bolletje van zwarte meeldraden staat boven een groot laken en daarachter zit een rond kussen. Zijn bedje is gespreid. De bloemen komen groen uit maar worden elke dag witter. Als exotische vogels fladderen ze in de lucht.
De geelgroene vrucht van 3.5cm lang lijkt op een kleine walnoot en blijven er lang aan
De vaantjesboom vormt een vrij brede en grote struik of kleine boom, met een piramidale vorm van 20m.
Grote bomen.
Op Trompenburg staat er een van 40 jaar oud die 8m hoog is. In Engeland en Frankrijk zijn er exemplaren van 15m. hoog.
Planten.
De boom moet wel wat beschut staan tegen de wind en is vooral op jonge leeftijd gevoelig, dan ook vorstgevoelig. Houdt van een zonnige en wat beschutte plaats met een voedzame en vochtige bodem.
Vermeerderen kan het beste gebeuren door afleggen. Buig de onderste twijgen naar beneden, maak een kuiltje, zorg dat de top rechtop komt, bindt die vast aan een piket. Zorg dat de grond daar voldoende vochtig blijft, na 1 groeiseizoen afsnijden van de ouderplant en oppotten.
Zaad stratificeren en in maart zaaien bij 15 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl