Myrtus

Over Myrtus

Mirt, Bijbel, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit J. Grandeville.

Dit geslacht vormt meestal struiken die gekweekt worden om hun aangename geuren, aantrekkelijke bladeren, bloemen en vruchten.

1-2 soorten komen voor in het M. Zeegebied en N. Afrika. Myrtus nivellei Batt. komt voor in de bergen van Algerije bij de Sahara. Sommige botanisten beschouwen het als een apart soort. Saharan myrtle.

Struiken of kleine bomen, tot 5m.

Bladeren staan tegenovergesteld en zijn gaaf, meestal geurend.

Myrtaceae, mirtefamilie.

Myrtus communis, L. (algemeen)

Lancetvormig, leerachtige en Buxus gelijkend blad dat glanzend en zeer welriekend is.

Sterk vertakt.

De mirt heeft zoete en geurende, kort gesteelde, witte bloemen met 5 witte kroonbladen en vele meeldraden in de zomer die door zwarte bessen gevolgd worden.

Deze plant groeit wild in de maquis, garigue en bosjes in associatie met Laurus en Arbutus. Het gewas komt voornamelijk in het wild voor in midden Israël, bij Bethlehem, de hellingen van Karmel en Tabor. Op sommige plaatsen, als blijkt uit Zach. 1: 18, Lev. 32: 40, overvloedig. De struik is wijd verspreid langs de M. Zeekust maar zou inlands zijn in W. Azië. In Perzië en andere delen is de mirt wild gevonden.

Mirt is een dicht bebladerde en altijdgroene struik of kleine boom van 2‑5m. hoog.

‘Microphylla,’ is de dwergmirt met maar 2cm lange blaadjes.

‘Variegata,’ is de bonte vorm.

Verder nog Duitse vormen als ‘Hamburger Braut myrte’ en Koningsberger Brautmyrte.’

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Myrtus wordt in het Grieks Myrsine genoemd, in het Latijn Myrtus, in het Arabisch alas, in het Italiaans myrto, mortina en mortella, in Frankrijk heten ze alle myrtus en meurte, in het Spaans arrayhan, in het Portugees murta en murtella, in Hoogduitsland Myrtus baum en in meest alle andere talen is hij ook Myrtus genoemd en met die naam is hij hier te lande en in de apotheken bekend. De naam Myrtus of Myrsine komt omdat de bessen wat naar Myrrhe ruiken en omdat de bladeren een bittere smaak hebben en ook wat naar Myrrhe trekken’ .(Commiphora myrtus) .

Myrtus heeft dezelfde stam als de myrrhe, het oud Semitische murr betekent bitter, het Akkadisch murru betekent eveneens bitter. Dit werd via Perzisch murd, over Grieks murrine of murto en in het Latijns myrtis of myrtus, oud-Frans mirre en nu myrte. In Duits werd het via Mirtil tot Mirte, Engels myrtle, (Shakespeare Measure for Measure II, 2,117) in midden-Nederlands myrre of mirt, Spaans en Italiaans mirto, Portugees murta.

Dodonaeus (b) ‘De oude Cato vermaant drie soorten van Myrtus, te weten een zwarte, Myrtus nigra, een witte, Myrtus alba en een die hij Myrtus coniugalis noemt en Plinius schrijft van een tamme en een wild geslacht die beide in andere soorten en sommige met smalle en sommige met brede bladeren wederom verdeeld worden. Die soort van Myrtus die kleine en tere bladeren heeft is van Plinius Myrtus Tarentina genoemd, maar de andere die heel dicht met bladeren aan hun takje bezet en begroeid is noemt hij Myrtis exotica, dat is buitenlandse of vreemde Myrtus. De Myrtus wiens bessen zwart zijn wordt Nigra Myrtus, dat is zwarte Myrtus, genoemd en die met witachtige vruchten noemt hij witte Myrtus, in het Latijn Myrtus candida. Voorts ook de Myrtus die in de hoven of boomgaarden onderhouden wordt is tamme Myrtus, in het Latijn Myrtus sativa, genoemd, maar diegene die vanzelf in het wild groeit heet Myrtus silvestris of wilde Myrtus. Dezelfde Plinius vermaant noch van ettelijke andere soorten van Myrtus, te weten van Myrtus Patricia, Myrtus Plebeia en Myrtus Coniugalis, dan hij en verklaart niet hoedanig die mogen wezen. Hij rekent de Oxymirsine (die we stekende palm noemen) ook onder de soorten van Myrtus, hoewel dat die geen medesoort van Myrtus is, maar een stekelig of doornachtig gewas. De uitwas of aanwas die om en aan de takjes van Myrtus groeien wordt in het Latijn Myrtidanum en in het Grieks Myrtidanon genoemd. Nochtans noemt Plinius in het 16de kapittel van het 14de boek de wijn die uit de bessen van de wilde Myrtus geduwd wordt Myrtidanum, immers indien zijn boeken op die plaats niet bedorven of slecht geschreven zijn. Want Dioscorides en insgelijks ook Sotion in zijn Geoponica verhalen dat men uit de rijpste zwarte bessen van Myrtus een wijn plag te persen, maar die wijn noemen ze Myrtites oenos, dat is Vinum Myrteum, Myrtus wijn of Vinum Myrtites. Men maakt ook noch een anderen wijn van Myrtus, te weten als men zijn vruchten met de bladeren stoot en in nieuwe wijn of most laat weken en zodanige wijn wordt Myrsinite Vinum en in het Grieks Myrsinites oenos genoemd zoals dezelfde Dioscorides betuigt. Maar geen van beide deze soorten van Myrtus wijn is van iemand van de Grieken Myrtidanon genoemd geweest.’

Dodonaeus ‘Voorts zo was de Myrtus in oude tijden van de heidenen aan de godin Venus toegeëigend of toegewijd en daarom zegt Plinius in het 29ste van zijn 15de boek: ‘Daar is een oud altaar te Romen van de godin Venus Myrtea die men tegenwoordig Murtea noemt.’

Gebruik.

De bes werd als specerij gebruikt, net zo als peper. Mirtenwijn werd gebruikt tegen beten en steken van vurige beesten, schorpioenen en ontstekingen van de ogen.

Uit de bloemen werd een schoonheidswater bereid, het zogenaamde engelenwater, ‘D’ eau d’ Angel. De gedroogde bloemen en bessen worden in de synagoge als reukwerk nog steeds gebruikt.

De Portugezen houden het hout voor het hardste dat er groeit. Ze maken er meubelen en ander huisraad van.

Zo was het gebruik vroeger. (562, 164, 141) ‘De bladeren, jonge scheutjes, vruchten en sap van Myrtus zijn allen tezamen trekkend van krachten en zowel van buiten opgelegd als binnen het lijf genomen en daarom zijn ze zeer goed ingegeven diegene die bloedspuwen, braken, overgeven of de plas niet kwijt worden want ze stoppen alle bloedgang en insgelijks ook de onmatige maandstonden, de zinkingen en zowel de rode als de witte vloeden van de vrouwen en vooral als ze zitten in het water daar deze bladeren en vruchten in gekookt zijn geweest en op dezelfde manier of alleen als men ons daarmee wast stelpen ze de spenen of aambeien die te zeer vloeien.

Dezelfde besjes en bladeren zijn ook zeer goed gebruikt tegen de loop van de buik en rodeloop.

Die bladeren en bessen met meel van gerstemout vermengt en opgelegd verzoeten en genezen de verhitting, gezwellen en zweren die aan de ogen komen en ze worden zeer nuttig gelegd op alle net beginnende ontstekingen en gezwellen en men prijst ze zeer om de verse pijn te genezen van diegene die door enige val, slag of ander geweld gekwetst zijn of zichzelf verrekt hebben omdat ze iets boven hun macht hebben willen heffen of dragen.

Water daar Myrtus bladeren en bessen in gekookt zijn maakt de leden vast en sterk die gebroken of uit hun ledematen geweest zijn als ze daarmee gewassen worden al is het zo dat ze in lange tijd niet konden helen.

Hetzelfde zaad van Myrtus en ook het loof in water of wijn gekookt neemt alle plekken, sproeten en onzuiverheid van de huid weg, maakt het haar zwart en belet het uitvallen ervan, het geneest de lopende gaten van het hoofd en laat de schellen vergaan als men het hoofd dikwijls daarmee wast.

Andere distilleren een water van de vruchten en andere alleen van de bloemen wat zeer goed is om het hart te verkwikken en de hersens te versterken. Dezelfde wijn voor de maaltijd gedronken belet de dronkenschap. Die wijn wordt gedaan bij de stovingen die men legt op de gebroken beenderen.

De bladeren van Myrtus gedroogd genezen de zwerende nagels van de handen en voeten en bedwingen het zweet als men het lichaam daarmee bestrijkt.

Myrtus bessen gegeten versterken het hart en genezen de hartklopping. De vogels die er van eten worden voor gezonder gehouden, immers zijn lieflijker van smaak.

Myrtus zaad mag in plaats van peper gebruikt worden en men maakt er een saus van die zeer goed is om de slappe maag te versterken, de rodeloop en alle vloeden te stelpen.

Een ring van Myrtus bladeren om de hartvinger gedaan laat de blaren onder de oksels vergaan, zo men zegt.

De Myrtus bladeren dienen in Itali, Sloveni en elders om het leer te bereiden of te touwen in plaats van eikenbast

Dan de bessen worden gebruikt om er azuur of blauw mee te verven en te schilderen.

Myrtus, zoals Isidorus zegt, is een boom die te groeien pleegt in woestijnen en op stenen en op zeeoevers algemeen. Dokters boeken die beschrijven dat deze boom nuttig is voor de wijven want hij is over heet en koud en tempert alles met zijn geweld. Platearius die het zegt

dat men het sap van zijn bladeren pleegt te koken met zijn bladeren in wijn die ziekte of pijn

aan lever of aan longen heeft.’

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Teelt.

Zo werd de plant vroeger geteeld. (Dodonaeus) ‘Myrtus met rode bloemen, in het Latijn Myrtus rubro flore, wordt zo als men Myrtus op de wilde granaatboom ent zeggen de Sicilianen, hoewel dat wij het nooit dieper rood dan bleek of vleeskleurig gezien hebben.

Myrtus zal goede en grote vruchten voortbrengen als ge er enige roos of olijfboom bij plant, dan de bessen in een vat gedaan en goed vast toegestopt blijven lang hun groenheid behouden en sommige zeggen dat het beter is dat men die met kleine takjes weg legt. Is het dat ge de Myrtus dikwijls met lauw water besproeid, hij zal vruchten zonder steeltjes voortbrengen zulks als is de soort die Theophrastus Myrsine apyrenos noemt. Myrtus mag geënt worden op een andere van zijn geslacht, te weten de witte op de zwarte en de zwarte op de appelboom, mispelboom of granaatappelboom, hoewel dat Plutarchus zegt dat het door lang enten in een granaatboom verandert.’

Bijbel.

Mirt heeft sinds de oudheid een associatie met vrede, liefde en onsterfelijkheid.

Bij het Loofhuttenfeest moeten de Joden zich van citroenen, palmtakken, mirten en wilgentakken voorzien. De vereniging van deze planten noemt men Argang minim. Ze waren het zinnebeeld van de schepping, de citroenboom vertegenwoordigde de Schepper, de palmtakken het geestelijk deel van de schepping, de mirt was de hemel en de sterren, de treurwilg de aarde met haar talrijke bewoners.

De Hebreeuwse naam voor mirt is hadas of hadassah, dit is de originele naam van Esther, een meisje bekoorlijk van gestalte en schoonheid. Het was niet alleen een symbool van vrede, maar ook van gerechtigheid. Ze noemde haar Hadassah omdat ze rechtvaardig was en daarom werd ze vergeleken met een mirt. (Esther 2: 7) Ook is er een stad zo genoemd in Jozua 15:37.

Jesaja 41: 19 ‘Ik zal in de woestijn ceder, acacia, mirt en olijfwilg zetten’, 55: 13 ‘voor een distel zal een mirt opschieten’. Mirt heeft sinds de oudheid een associatie met vrede, liefde en onsterfelijkheid. In de Bijbel is ze het beeld van de heerlijkheid van het Beloofde Land in tegenstelling met de toestand in Exodus. Jesaja stelt tegenover de doornstruik dan ook de mirt.

Zacharias 1: 8 ‘zie een man, gezeten op een rood paard, en staande tussen de mirten in de diepte’, 10-11 ‘Hierop antwoordde de man die tussen de mirten stond’.

Deze bloeiende schoonheden wuiven over de hoofden van de wandelaars. Mirt groeit het best in de valleien waar het zijn grootste perfectie bereikt en wordt zo vaak in kalme rust en vreedzame stilte gevonden, een stilte die over de eeuwige heuvels licht, zodat de plant op natuurlijke wijze geassocieerd werd met vrede en rust. Het gaf een levende vertaling van de boodschap van de engel aan Zacharias die onder de mirt zat.

Symbool van liefde glorie, eer, pure liefde en vruchtbaarheid, love.

Op Soekot, het Loofhuttenfeest van de Joden, worden drie op de eerste dag van het feest geplukte mirtentakjes samen met andere takken en een geurige vrucht gebruikt voor het “Loelav zwaaien”, een gebruik dat op Wajiekra (Leviticus 23:40-41) is gebaseerd. De geurige maar smakeloze mirtentakken of “hadassiem” symboliseren de Joden die de Thora niet bestuderen maar wel toepassen.

Egypte.

Mirre behoorde tot de 16 ingrediënten van liefelijke reuk die in Heliopolis uit de voorkant van de sfinx opstegen en hun geur, de goden zowel als de mensen, paradijselijk goed deed. De Egyptenaren waren van mening dat deze struik alleen in Israël voorkwam. Wie als overwinnaar terugkeerde zonder bloed te vergieten werd met mirtenkransen gelauwerd.

Volgens de Arabieren nam Adam uit het Paradijs drie dingen mee, de mirt, die het hoofd was van de zoetgeurende bloemen in deze wereld, de tarweaar, het hoofd van alle soorten voedsel in de wereld, en dadels, die het hoofd van de vruchten waren.

Paradijs.

Met de mirt is niet alleen hoop, maar ook het geluk en ongeluk van het leven verbonden. Zijn aanblik werpt een doorschijnend licht op het verleden en een zonnestraal van hoop in het hart van de bruid, de mirt is uit het paradijs afkomstig.

De mirt stamt uit het Paradijs. Adam en Eva werden door een engel met vlammend zwaard uit het paradijs verdreven en gingen wenend de laatste maal door de vruchtbare tuin, naar de vrucht beladen bomen en de schitterende bloemen. Aan de weg stond de vriendelijke mirt, Adam strekte zijn hand uit en brak een twijg af om een aandenken aan die zalige tijd mee te nemen. Buiten plantte hij die twijg in de aarde en begoot die met hete tranen. En daar groeide het op tot aan de huidige dag, een herinnering aan gelukkige tijden. En daarom draagt ook de gelukkige bruid op haar huwelijksfeest de mirtenkrans die ze een heel leven lang zal bewaren als een herinnering aan deze gelukkige dag. De altijd groene bladeren zijn een zinnebeeld van de hoop op een paradijs van geluk, dat wij op aarde alleen in de liefde kunnen vinden.

Griekenland .

De overheid van Athene droeg mirtenkransen als symbool van gezag en zij die een verzoek hadden te doen, verschenen met mirtentakken in de handen om deelneming op te wekken. De Griekse krijgslieden die tijdens hun oorlogen ook onbloedige overwinningen behaald hadden, mochten hun lauwerkransen met mirtentakken doorvlechten om daarmee Mars en Venus tegelijk te huldigen. Ook de overwinnaars in de Isthmische spelen bekranste men met mirtentakken. De Grieken eerden de dichters, de zangkunst was bij hen een bron van goddelijke bezieling. Daarom ging bij vrolijke feesten een met mirtentakken versierde lier van hand tot hand. Iedere gast moest op zijn beurt een erotisch vers improviseren.

Mythologie.

In een legende zien we hoe Myrene, die van huis ontvoerd was door een roversbende, door Venus gered werd die haar tot priesteres in zijn tempel maakte. Tijdens een van zijn festivals zag Myrene een van haar ontvoerders en in haar woede wees ze haar geliefde de man aan en beloofde hem alles mits hij hem maar aan het zwaard reeg. Hij voldeed hieraan maar Venus was kwaad vanwege de desertie van de priesteres en greep de jonge man in een fatale ziekte en veranderde Myrene in de mirt.

In een mogelijke oudere versie verhaalt men de mythe van de bekoorlijke Atheense nimf Myrsine, de lieveling van Minerva, omdat ze met haar vlugge leden in het lopen en worstelen de godin overtrof werd Minerva jaloers en doodde haar. Uit haar lijk kwam een slanke en sierlijke boom tevoorschijn. Minerva, vervoerd door berouw, omvatte de plant omdat die haar aan de eenmaal zo geliefde nimf herinnerde.

(Dodonaeus) Oorzaak van zijn naam.

‘Myrtus wordt in Grieks Myrsine genoemd naar een jonge dochter van Athene die Myrsine heette. Die was schoon en sterk en ging met haar schoonheid alle dochters te boven, en met haar sterkte alle jongens. Ze werd door de Godin Pallas, dat is Minerva, zeer bemind, die haar stelde en liet gaan in de plaatsen waar de edele jongens toernooi hadden, speelden, liepen en zich in veel manieren vermaakten. Omdat ze als een rechter de jongens kroonden die in dat toernooi in het spelen of lopen victorie verworven en prijs verdiend hadden, daarom waren sommige jongens die overwonnen waren op haar verbolgen en hebben haar uit haat en nijd doodgeslagen. Dat vernam de Godin Minerva en die heeft terstond de welriekende Myrtus laten groeien die ze met de naam van de jonge dochter Myrsine, ter eren en gedachtenis aan haar, Myrsine genoemd heeft en zeer bemind, net zoals ze de jonge dochter tevoren bemind had.’

De boom heeft zijn oorsprong van Myrtilus, de zoon van Mercurius die het verraderlijke bedrog van zijn meester volgde en werd in een mirt veranderd nadat de zee zijn lichaam geweigerd had en het aan land wierp Myrsine zou een snelvoetig wezen zijn die Minerva en een hardloopwedstrijd versloeg en daardoor in een boom veranderd werd.’

Niet ver van Troezene is een mirt waaronder Phaesra, de ongelukkige vrouw van Theseus, in dromen verzonken Hippolytus van verre gadesloeg als hij zijn tweewielige wagen beklom en onder het gehuil van de honden ter jacht trok. In haar liefdessmart doorstak zij de bladeren van de mirt met de gouden naalden van haar haarvlechten en hing zich met dezelve aan de takken van de boom op. Nog ziet men de naaldsteken van de vertwijfelde Phaedra als je een mirtenblad tegen het licht houdt.

Ook was de mirte aan de gezellinnen van Venus gewijd, de Gratiën, wiens beelden te Ellis een roos, een mirtentak en een teerling in de hand droegen, het zinnebeeld van schoonheid, liefde en van onschuldige jeugd.

Aphrodite.

Bij de Grieken komt de mirt niet uit de aarde voort maar uit een verheven godin, Aphrodite, aphros: schuim, ze ontsprong uit het schuim van de zee waar ze begroet werd door de seizoenen die haar omkransten met een regenboogkleurige sjerp en waar ze haar naaktheid verborg achter een mirtenkrans. Als symbool van reine liefde was de plant aan Venus (Aphrodite) gewijd, die dan ook getooid werd met het symbool van jeugd en schoonheid. Of de struik is zo aan haar gewijd vanwege zijn zoete en bladhoudende karakter dat zo een geschikt attribuut voor de godin van schoonheid vormde.

Later toen Aphrodite van Paris de prijs ontving van schoonheid en van Hera en Pallas won, baadde ze in alle bloesems die de seizoenen brachten en kleedde haar sier­lijke vormen in een gewaad dat de gratin wrochten, het was de mirt waarmee de lieflijke godin haar rondingen bedekte. Toen ze overweldigd dreigde te worden door een groep saters, die haar zittend vonden bij de golven terwijl ze haar aan het kammen was na het baden, was het een bos mirt die de angstige godin vond ter bescherming. Ook was het een mirtenroede waarmee ze Psyche kastijdde, omdat die haar uitdaagde om haar hemelse gaven in de ogen van Cupido te weerstaan.

Liefdesplant.

De mirt kwam in het gevolg van religieuze cultus van oord tot oord verder het Griekse land binnen. De mirt stamde uit het gebied waar de oriëntaalse natuurgodin Aphrodite afkomstig was.

Volgens de Ouden was mirt een liefdesplant door de vorm van het blad. ‘De Ouden beelden Venus uit met Myrtebladen bekranst: en zo kwam het, dat de Myrtebladen het minnespel of de venus jankereye plegen uit te beelden: ook wel zoiets in en aan het vrouwelijk speellid.’

Myrtus, the shrub consecrated to love. De liefdesplant werd door de eeuwen heen gebruikt.

Bij de Grieken werd de plant steeds meer een personificatie van vrouwelijke schoonheid en liefdesgenot, de mirt ontbrak ook niet bij de tempeltuinen en verscheen al gauw in de vrije natuur aan het strand. Algemeen was het een geliefde struik die tot sier en kransen gebruikt werd, ook bij gelegenheden waar Aphrodite niet haar bemiddeling nodig had. Alleen de strenge Hera en de kuise Artemis waren op begrijpelijke wijze gehaat en van zijn dienst uitgesloten.

Ook bij de Romeinen was het een erotische plant en opgedragen aan Venus en aan Hymen, de god van het huwelijk. Het was een embleem van pure liefde en vruchtbaarheid als de Romeinse bruidegom zichzelf kroonde op haar trouwdag. Op de eerste dag van april waren de Romeinse dames gewoon om te baden onder mirtenbomen en zich te kronen met zijn bladen en aan Venus offers te geven. Op bruiloftsfeesten droegen bruid- en bruidegom mirtenkransen, maar wel kransen van een zeldzame soort, de Myrtus conjugula (gepaard of gekoppeld) zoals Cato haar noemt. Dit werd voor een geluk aanbrengend tovermiddel werd gehouden. De mirtenkransen kwamen bij hen later in gebruik.

Behalve aan Venus was de mirt vooral aan Ceres, Proserpina en Bacchus gewijd, in wiens openbare dienst ze de klimop verving als een vereniging van Bacchus- en Ceresfeesten plaatsvond. Op de zesde dag van de Eleusische feesten droeg men Bacchus als een knaap met een mirtenkrans op het hoofd naar de tempel van Ceres, waar hij in de volgende nacht werd verheerlijkt en ter zijner eren een lofzang gehouden werd. Ook de godin droeg in het heiligdom een mirtenkroon en de Eleusische priesters moesten met mirten omkranst zijn. Bij de spelen der vrijheid (Eleutherien) had een optocht plaats van wagens die met mirtenkransen beladen waren.

Ze was niet alleen het zinnebeeld van de liefde, maar ook van het huwelijk. Pausanias verhaalt dat Pelops, de zoon van Tantalus, op Lemnos een uit groenende mirten bestaand beeld voor Venus liet oprichten om daardoor haar bijstand te krijgen voor zijn huwelijk met Hippodamia. De deuren van een huis, waarin men bruiloft hield, was met mirtenkransen getooid.

Freya.

Freya, onze Noorse Aphrodite, de goudharige en blauwogige godin werd soms ook als een verpersoonlijking van de aarde beschouwd. Als zodanig trouwde ze met Odin, een symbool van de zomerzon, die ze innig liefhad. Ze kreeg bij hem twee dochters, Hnoss en Gersemi. Deze meisjes waren zo mooi dat alle lieflijke en kostelijke dingen naar hen genoemd werden. Als Odin tevreden aan haar zijde vertoefde glimlachte Freya en was ze volmaakt gelukkig. Helaas, de god was een zwerver van naturen. Toen hij genoeg kreeg van vrouw ‘s gezelschap verliet hij plotseling het huis en trok de wijde wereld in. Freya, droef en verlaten, weende veel en haar tranen vielen op de harde rotsen die bij hun aanraking zacht werden. Ze sijpelden zelfs door tot diep in het hart van de stenen waar ze in goud werden veranderd. Sommige tranen vielen in zee en werden veranderd in doorschijnend barnsteen. Toen Freya genoeg had van haar weduwlijke staat en naar haar geliefde verlangde, ging ze hem zoeken en kwam door vele landen. Allen die ze ontmoette werd gevraagd of ze haar man gezien hadden. Overal stortte zo zoveel tranen dat men goud kan vinden in alle delen van de aarde.

‘En Freya volgde met haar tranen goud

Liefste godin des hemels, hoogst geerd

Door allen zijn, na Odins gemalin

Voorlang nam haar ten huwլijk Odur zwerfsch

Verliet haar dan en ging de wereld door

Sinds zoekt zij hem en weent haar gouden tranen

Veel namen heeft zij Vanadis, zo noemt

Op aard men haar, doch Freya in de hemel.’ (uit Balder ‘s dood)

Ver weg, in ‘t zonnige zuiden, onder de bloeiende mirten, vond Freya Odin tenslotte. Toen ze haar geliefde weer had was ze weer gelukkig en glimlachte en straalde als een bruid. Misschien is het omdat Freya haar man vond onder de bloeiende mirt dat de Noorse bruiden mirten verkiezen boven de andere bloemen. Hand in hand keerden ze nu vrolijk naar huis. In het licht van hun geluk werd het gras groen (voorjaar) begonnen de bloemen te bloeien en de bruid zong want de hele natuur sympathiseerde met haar vreugde als ze getreurd had toen ze in droefenis was (winter)

‘Uit het morgenland

Over het sneeuwveld

Kwam schone Freya

Trippլen naar Scoring

Wit lag de heide

Bevroren voor haar

Groen was de heide

En bloeiend achter haar

Uit gouden lokken

Schudde zij bloemen

Uit haar kleed'en

Schudde zij de zuidenwind

Rondom in de berken

Wekkend de lijsters

Makens kuische vrouwen zeer

Naar hun helden verlangend

Minnend, minne gevend

Kwam zij naar Scoring.’ (De Longbeards Sage)

Freya werd ook beschouwd als godin van de vruchtbaarheid en strooide met kwistige hand bloemen en vruchten om de harten van de mensen verheugd te maken.

Bruidskrans.

Het gebruik van de mirtenkrans bij de bruid stamt van de Joden. Joodse vrouwen droegen sinds hun Babylonische gevangenschap steeds een mirtenkrans.

De bruidskrans van twijgen met de aan Venus geheiligde mirt is van heidense oorsprong en burgerde bij het christelijke trouwen in de 4de eeuw in. Sinds Karel de Grote bestaat in Frankrijk de bruidskrans uit mirt. Dit was een heidens gebruik dat heftige weerstand van de kerk ondervond. In Duitsland komt de eerste vermelding pas in de 17de eeuw. In een aantekening over de ongehuwde staat heet het, dat vooral de oud Duitse bruid op haar feestdag in volle en loshangende haartooi verscheen, een gebruik dat tot in de vorige eeuw bij vorstelijke en aanzienlijken bruiden voortduurde, men noemde dat ‘bruid in haren.’ Het was een teken van haar maagdelijke staat, juist wat thans door de mirt wordt afgebeeld. Hoewel de mirt in zuidelijk Duitsland al op bruidslaken van de 15de en 16de eeuw werd geborduurd. Men beweert dat een dochter van Jakob Fugger in 1583 het eerste is geweest die, in plaats van het toen gebruikelijke rozemarijnkransje, een in die tijd zeer kostbare mirtenkrans op het hoofd kreeg gezet.

Hier en daar worden op een bruiloftsfeest de twijgen van de bruidskrans onder de niet gehuwde gasten gestrooid, diegene die de twijgen ontvangen hebben zijn allen een dans met de bruid toegestaan. Dit is het zogenaamde afdansen van de bruidskrans.

De bruidegom die bij de Joden, Grieken en Romeinen ook bekranst werd droeg in de regel een struik voor de borst.

De bruidskrans was een erekrans voor de jonge bruid. Weduwen en bruiden die al moeder waren of notoir onzondig leefden werden deze smuk geweigerd. Gehuwde vrouwen werden na 25 jaar huwelijk op de huwelijksdag met een zilveren en na 50 jaar met een gouden bruidskrans blij gemaakt.

In Duitsland werd voor de bruidskrans mirt gebruikt en in het Zwarte Woud meidoorn, in Frankrijk en Engeland oranjebloesems, in Italië en Frans Zwitserland witte rozen, in Spanje rode rozen en anjers, in Litouwen ruit, in Bohemen rozemarijn. In andere landen zag men een krans met gedroogde bloemen of een krans met vele bonte linten of een bruidskroon. De krans of kroon van het bruidspaar werd alleen in Griekse kerk aan het trouwaltaar gebruikt.

Vondel, Altaergeheimenissen

‘Een bruidsgebruik, Roze- en mirtekransen bekransen het lieve paar.’

Vondel, Bruyloftsbed van Pieter Cornelsz. Hoofd en Helionora Hellemans;

‘De kerken van mijn rijk, de goddelijke glansen

Van offervuur, de geur van ademende kransen

Noch zoet wierookreuk, dat մ altaar van zich geeft

Geen marjoleinen beemd, geen mirtenbos, dat leeft..

In մ uiterste gaat met de roodheid uwer lippen

En zoete hemeldauw en milde nectar lept

En riekt de ambergeur van ‘t overlieflijk hijgen

En kust de rozenmond, die ‘t volk gebiedt met zwijgen..

Daar ‘t bruiloftsbed duikt in frisse mirtebladen.’

Vondel, Op Maria de Medicis;

De vrucht des Arabiers, de Perzische waren

Ze proeft met grote smaak welriekend pijpkaneel

‘t Verkwikkende gerecht, dat oosterse akkers baren

Ze ruikt de vruchtbaarheid van ‘s werelds ander deel

Het wierook, balsem, myrrhe.’

Voorbehoedmiddel.

Het is een Venusplant, de reden is duidelijk. De bruidskrans was oorspronkelijk een anticonceptioneel middel tegen verhindering van zwangerschap. Hiervoor werden vooral planten gebruikt die etherische oliën bevatten. Het gebruik in volksleven was levendig. Het schijnt dat de olie inwerkt op het uiterst zachte eiwit van het bij de ovulatie lozende ei. Dit gaat enkele weken na de geslachtsdaad over. Om zeker te zijn drinken de meisjes dit soort thee veel in de menstruatie tijd.

Dit gebruik schijnt zeer oud en zeer verbreid geweest te zijn. De verwerking van vele kruiden stamt van dit gebruik, als peterselie, majoraan, tijm en lavendel. Anderen als rosma­rijn en mirt hebben nog een symbolisch gebruik. De rosmarijn werd door bruidslieden op de borst gedragen. De mirt werd als krans gebruikt. Beide gebruiken zouden symbolisch zeggen dat de bruid op de trouwdag voor de nakomelingen een betrouwbare behoeder gevonden had. Ze heeft het daarom niet meer nodig om in menstruatietijd rosmarijn en mirtenthee te drinken.

De op huwelijksdag van de bruid geplukte en gebruikte rosmarijn en mirtenstruiken werden op deze dag afgesneden en uitgetrokken. De bruidsgasten werden met de overbodige takken bestrooid. Diegene van de bruidsmeisjes die de krans opving zou nu spoedig gaan trouwen. De reden is hetzelfde, zij is nu in staat om een voorbehoedmiddel te nemen en zo vrijer met een vriend om te gaan zodat een huwelijk meestal snel volgt.

Op vele plaatsen is het gebruik bewaard gebleven dat het meisje de andere meisjes een stekje van de bruidsmirt schonk en dat de bruid zelf de mirt gekweekt moest hebben die ze als sier op de huwelijksdag gebruikt. Ook het volksgebruik om de mirt aan die vrouwen te verbieden die al een kind hadden is de oorspronkelijke zin van het gebruik bewaard gebleven.

Men kan zich voorstellen de bruid in de loop der tijd nog maagd wilde blijven tot het huwelijk en zo kon de mirt tot symbool van maagdelijkheid worden.

In het normale leven worden deze kruiden weinig als kruid gebruikt omdat ze onvruchtbaarheid tot gevolg kunnen hebben. Daarom is ook de mirt gewijd aan de liefdesgodin Aphrodite. De mirt is het hoofd van de passie- of liefdesplanten en bezit niet alleen de kracht om te inspireren maar ook om liefde te behouden.

Robert Schumann heeft zijn mooie lied (Lieder der Braut) de mirt tot titel gegeven.

Romeinen.

De Romeinen namen de gewoontes van de Grieken op bijna identieke wijze over. Ze hadden hem aan Romulus, nadat hij tot God was verheven, de naam van Quirinus geschonken. Dit naar een Sabijns woord Quiris dat een speer, figuurlijk een krijgsman betekent en ter zijner eren een tempel gebouwd. Deze tempel viel in puin maar werd weer opgebouwd onder de consul Papirius Cursor, 306 v.Chr. Hij vertoonde de eerste zonnewijzer van Rome en twee mirtenbomen stonden er voor. De ene stelde de patriciërs voor en de ander de plebejers. Men stelde zich voor dat deze bomen in bloei of verval het overwicht van de ene of de andere partij verkondigde. A. Munting; Լ/span>Deze mooie bomen sterven niet gauw maar blijven uit een eigen aangeboren natuur vele jaren in het leven wat niet allen de dagelijkse ervaring voldoende leert, maar ook uit de oude historiën zeker bekend is.

Welke getuigen dat eertijds binnen de stad Rome bij het Quiriniaal twee mirtebomen lange jaren bloeiden. De ene werd Patricia en de andere Plebeja genoemd waarvan de Plebeja of die het plebs toegeëigend werd, van ouderdom tijdelijk verminderde. Maar de Patricia, die de edele en grote van het Romeinse volk werd toegeschreven, bleef zo lang in krachtige staat zoals de Romeinse Raad van een aanzienlijks ontzaglijkheid gezien werd. Maar eindelijk daarna mede in zijn krachten verzwakte en verminderde ook de Vaderen autoriteit en verging tezamen met de Romeinse tot dusver hooggeachte majesteit.

Ze is, (zoals men bij veel geleerden lezen mag) om haar vermakelijk groen en aangename geur, zacht en lieflijk zijnde, het vrouwelijke geslacht eerder dan de mannen waardige achtbaarheid gesteld waardoor ze ook van de oude heidenen de Godin Venus toegeëigend en opgeofferd werd. Niet tegenstaande is ze naderhand bij de mannen in zo’n hoog aanzien geklommen dat als de Romeinse veldoverste een slag gewonnen of een stad zonder enige bloedvergieten ingenomen hadden met een gevlochten mirtenkroon zegepraalden waarmee ze het hoofd omringden en versierden. Gelijk daar van bij Plinium Posthumius dat Tubertus, burgemeester van Rome, een levendig voorbeeld is omdat hij zoals gelezen wordt de eerste is geweest die op vermelde manier toen hij over de Sabijnen triomfeerde met een mirtenkrans bekroond werd Rome binnenging.

Daarboven is ze niet alleen een teken van overwinning, maar ook van vrijheid geweest. Want in een algemene blijdschap over het wegnemen van een tiran werd het zwaard van diegene die hem van het leven beroofd had met een mirtenkroon aanzienlijk bekranst.

Noch is het waard te verhalen van Pollux en Aeschines aangetekend is, te weten:

Dat de magistraat en rechters van Athene na gewone manier van kiezen en de wetten te willen onderhouden gezworen hebben om hen bij het volk ontzaglijk te maken met bloeiende mirtenkransen naar het raadhuis geleid werden.

Waardoor naderhand bij de burgers gebruikelijk is geworden dat indien iemand iets te verzoeken had zich met mirtentakken op het bevalligst versierde en alzo met meer aanzien voor de raad verscheen en zijn begeren voorstelde.’

Ook had Venus te Rome een kapel in de binnenste circus, dicht bij de Aventijnse berg waar ten tijde van Romulus een mirtenbosje bloeide. Dat gaf haar de naam de reinigende. Plinius verklaart dat ze toen al een reinigende werking gehad zou hebben. Toen de Romeinen en Sabijnen na de strijd om de geroofde maagden de wapenen neerlegden, reinigden ze zich op de plaats waar thans haar beeldzuil staat met mirten die men als reukwerk gebruikte. Men koos deze boom omdat hij aan de vereniging van de liefde gewijd en aan Venus heilig was. Erato, de muze van het erotisch lied, droeg een mirtenkrans. Zo werd ook de god van het huwelijk, Hymenaeus, als een schone jongeling met een mirtenkrans op het hoofd en een fakkel in de hand voorgesteld.

Maar op het altaar van Bona Dea, de godin van de Romeinse vrouwen, bij wier verering geen man aanwezig mocht zijn, was het verboden mirten te leggen, hoewel ze anders altijd overvloedig met bloemen versierd was. Dit moest een heilig feest zijn, de mirt werd verbannen omdat ze al te zeer aan zinnelijk vermaak herinnerde.

Ze meenden dat de mirt aan Venus en Amor was gewijd omdat ze de kracht tot opwekking van liefde bezat. Daarom bekranste men te Rome de hataeren op de 2de april als de lente vigiliën van de Erycinische Venus gevierd werden de beeldzuilen van de godin met mirten en rozen, terwijl ze tevens baden om de ‘gunst van het behagen.’

Ook de voornaamste Romeinse vrouwen baadden zich in april onder mirtenbomen en, met hun takken versierd, brachten ze aan Venus offers met de bede haar jeugd en schoonheid te doen behouden. De Italiaanse vrouwen gieten nog mirtensap in hun bad en zijn overtuigd dat ze daardoor schoonheid en jeugdige frisheid krijgen.

Ook bij de zegetochten deed de mirt dienst en een mirtenkrans heette Coronoa ovalis. De eerste die er een kreeg was Posthumus Tubertus. Dan alleen werd hij aan helden toegekend als de overwinning geen bloed had gekost. Crassus wees de hem na een gelukkige veldtocht geboden krans af waarop de senaat het goed vond om hem een lauwerkrans te schenken.

Mirtenkransen.

De mirt werd in zuidelijke landen veel gesneden voor de feestdagen van heiligen of in processies gebruikt. Mirtenkransen werden gedragen door magistraten en overwinnaars van Olympische Spelen. Als hoofdkrans was de mirt vooral in gebruik vanwege zijn sier- en reukwaarde die het boven andere kransen uittilde en de damp van alcohol kon tegengaan. Een tak ervan in wijn gedaan zou die smaak ervan verbeteren en droeg zo bij tot de feestvreugde. De mirt was dan ook een symbool van festiviteiten.

De kransen werden door artiesten gemaakt wiens kunst het was om de bloemen symbolisch te vertalen, met verschillende ideeën. Zo was er een krans voor overwinnaars, voor poten en dergelijke. De taal van de bloemen in de Oriënt werd vertaald in die kransen. De mirt was voor de overwinnaar het wel begrepen soort van applaus.

Doodskrans. Symbool van de dood.

Het was bij de ouden de wens om de doden dat mee te geven waar ze in hun wereld van gehouden hadden, de ouden kroonden zo de lichamen met mirt. Dit gebruik werd lang volgehouden totdat de kerkvaders dit verboden omdat het een heidens gebruik was. Een zo oud en algemeen gebruik verbiedt men niet zo maar, men drukt er de gevoelens van de treurende mee uit. Een verbod uitvaardigen is gemakkelijker dan die op te volgen en de resultaten zien we nog steeds bij een begrafenis. Bloemtakken of bloemenkransen worden nog steeds gemaakt en op de kist gelegd. Mirtenkransen waren in het begin van deze eeuw in Engeland nog in gebruik. Afbeeldingen van die kransen zien we nog wel op de kisten of grafstenen.

Aan dit gebruik heeft de plant de naam van dodenmirt te danken.

De mirt was tegelijk het zinnebeeld van de liefde en de opkomende liefdeszon, gelijk ook het zinnebeeld van de donkere zijde van het leven, de dood. De verbeeldingskracht van de oudheid had de onderwereld na de roof van Proserpina met een altijd groene plantenkleed voorzien, waarin vooral de mirt het eeuwig groene hoofd verhief en die schaduwgangen vormde waarin de troosteloze wandelden wier leven door een al te heftige hartstocht verkort was, een echte laan der verzuchting. Vergilius zegt:

‘Niet ver van hier ziet ge de ‘droevige landouwen’

Zo wordt de plek genoemd waar men slechts zuchten hoort

Waar Amor ‘t minnend paar in schaduwen veranderd

Met ruw en wreed geweld de pijl in ‘t harte boort

Zij wandelen langs geheime paden, gedekt door ‘t dichte mirtenloof.’

Venus, als Libitina en Aphrodite Epitymbia, was daarom tevens de opzichtster van de graven en de doods- en lijkgodin die alles in het leven riep, maar ook alles liet wegzinken in de donkere schoot van de onderwereld om het opnieuw geboren te laten worden. Zo kwam de mirt tevens als een bloem des doods op de graftekens van de oudheid voor. Men nam aan dat degene die sterft weer in het paradijs terugkeert en daarom plantte men ook langs de graven de geliefde mirtentakken. De krachtige geur zou het vergaan van de lijken tegengaan, net zoals bij de rozen.

Uit de Electra van Euripides vernemen we, dat diegene die als getuige tegen een dode optrad, eerst mirtentakken op zijn graf moest leggen ten teken dat hij niet anders dan de waarheid sprak.

Talmoed.

Als symbool van onsterfelijkheid is vermoedelijk de grootbladige mirt in zwang gekomen, die gebruikt werd voor kransen en guirlandes. Dit is de driebladerige, zogenaamde Jodenmirt die in Juda thuishoort. Ze heeft drie in plaats van twee bladeren. Zie de Talmoed, Niddah, 36b: Hier werd een rabbi in de ban gedaan die uit verdriet daarover stierf. Degene die hem in de ban had gedaan stierf bij dit bericht ook. Toen beide kisten naast elkaar stonden sprongen de mirtentakken over als een teken dat de beide doden met elkaar verzoend waren.

Planten.

De een tot vele bloemen zijn wit of roze kleurig en okselstandig.

Vermeerderen door te zaaien bij 20 graden. Stekken in juli/augustus met 1% ibz. Is gemakkelijk via zomerstek te vermeerderen.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/