Tellima
Over Tellima
Mijterloof, vorm, kruiden, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Naam, etymologie.
Tellima is een anagram van Mitella.
Uit J. Kops.
Een geslacht van opgaande kruidachtige meerjarige, het is de west Amerikaanse tegenhanger van Mitella.
1 soort komt voor in west-noord Amerika.
Saxifragaceae, steenbreekfamilie, Saxifraga klasse.
Tellima grandiflora, Dougl. (grootbloemig) Knolvormige wortelstok.
De behaarde harten staan in rozetten en zijn handvormig, gesteeld en half rondvormig, gelobd en getand.
Maakt mooie pollen.
Aan de voet worden vaak nieuwe rozetjes gevormd zoals ook bij kindje op moeders schoot, Tomiea, die van dezelfde familie is.
Opstaande stengels.
Bloemen hangend en groenachtig of wit, de meeldraden zijn zeldzaam roodachtig.
De groenachtige kroonbladen zijn gefranjerd en staan in hangende en ijle trossen, de bloembodem is klokvormig opgeblazen in mei juni.
Groeit van Alaska tot Californië en wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1826.
‘Rubra’ heeft vooral in de herfst rood getinte bladeren en lichtgroene bloemen. In de handel gebracht door Bees Ltd, kwekerij te Liverpool, Engeland.
Fringe-cups, big-flower Tellima. Mijterloof.
Planten.
Planten op tamelijk vochtige en half beschaduwde plaatsen.
Vermeerderen door scheuren in april. Zaaien bij 20 graden.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/