Anacamptis

Over Anacamptis

Hondskruid, wantsenorchis, vlinderochis, vorm, orchidee, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.

Een klein Europees geslacht met 15 tot 20 soorten terrestrische orchideeën waarvan er twee in België en Nederland voorkomen.

Ze overwinteren met twee ondergrondse, eivormige wortelknollen.

De bloeistengel heeft lijn-lancet- tot lancetvormig bladeren met een scherpe top en een lange, piramidevormige en dicht bebloemde bloeiaar.

Ze houden van kalkrijke gronden en komen voor in Europa tot Midden-Azië.

Harlekijn zou hier ook toe behoren. Zie Orchis die nauw verwant is.

Orchidaceae, orchideefamilie.

Uit M. Schulze, www.BioLib.de

Sectie Coriophorae.

Anacamptis coriophora Bateman (wandluis dragend) (Orchis coriophora L.)wordt 15-35 cm hoog met lancetvormige, groene bladeren.

De stengel is niet verdikt.

Vormt een knol.

Bloeit in juni en juli met paarsrode, onduidelijke donkerpaars gestreepte buitenste bloemdekbladen in een langwerpige aar.

Wantsenorchis.

Anacamptis coriophora subspecie coriophora (Europa tot W.-Azië). Anacamptis coriophora subsp. fragrans (geurend) Middellandse Zeegebied tot Iran.

Naam, etymologie.

Wantsenorchis naar de geur die op een platgeslagen wants lijkt. Duits Wanzen-Knabenkraut, Engels bug orchid, Frans l’orchis punaise, Orchis fetide.

Sectie Laxiflorae.

Uit; https://orchid.unibas.ch/index.php/en/database-search/advanced-search?SearchResultID=302580

Anacamptis laxiflora. (Lam.) R.M. Bateman, Pridgeon & M. W. Chase. (losse of ijle bloemen) (Orchis laxiflora) Overblijvende maar niet winterharde soort. Slanke plant tot een 60cm met een violetachtige bloemstengel en verspreid staande bladeren. Smalle bloeiaar met een 40 violet witte bloemen. Komt uit West Europa tot centraal Azië.

IJle moerasorchis of ijle orchis.

Anacamptis palustris (Jacq) R.M. Bateman, Pridgeon & M. W. Chase. (moeras) (Orchis palustris) Overblijvende en niet winterharde vorm. Slanke plant die tot 60cm hoog wordt met een violet aangelopen bloemstengel. Verspreid staande bladeren. 20 cm lange aar met roze tot violette-witte bloemen in mei-juli.

Uit Europa tot Azië.

Met drie subspecies, subspecie elegans, subspecie palustris, subspecie robusta, die laatste komt voor in west Marokko.

Moerasorchis, Sumpf Knabenkraut, marsh orchid en Franse orchis des marais.

Sectie Moriones.

Anacamptis champagneuxii (Barneoud) R. M. Bateman, Pridgeon & M.W Chase. (=Anacamptis morio subsp. champagneuxii) (Franse botanist A. B. Champagneux, 1774-1845) Overblijvende en niet winterharde vorm.

Kleine slanke plant van een 30cm met een violet aangelopen bloemstengel.

Bladrozet met enkele verspreid staande bladeren. Losse aar van violet-witte bloemen.

Uit Westelijk Middellands Zeegebied.

Uit M. Schulze, www.BioLib.de

= Anacamptis morio Bateman (Orchis morio, L. ) (nar of harlekijn, de groen gestreepte bloemen)

Wortel is meerjarig via twee onverdeelde knollen.

Bladeren zijn smal langwerpig en blauwachtig/groen.

Opstaande stengel is kantig en tot boven toe bebladerd.

Korte losse aar van 5-15 zwak geurende bloemen, wordt onderscheiden door de purperen bloembladen die gemarkeerd zijn met groene nerven, ze zijn naar boven gedraaid als een soort helm boven de rest van de bloem, de lip is breder dan lang en 3lobbig aan de voet, purper, lichter in het midden en gemarkeerd met purperen in mei/juni.

Groeit in de weiden tussen het gras en is er vrijwel door verborgen en rijst in juni boven hen uit. Uit Europa, Kaukasus, Midden en Z. Rusland wordt 20-35cm hoog.

2 subspecies, morio en picta.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Zotskulletjes, dat is de soort die Dodonaeus Testiculus morionis noemt, zijn ook ragwortel genoemd, in het Hoogduits Ragwurtz en zijn tweevormig, mannetje en wijfje, in het Latijn Triorchis en in het Frans satyrion a troys couillons, dat is drie kulletjeskruid’.

Dodonaeus (b) Bij Dioscorides wordt de eerste orchidee beschreven als kynosorchis: hondentestikel, of hondensteen en belangrijk in zaken als seks en vruchtbaarheid. Bij de 16deeeuwse botanisten werd deze soort genomen als een kynos-orchis, of eigenlijk meer de vrouwelijke vorm van Cynosorchis morio mas: de gekkensteen, mas is manlijk, met grote stenen die bekend is als Orchis masculata. Deze plant was vrouwelijk omdat de stenen of bollen kleiner en meer compact zijn. Cynosorchis morio foemina is de vrouwelijke vorm of de harlekijnorchis. Frans folle-femelle: vrouwelijke orchis.

(c) Harlekijn, volg mij na, vanwege de eigenaardige bonte bloemen, Frans orchis bouffon: narrenorchis, Engelse fool’s ballocks, fool orchis, Duits Narrenkappe.

(d) Duitse gesprenget, Kleines Knabenkraut of Wiesen-Knabenkraut, Engels meadow orchis.

(e) Verder bleeding willow, crake-feet, gandergosses, goose and goslings, green winged orchis, green-veined orchid, nuns.

(f) Of cuckoo flower, Kuckerikuk, Kuckuck, Kuckuck, Kukuksblome, Gauchblume, Guger, Gugablumel, Gussegagl.

(g) Zie naamgeving mascula, Salep-Orche, Ragwurz en Stendelwurz bij Brunfels, Bockshodlein, Adam und Eva, Hans und Grete, Hans und Talke, Johanneshand, Gotteshandchen, Deiwelsangesicht, naar de bloeitijd Pingsblome en kleur Flaschblume, Fraublume, Kerzenblume, Handlwurz, Bubakraut, Himmelschlussel, Kohlmandl, Storchakraut, Zwitsers Chanta, Frauedraeer, wilde Glasli, Guleli, Hergotts-Fleisch und Bluat, wilde Zinggli.

Salep-Knabenkraut.

Sectie Papilionacea.

Uit M. Schulze, www.BioLib.de

Anacamptis papilionacea Bateman (vlinderbloemig) is een meerjarige plant van 15-40cm hoog met wortelknol.

Bladrozet met vijf tot tien lancetvormige groene bladeren.

Bloeistengel met nog een aantal stengelomvattende bladeren die naar boven toe purper aanlopen.

Bloemen zijn tot 2 cm groot met drie gelijke, wigvormige kelkbladen, donkerroze tot purper met donkerder nerven waarvan de onderste vooruitsteekt. De bovenste zijn kleiner en lichter gekleurd. Ze staan in een langgerekte bloeiaar met 4-20 bloemen van april tot juni.

Groeit op kalkrijke gronden, sub alpiene ruigtes, lichte naaldbossen in Europa en meest M. Zee. Met de var. cyrenaica in Libië, subspecie papilioanacea. Middellandse Zee tot Iran en subspecie expansa in de Middellandse Zee.

Naam.

Vlinderorchis, Engels butterfly orchid, Duits Schmetterlings-knabenkraut, Frans orchis papillon.

Sectie Anacamptis

Uit; M. Schulze, www.BioLib.de

Anacamptis pyramidalis, Richb. (piramidaal) (Orchis pyramidalis) wordt rond een halve meter hoog.

Lijn/lancetvormige bladeren, de bovenste zijn klein, staan ver van elkaar en zijn. Schutbladachtig.

De bloeiaar is eerst piramidaal-achtig en wordt later meer rond. Helder purperen bloemdek met een 6mm lange lip die 3spletig is. Een draadvormige spoor in juni/juli. Geeft overdag een vanillegeur af om vlinders aan te trekken.

Komt voor in Europa. Twee ondersoorten, subspecie pyramidalis en subspecie tanayensis. (uit du lac Tanay in Zwitserland)

Naam, etymologie.

Anacamptis is afkomstig van het Griekse ανακάμτειν, anakamptein; achteroverbuigen, vanwege de omgebogen zijdelingse bladeren van het perigon, of dat de stuifmeeldraden omgebogen zijn.

Piramide orchis, hondskruid of hondswortel, Duitse Hundswurz, -hoden, zie Orchis, Pyramiden-Hundswurz, Pyramidenorchis, Spitzorchis, Kammstendel of Pyramidenstendel, Franse anacamptis en Engelse pyramidal orchis, bloemvorm.

Hybriden.

Anacamptis x gennarii (Rchb.) H. Kretzschmar, Eccarius & H. Dietr. (genoemd naar Patrizio Gennari, 1820-1897, Italiaanse botanist) een hybride van champagneuxii x papilionacea waar het van beide de kenmerken van heeft.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl