Leea

Naam, etymologie.

Leea, is zo genoemd naar James Lee, een Schotse kweker, 1715-1795.

Uit l’illustration horticole, var. splendens.

Tropische kleine bomen of struiken. Sommige worden als jonge planten op warme plaatsen gekweekt vanwege hun gekleurde blad en statige vorm.

Bladeren staan afwisselend en zijn 1-3 maal geveerd of enkelvoudig. Deelblaadjes zijn gaaf of gezaagd.

Bloemen zijn klein of groot, rood, geel of groen en staan in trossen tegenover de bladeren.

Een 24-70 soorten komen in de tropen van Afrika, Azië en Australië voor.

Verschilt met Vitis doordat die klimt.

Het zijn tropische planten.

Vitaceae, nu Leeaceae.

De tweede soort die vermeld wordt lijkt waarde te hebben vanwege zijn bloemen, de anderen zijn bladplanten.

=Leea amabilis, Veitch. (lieflijk)

Heeft prachtig zilverachtige en druifvormige bladeren. Bladen zijn geveerd, 5-7 deelblaadjes die gezaagd en lancetvormig zijn en vettig aanvoelend. Diep brons groen met een brede en witte streep. Nerven zijn wit aan de basis.

Een mooie plant voor gevelbedekking.

Uit Borneo is beschreven in 1880, 30cm hoog.

Uit Curtis botanical magazine.

=Leea coccinea, Planch. (bes rood) (Leea guineense) Heeft 3voudige geveerde bladeren en 5 deelblaadjes aan elke hoofdverdeling van het blad. De blaadjes zijn ovaal/lancetvormig en getand, de randen golvend.

Meer dan 60 bloemen staan in een platte tros van 7-10cm doorsnede. De bloem is rood in knop en de 5 spreidende bloemdekbladen zijn roze met gele meeldraden. Het begint al met bloeien als het nog maar een 30cm hoog is.

Uit Birma, is in 1862 beschreven, wordt 100-150cm hoog. Hawaiian holly.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl