Opopanax

Over Opopanax

Opobalsem, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit sophy.u-3mrs.fr

Opopanax chironium, Koch. (Chironium) (Ferula opopanax) is een meerjarige met een dikke geelwitte vlezige wortel. De vertakte stengel wordt 100-300cm hoog, dik en ruig bij de basis.

Geveerde bladeren met lange stelen en gezaagde deelblaadjes, de eindstandige is hartvormig, harig aan de onderkant.

Geelachtige bloemen in grote platte schermen aan de top van de stengels.

De oleo gom wordt verkregen door in de stengel aan de absis te snijden, het sap dat eruit komt en in de zon gedroogd wordt is Opopanax van de handel.

Een warm klimaat is nodig om de olie gom van 1ste kwaliteit te leveren, die van Frankrijk is om die reden inferieur. Het wordt soms in tranen gevonden in de handel, meest als onregelmatige stukken. De kleur is roodgeel met witte plekken aan de buitenkant, lichter van binnen. De geur is bijzonder, sterk onplezierig, smaakt scherp en bitter. Medisch tegen astma en andere ziektes, ook als een wierook, voor sommige parfums en is de geur van Diptyque kaarsen.

Is inlands in Z. Europa, Iran. Is beschreven in 1640. Schermbloemenfamilie.

Subspecie chironium, subspecie bulgaricum (uit Bulgarije).

Opobalsem.

Uit Gart der Gesuntheit.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Voorts zo wordt het sap dat uit dit kruid vloeit in het Grieks Opopanax genoemd en in het Latijn ook Opopanax, in de apotheken Oppopanacum. Want het Chironium Panaces wat Dioscorides voor de derde en laatste soort van Panaces houdt is van bladeren Amaracus gelijk en heeft een goudkleurige bloem en een dunne wortel die niet diep in de aarde zinkt en scherp van smaak, immers zo Dioscorides dat beschrijft, waarmee Apuleius ook zeer goed overeen komt en zegt, ‘Panaces Chironium is van bladeren de Amaracus gelijk en heeft goudkleurige of gulden bloemen en een dunne wortel die niet diep of lang is en bijster scherp of sterk bijt op de tongծ.’Maar de beschrijving die Theophrastus daarvan geeft verschilt zeer veel van de voor vermelde beschrijving die van Dioscorides en Apuleius gegeven is want hij schrijft daar aldus van:’Panaces Chironium heeft bladeren als die van Lapathum of zuring, groter en ruiger en de bloemen zijn goudkleurig, de wortel is lang. Groeit graag in vette grond.’ Al dezelfde woorden staan in Plinius ook in het 4de kapittel van het 25ste boek uitgezonderd alleen dat hij schrijft dat de wortel klein is en niet lang zoals Theophrastus schrijft.

Opopanax via Latijn. De onmiddellijke bron van dit vreemd lijkende woord is van Grieks opoponax, opos: als plantensap en panax: de genezer, een panacee. Maar dit is Griekse volksetymologie voor een leenwoord die naar Akkadisch kanaktu haakt, met dezelfde betekenis. De krachten van dit kruid zouden aan Hercules geopenbaard zijn door de centaur Chiron en zo werd het ook Hercules all heal bij Gerard in 1597. De 16deeeuwse herbalisten volgden Dioscorides zodat ze het kruid aanbevolen voor vele ziektes. Het zoeken naar die oude panax was moeilijk, zie Panax.

Engelse opopanax plant, sweet myrrh, bisabol myrrh.

Opopanax is ook een hars van Commiphora erythraea en Commiphora kataf.

Vermeerderen.

Gewoonlijk en het gemakkelijkste is via wortelstek. In februari rooi je wat wortels op. De stevigere wortels verdeel je in stukken van een 10cm en leg je ze horizontaal in stekgrond. Afdekken met een 2cm stekgrond en bevochtigen. Bij warmte, 18 graden, zullen de knoppen direct beginnen te groeien, na het uitlopen verspenen en half weg mei in buiten te planten.

Of in februari/maart zaaien bij 18 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl