Aponogeton

Over Aponogeton

Kaapse waterlelie, vorm, waterplant, aquaria, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.

Uit H. Andrews.

Een familie van waterkruiden met wortelstokken.

De bladeren zijn palmachtig of parallel generfd. De bladeren zijn lang gesteeld, ovaal of lijnvormig en soms lakachtig.

Aponogetonaceae. De familie is verwant met de Najadaceae, waarmee het vroeger was verenigd.

Aponogeton.

Het zijn waterplanten die meestal geheel onder water groeien.

Een geslacht komt met 45-50 soorten voor in de warme landen als Azië, Afrika en Australië. Er zijn 2 hoofdsoorten in cultuur, het Aponogeton type met vaste bladeren en de Ouviranda type met opengewerkte bladeren. De laatste wordt vooral gezien in warme kassen.

Ze hebben melkachtig sap die tijdens droogte hun bladeren verliezen. De meeste soorten groeien uit knollen. De meeste Aziatische soorten blijven het hele jaar over terwijl de zetmeelrijke knollen van de Afrikaanse soorten voor overleving tijdens droogte zorgen.

=Aponogeton distachyos, L. (twee aren)

De eerste bladen zijn ondergedoken, de volgende drijven op het water en zijn allen lang gesteeld, smal langwerpig en stomp, heldergroen en behoorlijk lang, een 25cm.

De 40-60cm lange bloemstengel eindigt in twee 6-15cm lange bloeiwijze die boven het water uitsteken en samengesteld zijn uit talrijke kleine witte, heerlijk geurende bloempjes waarvan de bloemkroon ontbreekt, 6-12 meeldraden en 2-5 stijlen met min of meer paarse helmknoppen die aan de voet van een eivormige, witte schutbladen zitten die je voor bloemen aanziet in juli/september.

Een plant met een dikke, bruinachtige wortelstok, geschikt voor aquaria en in diepe vijvers en onze winters doorstaat. In ondiepe vijvers de wortelstok uitgraven en vorstvrij overwinteren. Het mooist groeit het in vijvers van 40cm diep maar dan moet ze beschermd worden, in 70cm diep water is het winterhard. In Z. Afrika worden de knollen gegeten.

Is in 1788 uit Z. Afrika ingevoerd.

Naam, etymologie.

Aponogeton, de Griekse naam is een verwijzing naar zijn woonplaats in het water. Aponogeton zou zo genoemd zijn naar een oude naam van een stadje bij Padua, Aqua Aponi die bekend was om zijn warme bronnen, plus geiton: een buurman. Samengevat een in de buurt van Aquia Aponi groeiende plant.

Kaapse waterlelie, Duitse Wasserahre, Engelse Cape pondweed, Cape asparagus of hawthorn scented pondweed, water hawthorne. In Z. Afrika waterblommetjie.

Uit; https://www.google.nl/

Aponogeton boivinianus Baill. ex Jum. (naar de verzamelaar Boivin). Een grote sterke plant die alleen geschikt is voor grote aquariums. Tot 80cm lange bladeren van 8cm breed die eerst licht groen zijn en later donkerder worden. Uit Madagaskar waar het groeit in goed stromend water.

Uit; ttps://www.google.nl/

Aponogeton longiplumulosus H. Bruggen. (lang gepluimd of veerachtig) Uit de tot 2cm dikke knol komen de lintvormige bladeren van 40cm lang inclusief de bladsteel van 18cm lang met een gegolfde rand. Komt uit Afrika.

Uit Curtis botanical magazine.

Aponogeton madagascariensis Bruggen (uit Madagaskar) (Ouviranda fenestralis Poir, Aponogeton fenestralis, Hook). (waar fenestralis of fenestra: een venster of opening betekent) Het 40-50cm grote en 30cm brede blad blijft hier onder water.

De bloemen zijn opvallend door de geurende purperen meeldraden.

Is afkomstig uit Madagaskar waar de stromen jaarlijks opdrogen en door hun bolvorming wordt het gewas behouden tot het volgende seizoen. De bollen worden soms door de inlanders gegeten.

Naam, etymologie.

Madagascar vitrage of gaasplant, skeletplant of kantblad, Engelse lace-leaf of lattice leaf of slablad, Duitse Gitterkraut: roosterkruid. De bladen zijn meer een raamwerk van nerven en bezitten geen bladmoes, vandaar skeletplant, maar ondanks hun kantachtige voorkomen kunnen ze met gewone ruwheid behandeld worden. De bladeren zijn ovaal gereduceerd tot skeletten en drijven juist onder de oppervlakte. 

Uit imagejuicy.com

Aponogeton crispus Thunberg (gedraaid) is een half ondergedoken waterplant met een ronde knol van 2-3cm in doorsnede.

De bladeren zijn heldergroen tot olijfgroenbruin, 20-35cm lang en 6cm breed met een wuivende rand en een steel van 45cm lang.

Er worden geen drijvende bladeren gevormd.

Bloemen komen op een opgaande stengel van 80cm groot met een witte trosachtige aar van 18cm lang, bloemen zijn klein, geuren en blijven een paar weken goed.

Elliptische zaden.

Vele planten die in aquariums gebruikt worden zijn hybriden en geven geen zaad.

Inlands in Sri Lanka en Z. Azië waar het in droogvallende meren voorkomt en is bladverliezend in het droge seizoen.

Planten.

De wateraar is een interessant en aardig plantje. Vraagt een 60cm diep water en in de vijver het dubbele, maar wel stromend water want daarop is het blad aangepast. Dan kan het de hele zomer bloeien. Kan tegen een 10 graden vorst, dus afdekken of de knollen eruit halen. In het voorjaar vermeerderen door scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl