Palaquium
Over Palaquium
Percha rubber, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Uit M. Vogtherr.
Gutta percha is een geslacht van tropische bomen die in Zuidoost Azië en N. Australië voorkomen. Het is ook een latex die van deze bomen komt en vooral van P. gutta.
Het zijn bomen van 5-30m groot en 1m in diameter.
Altijdgroene bladeren die afwisselend of spiraalvormig staan, gaaf, 8-25cm lang en glanzend groen, geel of blauwachtig aan de onderkant.
Bloemen komen is kleine trossen langs de stengels en elke bloem is wit met 4-7 lobben.
Ovale vrucht van 3-7cm lang, bij vele soorten zijn de vruchten eetbaar.
Sapotaceae. 120 soorten.
Palaquium gutta, Hook. (Gutta of melksap) (Isonandra gutta) altijdgroene bladeren staan afwisselend of spiraalvormig, gaaf, 8–25cm lang, glanzend groen boven en onder vaak geel of blauwachtig.
Bloemen staan in kleine trossen langs de stengels, wit.
Ovale vrucht van 3-7cm groot die 1-4 zaden bevat.
De guttaperchaboom is een 30m hoge boom met een sterke stam.
Is afkomstig uit de Maleise eilanden Borneo en andere eilanden. Oorspronkelijk was de boom afkomstig van het eiland Singapore maar is daar uitgeroeid.
Naam, etymologie.
In Maleis heet het sap getah: plantensap, en percah: de boom. De boom levert zo de gutta-percha dat in de buurt van Singapore voor het eerst bekend werd. Uit de naam ontstond het Franse gomme-gutte en Engels percha rubber. Sinds 1843 kwam die gom naar Europa.
(Dodonaeus) ‘Een sap uit China als Aloë dat daar Ghittaiemou heet of Guttagamman en dat is heel droog, helder oranjerood, breekbaar als gesmolten hars of terpentijn die gekookt is geweest, doch als men er wat speeksel of water bij doet geel verft als Alo, niet bitter nochtans, maar heeft in het begin heel weinig smaak en ten slotte brandt het in de keel zo scherp dat Clusius twijfelt of dit het sap van Euphorbium zou mogen wezen.’
Gutta percha.
Deze bomen leveren een melkachtige stof, gutta percha. Dit geleidt warmte en elektriciteit zeer slecht, weerstaat de meest lozingsmiddelen en lost niet op in water. Dit werd gebruikt om de elektrische draden van telegraafpalen te isoleren en zou onder water onvernietigbaar zijn. Het werd gebruikt als surrogaat van leer, papier-mach, papier, metaal, waar het door zijn ondoordringbaarheid van water gebruikt kan worden, voor houtsneden, waterleidingen, pompen, bougies, mesheften, knoppen, e.d. voor overtrek van documenten die dan onverwoestbaar werden, water dichtmaken.
Het sap kan goed gevulkaniseerd worden en zo werd het gebruikt voor drijfriemen, transportbanden, vermengd met rubber werd het gebruikt voor schoenzolen, golfballen, matrijzen, als isolator voor diverse apparaten, vooral bij onderzeese kabels werd het veel gebruikt. Voor de winning van het sap velt men de boom, er worden insnijdingen in de bast gemaakt zodat het sap gewonnen kan worden. Laat men de boom staan dan kan men meerdere jaren het sap inwinnen, jaarlijks 1400kg, het melksap vloeit echter langzamer en minder snel uit dan dat als de boom gekapt wordt. Dit sap werd voor verharding gekneed, van verontreinigingen ontdaan en in de zon gedroogd.
Deze boom, die dit sap vroeger hoofdzakelijk leverde, is uitgeroeid en existeert alleen nog maar in gecultiveerde toestand.
Men wint het sap ook van andere verwanten die op Sumatra en Borneo groeien. Zo van Palaquium borneense Burck. (Borneo) die nu vrijwel op Borneo zijn uitgeroeid.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl