Drosera
Over Drosera
Zonnedauw, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit cpforums.org
Een groep van vleesetende planten.
De bladstengels zijn meestal kort, bladen variëren van lijnvormig, lancetvormig tot rond en zijn vaak gearrangeerd in een rozet. De bladen staan afwisselend en zijn in jonge toestand opgerold als de jonge varenbladen.
Ze zijn aan de bovenkant bezet met fijne gevoelige haren die een soort vloeistof uitscheiden waarin de insecten vastgehouden of verstrengeld worden. De haren zijn naar binnen gebogen, naar het bladcentrum, de vloeistof wordt daar scherp en scheidt een ferment af, een soort maagsap, waardoor de insecten verteerd worden. Het opgeloste product wordt door het blad als voedsel opgenomen.
Drosera ‘s groeien in de zon en houden van vochtige wortels.
Ze groeien meestal in stikstofarme, vochtige en veenachtige gronden, soms bijna drijvend op het water als D. intermedia.
Sommige Australische soorten vormen knollen en kunnen zo de droogte overleven. Ongeveer 170 soorten komen verdeeld voor over de wereld, de meeste echter in Australië.
Sommige soorten verliezen een gedeelte van het blad in de herfst en wordt er een kleine winterknop/rozet gevormd waaruit de bladeren zich in het voorjaar ontvouwen.
Droseraceae, zonnedauwfamilie.
Sectie Phycopsis.
=Drosera binata, Labill. (tweebladig, het blad is dubbel gevorkt) Ook de bovenkant van het blad is fraai door de bruinrode haren waaraan zeer veel droppen hangen.
Heeft vertakte bloemstengels met helderwitte witte bloemen in juni.
Uit Australië, is in 1823 beschreven.
Fork leaved sundew. Is een van de gemakkelijkste om te telen.
Sectie Ergaleium.
Uit en.wikipedia.org
Drosera peltata, Thunb.. (schildvormig) is een bol bezittende vorm die met 6-10 wit/roze bloemen verschijnt.
Het gewasje groeit in India tot Australië. Is in 1883 beschreven.
Shield sundew.
Sectie Stoloniferae. Subgenus Regiae.
Uit en.wikipedia.org
Drosera regia, Stephens (koninklijk) de grootste zonnedauw komt uit Z. Afrika, die zelfs kleine dieren kan vangen, lijnvormige bladeren van 70cm lang en 2cm breed.
King sundew.
Sectie Drosera.
Uit J. Kops, www.BioLib.de
Drosera anglica (L.) Huds. (Engels) Drosera longifolia L.) (lange bladeren)
Bladen komen allen uit de wortel, ze zijn opgaand en ovaal, breed aan het bovenste gedeelte en smaller naar het begin, de voet langzaam in de steel uitlopend en rood behaard, 2-5cm lang en 2-5mm breed.
Bladstelen zijn glad.
Rechtopstaande bloemstengels steken ver boven de bladeren uit en eindigen in een 2-12 bloemige aar met kleine witte bloempjes met spatelvormige en ca. 6mm lange en 3mm brede bloemblaadjes in juli/augustus.
Meerjarig.
Groeit samen met de gewone, hoewel het minder voorkomt.
Uit N. Halfrond, Europa en O. Azië, wordt 10-20cm hoog. Er zijn verschillende hybriden van bekend.
Naam.
Lange zonnedauw, Engels spathulate great of long leaved sundew, English sundew, Duitse englische Sonnentau, Langblttriger Sonnentau, Frans rossolis longues feuilles, rossolis d' angleterre.
Uit flowerseeds.co.nz
=Drosera capensis, L. (uit Kaap de Goede)
Heeft 5-20 afzonderlijke purperen bloemen, bladeren vormen hier geen rozet, groeit op als een stammetje dat bekleed is met blaadjes.
Aan dat stammetje komen de purperen bloemen. 30cm.
Uit Z. Afrika, is in 1875 beschreven.
Kaapse zonnedauw, Cape sundew is ook gemakkelijk te telen en er zijn vele cultivars van.
Uit www.freewebs.com
Drosera filiformis, Raf. (draadvormig, de bladeren) Het groenachtige blad is geladen met overdadige purperen haren.
Geeft 6-15 roze/purperen bloemen.
Is afkomstig uit Massachusetts waar de plant groeit op zandplaatsen. Is beschreven in 1811
Draadzonnedauw, thread leaved sundew.
Uit pbio209.pbworks.com
Drosera tracyi, Macfarlane (wel de vrouw of kennis van de Schotse botanist John Muirhead Macfarlane, 1855-1943 of naar Amerikaanse botanist Joseph Prince Tracy, 1879-1953 )wordt ook wel als een var. van Drosera filiformis gezien, var. tracyi Macf. Het is een van de grootste soorten van het geslacht.
Heeft 15-24 purperen bloemen.
Komt overdadig voor op de kuststroken van Florida.
Uit; selency.nl
Drosera rotundifolia L. (ronde bladeren) komt hier het meest algemeen voor in moerassige plaatsen. Witte bloemen.
Uit J. Sturm, www.BioLib.de
=Drosera intermedia, Hayne. (het midden houdend) Rozetten van bijna rechtop staande en rood behaarde bladeren die omgekeerd eirond zijn en 0.5-1cm lang en 3-5mm breed, de voet langzaam in de steel uitlopend, vlakke bladsteel die niet behaard is en 1.5-3.5cm lang.
Bloemstengel is aan de voet gebogen en onbehaard, steekt weinig boven de bladeren uit met trosjes van 4-10 bloemen die zeer klein en wit zijn, kort gesteeld met smal langwerpige en 4-5mm lange, 3mm brede bloemblaadjes in juli/augustus.
Fijne rizomen.
Is afkomstig uit N. Halfrond, O. Amerika en Cuba en wordt 5-15cm.
Deze plant vormt wilde hybriden met andere soorten.
Naam.
Kleine zonnedauw, Duits Kleine Sonnentau, Mittlerer Sonnentau, Engels love nest sundew, long-leaved sundew, spoonleaf sundew, Frans rossolis intermdiaire.
=Drosera rotundifolia, L. (rondbladig)
De roodachtig gekleurde blaadjes staan min of meer in een rozet en spreiden zich uit in een horizontale positie. Ze zijn eirond tot rond en bezet met vele rode haren, 4-10mm lang en 5-15mm breed, de bladschijf loopt plotseling uit in een vlakke en meestal behaarde 3-6cm lange steel.
In de rozet ontstaat in juli/augustus een recht opgaand stengeltje met een kleine witte bloemtros waarin 5-15 bloemen zitten. De bloemen gaan in de zon open en bloeien maar een paar uren. Zou openen in de morgen en tegen een uur of 10 weer sluiten. Dit gelijk met de bladeren.
Het is een klassieke plant, zie Darwins ‘insectivorous Plants.’
De rondbladige zonnedauw komt uit Europa en Azië en wordt 100-20cm hoog.
Een kleine en onopvallende plant. Groeit meestal in de zon op veenachtige gronden. Daar zie je ze ook nog gemakkelijk over het hoofd.
Het kruid komt maar weinig meer voor door verdwijning van het milieu, verzamelaars en door de industrie die ze verzamelt om er een middel tegen kinkhoest uit te bereiden.
Tentakels.
De kristalheldere waterdruppeltjes fonkelen als kleine diamantjes aan de spits van elk fijn rood haartje. In de zon wordt dit vocht afgescheiden, een dauw waarmee insecten gevangen kunnen worden. Op dezelfde manier vangen we vliegen met dat plakkerige vliegenpapier. Het vocht is een soort lijm dat, als je het met de top van je vinger aanraakt, tot draden uitgetrokken kan worden. Het blad met zijn tentakels reageert op eiwitachtige stoffen, hoe voedzamer hoe sneller ze reageren. De tentakels buigen zich voorover, naar het midden toe, voor hun maal. De tentakels kunnen in 10min een buiging van 90 graden maken, zodat het insect gevangen zit, de verteringsklieren zorgen dan voor de rest. Als een martelaar aan het kruis zo hangt het arme slachtoffer vastgeplakt in de brandende zon. Symbool van een serenade.
Naam.
(Dodonaeus) (a) ‘De Hoogduitsers noemen dit kruid Sonnentaw en Sindaw, in onze taal heet het ook sondauw of taal sundauw, in het Engels sonne deuwe, in Italië heet het ruggiada del sole en in het Latijn Ros Solis en van sommige Rorella, van andere Salsirora welke namen komen van de dauwachtige vochtigheid die men op de bladeren van dit kruidje vindt terwijl dat de zon allerheetst steekt en schijnt.’
Zonnedauw, Duits der Sonnentau of -loffel, Engels sundew of dew-plants, Frans la rossolis: ros: dauw, solis: zon, rosee du soleil en herbe a la goutte: droppenkruid, vergelijk Duits Rosolikraut, in Italië rugiada del sole. Culpeper noemt de rosa solis een plant van de Zon, onder het teken van de kreeft. Hij vermeldt dat het kruid goed werkt tegen longklachten.
Dodonaeus (b) ‘Het is hier te lande ook loopigh-cruydt genoemd omdat het vee door het smaken of eten van dit kruid ritsig en heet (dat men eigenlijk lopig noemt) plag te worden.’
De ros solis of rosa solis zou verjongend en stimulerend werken en koeien tochtig maken, vergelijk de Duitse naam Brunstkraut, Jungfernsbluthe, Bullkraut, Bullnkraut . Voor schapen is het schadelijk. Toch heeft het een Engelse naam, lustwort, ‘becaus if Sheepe feede theron they will go to the Ramme.’ Dit omdat ze heet is, de hete zon droogt de druppels niet op en zou zo hitte in mens en dier geven. Daarom werd het wel jeugdkruid, youth wort, genoemd naar zijn afrodisie krachten.
Daarvoor heette het plantje sindauw of synnauw net als Alchemilla, het is een plant die een krans van dauwdruppels aan zijn bladeren heeft. Het eerste lid, syn, betekent groot, voortdurend of al, wat woord we ook kennen in zondvloed, een naam die al voor Luther ingeburgerd was. Duitse Sintflut is een grote vloed of alvloed en geen zond(e)vloed (vergelijk oud-Hoogduits Sinlif: eeuwig leven) Beide planten worden in oude boeken drosion genoemd, wat Grieks is en dauwplant betekent. Linnaeus noemt het geslacht voor het eerst Drosera.
Dodonaeus (d) ‘In Engeland is het ook algemeen, als Lobel betuigt, die dat Rorida, Ros Solis en Drosion recentiorum noemt.’
Drosera is afgeleid van het Griekse δρόσος:Ӥrosos, droseros: dauw of bedauwd, een verwijzing naar de glinsterende dropjes op de haren van het blad.
Dodonaeus (d) ‘Het heet ook sweet cucken met een oude Nederlandse naam.’
(e) Medisch; Duits Brochkraut, verder Gideon, Herrnloffelkraut, Loffelkraut, Spoelkruud, feiste Mandeln, Perlknopf.
(f) Glinsterend met magische dauw baden de planten in de morgendauw. Geplukt werden ze sinds de oudste tijden voor zonsopkomst, voordat de dauw opdroogde. In Noorse sagen werd de dauw van deze planten tranen van Freya genoemd. Ze huilde omdat Odin naar verre volkeren vertrokken was. Vandaar dat het plantje in Christelijke tijd Mariatranen en in Duits Marientrane genoemd werd.
(g) Deze dropjes hebben een geheimzinnige stof in zich. Hier hadden de ouden een plant die beladen was met een sprenkelende dauw die zelfs de ergste zon weerstond. De druppels waren als een Gods wonder bij de alchimisten, een Miraculum Dei. Het kleverige sap werd door de alchimisten gebruikt voor bereiding van goudtinctuur en levenselixer, aqua vitae. Een geloof was dat zilver dat geworpen werd in gedestilleerd water met zonnedauw, in goud veranderde. Het zou voedend en versterkend werken vooral als het gemengd werd met wijn. Vooral droeg de alchemist Aleardus van Villenova die tegen het einde van de 16de eeuw als professor te Barcelona leefde daartoe bij. Later werd hij door de inquisitie vanwege zijn verbond met het boze verdreven. Hij ging naar Italië en distilleerde uit Drosera zijn beroemde goudwater dat tegen alle ziekten zou dienen. Als welsmakend likeur werd dit dauw onder de naam Rosoglio (van ros solis, ros: dauw, en solis: zon) het zonnekruid genoemd. (Tegenwoordig is de Rosoglio echter een rozenbrandewijn die wordt bereid uit rozenbladeren) Ook werd het wel Aqua-auri: goudwater genoemd.
(h) In Amerika zou het een genezing zijn geweest tegen de meest algemene en minst genezende kwaal, de ouderdom, vandaar dat het youthwort of youth grass heet.
(i) Widdertod bij Bock, edler of guldin Wiederthon, Widerthon, Widdertod: een kruid tegen de dood, of van Wiedertat: weer goedmaken, een kruid dat men de kracht toeschreef de mannelijkheid terug te geven (ook Polytrichum en Asplenium werden zo genoemd)
(j) Engels red rot omdat schapen ziek werden die daar van aten, iles: leverrot, in schapen die veroorzaakt zijn door de zonnedauw, vergelijk het Franse herbe de l’egler en Deens iglegras.
(k) Vliegenvangertje. Toen bekend werd dat ze insectenetende gave had was dit een schok voor de romantische mensen die de natuur als een onschuldig en vriendelijk schepsel hielden.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (164)’De nieuwe kruidbeschrijvers en andere meesters hebben lange tijd geloofd dat dit kruidje zeer goed is en bijzonder nuttig in alle diegene die uitdrogen of de terende ziekte hebben en vooral het gedistilleerd water er van wat mooi goudgeel van kleur is, want net zoals men ziet dat dit kruid zijn vochtigheid en dauwachtigheid zeer lange tijd behoudt en zelfs dat de meeste hitte van de zon die vochtigheid niet verdrogen kan en op dezelfde manier heeft men ook geloofd dat men de ingeboren en natuurlijke vochtigheid van het mensen lichaam daarmee behouden en onderhouden zou mogen. Dan de ervaring heeft ons anders geleerd en bovendien zo wijst de redelijkheid ook anders uit. Want doordat deze zonnedauw een bijster scherp en heet kruid van aard is en gemerkt ook dat deze scherpte in dat voor vermelde gedistilleerd water ook overblijvend bevonden wordt zodat het die niet gans afleggen kan, daarom kan men dit kruid en het water er van niet goed zonder hinder en schadelijkheid binnen het lijf nemen of gebruiken. Ja dat meer is, we hebben bevonden dat al diegene die op de borst benauwd, hoesten en in de longen gebrekkelijk zijn en dit gedistilleerd water gedronken of gebruikt hebben veel eerder van hun ziekte ten onder gebracht en gestorven zijn dan diegene die dat niet ingenomen hadden en een echt goede wijze of regel van leven als ook van eten of drinken gade geslagen en in hun ziekte onderhouden hebben.
Deze ijdele en bedrieglijke mening is zeer bevestigd en versterkt geweest doordat men ziet dat het viervoetig vee en ander gedierte (vooral de wijfjes als schapen, geiten en andere) maar wat van dit kruid geproefd hebben in korte tijd heel ritsig of lopig worden en begerig om besprongen te wezen. Dan dit gebeurt niet doordat met het gebruik van deze zonnedauw de menigte van zaad in die beesten vermeerderd wordt, maar omdat het door zijn scherpe kracht de verkoelende en enigszins getemde lust er van verwekt en door haar hitte schijnt te laten verrijzen.
Lobel zegt dat het de geesten van de oude lieden versterkt en rijp maakt, verdeelt, dun maakt en afveegt en de grove en taaie vochtigheden afjaagt. En volgens deze lering van Lobel is dit kruid hier te lande zo gebruikelijk geworden dat het tegenwoordig in Holland geenszins met zo’n menigte te vinden is als het plag te wezen op die manier dat diegene die de voor vermelde kostelijke brandewijn die ze Ros Solis noemen maken zullen andere landen zullen moeten bezoeken zoals Friesland en Hoogduitsland om dit kruid te halen, hoewel dat men het zeer goed zou kunnen derven zoals Dodonaeus uitvoerig aangetoond heeft.’
Het sap is zeer scherp en kan de huid rood maken. De drusen, dropjes aan blad, zouden de wratten verdelgen. Opgelost in melk geeft het een prima cosmetisch preparaat, het stremt ook melk. In zijn verse staat wordt het door landsvolk gebruikt om wratten te verdrijven. De Hortus Sanitatis, 15de eeuw, zegt:’Der saft von synauwe dry morgen nuchtern getruncken ist gut epilenticis, das ist, die die fallende sucht haben.’
Nog wordt een Z. Afrikaans soort gebruikt tegen keelaandoeningen.
Het is vaak een bestanddeel van oplossende borst en longenthee, ook water afdrijvende thee. De tinctuur, 1 tot 10, werd net zo met 10 tot 20 druppels meer maal per dag, afhankelijk van de ouderdom, tegen luchtziektes ingenomen.
Het wordt zwart in een herbarium, maar geeft het papier, waar het in gehouden wordt, een rode kleur.
Folklore.
Ook gif zou men met de plant herkennen. Leg het kruid in een glas met wijn waarin gif gemengd is, al gauw breekt het glas. Is de beker van steen of alabaster dan wordt de wijn ziedend, alsof er een sterk vuur onder brand, zodat de wijn eruit springt.
Ook maakte men er amuletten mee om de hals. Om de koorts te verminderen werden verse exemplaren met een zwachtel om de pols gebonden. Met een zware bevalling werd het kruid op de buik gelegd. Om tandpijn te stillen houdt men het in de mond, bij hekserijen is het onontbeerlijk. Jagers staken Drosera in hun weitassen en zou volgens het bijgeloof hen van een vast schot verzekeren.
Planten.
Ze kunnen vermeerderd worden door middel van wortelstek die na 3 weken knoppen vormt en wortelt. De lengte van de wortelstek is een 1,5cm tot 2,5cm, ook door zaaien en scheuren.
Kweek ze in vochtige Spaghnum met vochtige lucht.
Vermeerdering kan geschieden door zaad, heeft zeer fijn zaad dat door de wind meegevoerd kan worden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl