Microlepia
Over Microlepia
Kantvaren, vorm, varens, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
mUit www.davesgarden.com
Naam, etymologie.
Microlepia, Grieks micron of mikros: klein, lepis: een schaal, de vorm van de spoor of zaadhouder.
Varens met bruine sporen.
Een geslacht van sierlijke varens, verwant aan Davallia.
20 of meer soorten zijn bekend, meest in Azië.
Polypodiaceae, varens.
Microlepia strigosa C. Presl. (scherp behaard) (Microlepia hirta, Pres.l (ruig) (Microlepia speluncae) (uit de spelonken) Heeft bladeren van bijna 90-180cm meter lang aan stevige stengels. De bladeren zijn drie tot viermaal geveerd en breed getand.
Een aardvaren die afkomstig is uit Indonesië tot Polynesië. Is beschreven in 1878.
'Cristata,’ heeft kamvormige toppen.
Ze houden van een niet te zonnige plaats met warmte en vochtigheid. Lace fern.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/