Sphaeralcea

Over Sphaeralcea

Knotsmalva, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Struiken, halfheesters of kruiden, zelfs eenjarige.

Bladeren zijn geregeld gekoekt of gelobd.

Alleenstaande bloemen of in korte okselstandige of in eindstandige trossen of aren, violet of vleeskleurig, soms rood.

Een 40-60 soorten waarvan 4-5 in Z. Afrika, de rest in de warmere gebieden van N. en Z. Amerika. Verwant aan Abutilon. Malvaceae.

Uit; https://commons.wikimedia.org/wiki/Sphaeralcea_ambigua

=Sphaeralcea ambigua A. Gray. (twijfelachtig of onzeker) groeit een meter hoog en vrijwel zo breed.

Donzige bladeren met haren aan beide kanten, gelobd, palmachtige aderen en staan aan lange stengels.

Schaalvormige abrikoos tot oranje in het voorjaar. Vele variëteiten.

Desert globemallow, apricot mallow.

Uit Californië en noordwest Mexico.

Uit www.worldbotanical.com

=Sphaeralcea coccinea Rydb. (bes rood bloeiend) (Malvastrum coccineum, Gray.) Gesteelde bladeren zijn 3-5lobbig met wigvormige, getande tot ingesneden slippen, de bovenste bladeren zittend en allen grijs behaard.

Rotsplant met liggende tot opstijgende stengeltjes die vertakt en behaard zijn.

Talrijke bloemen staan in korte, eindstandige trosjes en zijn van licht tot steenrood met 11-17cm lange bloemblaadjes in juli/september.

Uit Brits Columbia tot Manitoba en Texas wordt 10-25cm hoog. Is beschreven in 1811.

Sphaeralcea, Grieks spharea; bol, Alcea. Scarlet globemallow.

Uit; http://www.suncrestnurseries.com/pfts_show.php?id=sphai

Sphaeralcea incana Torr. ex A. Gray. (grauw, grijs) meerjarige half struik met een grote penwortel.

Verschillende opgaande stengels van 1-2m hoog.

Grijze bladeren zijn dicht met haren bezet.

Helder oranje bloemen in juni-oktober. Er zijn ook roze en witte vormen.

Subspecie cuneata komt uit New Mexico.

Knotsmalva, gray globemallow.

Uit zuidwest Amerika, Sonoran desert.

Uit Curtis botanical magazine.

Sphaeralcea munroana, Spach. (Donald Munro, Engelse botanicus, 1789-1853)

Grijsachtig behaarde plant.

Hartvormig/eironde bladeren zijn zwak 3-5lobbig en gekarteld, soms ingesneden.

Opstijgende tot opgerichte stengels.

De scharlaken tot donker roze/rode bloem staan in trossen en zijn 2.5cm in doorsnede in juni/september.

Uit Brits Columbia tot Nevada en Utah wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1828.

Naam, etymologie.

Sphaeralcea, Grieks sphaira: bol, met de geslachtsnaam Alcea, een op Alcea gelijkende plant met meestal bolvormige vruchtjes. Engelse Munro’s globemallow, Whitestem Globemallow. Knotsmalva.

Planten.

Ze groeien in zandige tuingrond op droge en beschutte, zonnige plaatsen. In de winter goed bedekken, ook is vocht dan heel nadelig.

Vermeerderen door zaaien, scheuren en stekken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl