Honckenya
Over Honckenya
Zeepostelein, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik
Uit O. Thome, www.BioLib.de.
Honckenya peploides, Ehrb. (Euphorbia peplis-achtig) De rijk groene bladeren hebben niets van het blauwachtige van andere strandplanten, eivormig, zittend en toegespitst, glanzend en vlezig, staan kruisgewijze en dicht opeen Lijkt op een sedumachtige, is stevig en succulent.
Stengels zijn zeer vlezig en kruipen aan de basis.
Zelden zie je bloemen, dan in juni, ze zijn klein en openen nooit met bewolkt weer of laat in de middag. Witte tot groene kroonbladen met bloei in juni/juli.
Meerjarig.
Groeit in elkaar gedraaide klompen op het strand en spreidt zijn stengels over de grond uit, van hoogstens 15cm hoog.
Een strandplant en een vlezig kruid met kruipende rizomen en opgaande of kruipende vierkante stengels.
Groeit op zandige gronden, aan stranden van 30 en 80 graden N. breedte, zelden landinwaarts.
Caryophyllaceae, anjerfamilie.
Naam.
Honckenya is zo genoemd naar G. A. Honckeny, 1724-1805, een Duitse botanist die een flora over Duitsland schreef.
(Dodonaeus) ‘Het vierde geslacht moet Alsine Marina in het Latijn en in het Diets zeemuur genoemd worden omdat het aan de zeekant groeit.’
Het behoorde vroeger onder de soorten van muur en werd vergeleken met postelein.
Zeepostelein, Engelse sea porslane, ook sea side sandwort en sea pimpernel, Duits Salzmiere.
Gebruik.
In IJsland bereidt men door gisting er een eetbare brei van.
Zou ook voedend zijn, net als de spurrie. Het kan tot een soort zuurkruid gemaakt worden.
Het is zeer gewoon aan de Ierse kusten en wordt daar gegeten door het te laten fermenteren.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/