Empetrum

Over Empetrum

Kraaiheide, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Empetraceae, kraaiheide familie, nu Ericaceae. Deze familie bestaat uit struiken of kleine heesters met altijd groen heideachtig blad met ingerolde rand.

Onaanzienlijke bloemen die tweehuizig zijn, 2-3tallig en ook met 2-3 meeldraden.

3 geslachten komen erin voor met een 8-10 soorten die in koude en gematigde zones van het noordelijk halfrond en de Andes groeien.

In Europa wordt de familie vertegenwoordigd door Empetrum.

De familie is verwant met Buxaceae en verder met Euphorbiaceae.

Empetrum.

Empetrum komt met 3 soorten voor in het Noordelijk halfrond, in bergen en arctische gebieden en ook in Chili en Tristan da Cunha,

Empetrum rubrum Vahl; rood, de vruchten.

Het zijn lage struiken die soms gekweekt worden om hun altijdgroene blad en aantrekkelijke vruchten.

Bladen zijn lijnvormig/ovaal en dik.

Het zijn dicht vertakte struiken, liggend of kruipend en heideachtige planten.

Bladeren staan in een bosje, okselstandig en met 1-3 bijeen, bloemkroon 3bladig, mannelijke bloemen met 3 meeldraden, vrouwelijke bloemen met bovenstandig vruchtbeginsel, 2-3hokkig.

De onaanzienlijke purperen bloemen worden gevolgd door de ronde rode of zwarte en eetbare vruchten. Crowberry of diddle-dee.

=Empetrum nigrum, L. (zwart) Het leerachtige en kort gesteelde blad is lijnvormig, sterk omgekruld zodat ze elkaar daar raken en een witachtige streep vormen, glanzend donkergroen, 6mm lang en 1-1.5mm breed.

Vertakte stengels kruipen en zijn aan de top wat opgericht, bebladerd.

De struik is tweehuizig en bloeit in mei met wat rode bloemen die met 1-3 bijeen staan, purperen meeldraden in april/mei. De bloemtakken ontwikkelen zich op de kruipende en houtige stengels en staan okselstandig vanaf het midden van de takken.

De glanzend zwarte bessen zijn ter grootte van aalbessen, maar wel smakelijker.

Het is een neerliggende en altijdgroene, op hei gelijkende, zeer bossige en aangenaam geurende plant, een goede bodembedekker.

Kraaiheide is een kleine altijdgroene struik van 10-30cm hoog die hier wild voorkomt en verder in noordelijke gebieden of bergen van Europa, Siberië en N. Amerika.

Var. purpureum heeft purperen bessen.

Var. rubens verschilt door de wat wollig behaarde stengels en rode bessen. Ook zijn er met een gele kleur.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Empetron groeit naar het schrijven van Dioscorides in bergachtige plaatsen aan de zee gelegen en is zout van smaak. Maar daar groeien vele kruiden aan de zee en er zijn er ook veel die een zoute smaak hebben, nochtans daaruit volgt niet dat die alle soorten van Empetron zijn.’

Empetrum komt van het Griekse en: in of op, en petros: een rots. Plinius XXVII 51: ҅mpetros nascitur in montibus fere in saxo.’ Mogelijk werd het door de ouden Salsola genoemd, zie daar.

Een andere mogelijkheid is naar een Keltische naam die ravenbessen betekent.

Dodonaeus ;Grote krakebes heet Vitis Idaea secunda of Jegerbeer of Rausch, van andere Vitis Idaea nigra major of Vitis Idaea Gesneri major en Trinckelbeer in het Hoogduits, groeit op verschillende plaatsen van Hoogduitsland en Oostenrijk en wordt daar van de jagers veel gezocht omdat de vruchten goed van smaak zijn, ja zo wijnachtig dat ze kracht hebben om dronken te maken.’

Duits Rauschbeere en Trunkelbeere, het eten van de bessen veroorzaakt hoofdpijn en zou ook verdoven, zie Vaccinium uliginosum, Kootecken, Krahenaugl, Kranbeeren, Netelbeere, Zimzamberla, Zwitsers Durstbeeri.

Het groeit in Noordelijke gebieden in wouden en turfmoren. Op vele plaatsen draagt het gewas bij tot de vorming van turf, besheide, Beerenheide, Moorheide of Heidelbeere en in Midden en Zuid-Europa komt het alleen voor op hoge bergen, op de rotsblokken, vandaar de naam blokkenmyrt, Duitse Felsenstrauch.

Opvallend is de kraaiheide, Duitse Dunkelbi(e)r, Engelse black berried heath, als de eetbare bessen verschijnen die zo zwart zijn als kraaien. De Noorse naam voor een kraai is kraka, vandaar kraekling: kraaiheide, verder komt kraaienbes, Duitse Schwarze Krahenbeere, Engelse black crow‑berry, crake-berry, crow berry, verder monox, monaghs of moonog heather.

Frans camarine noir.

Van Ravelingen schrijft er nog meer van; (Dodonaeus) ‘Apenbeer is een vrucht in Saxen die op de top van de Brocken groeit en die op de malle pruimpjes bijna van krachten en misselijke werkingen lijkt, Thalius zei dat ze groeit aan een laag heestertje wat zijn voedsel uit de spleten van de rotsen neemt met vele besjes die kleiner dan jeneverbessen en op veenbessen lijken van gedaante, rond en bruinpaars en vol zoet merg en vele paarsachtige zaden. Hij noemt ze Pithecococcon, dat is apenbes, omdat diegene die veel van deze vruchten eten krankzinnig of licht van hoofd worden en van grimmagie, vreemde zeden, springen en meer anderen hotsen op apen schijnen te lijken. Daarom houden sommige het voor dodelijk en noemen dit gewas Chamaetaxus, nochtans de oude vrouwen van Saxen noemen dat Gichtkraut omdat het allerlei jicht en reuma in korte tijd geneest. Sommige noemen dat Coris Brockenbergensis.’

Duits Affenbeere of Appenbeere, Gichtkraut.

Gebruik.

De bessen zijn scherp en voor de meeste mensen met een onaangename smaak. De bes wordt niet door kraaien gegeten, maar wel door korhoenders. Sneeuwhoenders eten het blad in de winter. Ook wordt het door de bewoners van noordoost Azië gegeten. In Groenland en vroeger ook in Noorwegen maakte men er een zeer slecht smakende alcoholische drank van. Ook is er een zwarte kleur van te maken.

Het kruid en de vruchten werden vroeger ook in de artsenij gebruikt. Of het werkelijk verdovend werkt, zoals vroeger werd aangenomen valt te betwijfelen.

Uit en.bestpicturesof.com

Empetrum eamesii. Fernald & Wieg. (Amerikaanse botanist Edwin Hubert Eames, 1865-1948) Uit Canada. Engels rockberry, purple crowberry.

Subspecie hermaphroditum (Lange) Love. (tweeslachtig, dus met stuifmeel en stampers) (Empetrum hermaphrotitum Hagerup) Uit N. Halfrond. Zwittrige Krahenbeere, mountain  crowberry.

Planten.

Ze groeien het best in vochtige veengrond in zon of halfschaduw.

Vermeerderen kan door zaaien van de zaden in mei bij 15 graden, in 't donker laten kiemen. Ook scheuren in 't voorjaar is mogelijk.

Neem in augustus 7 lang topstek, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Onderste blaadjes er af ritsen. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Planten in gezeefde turfgrond, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na enkele weken is het stek geworteld, in de winter vorstvrij houden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl