Catalpa

Over Catalpa

Trompetboom, vorm, bomen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit J. C. Krauss.

Dit geslacht omvat sierlijke middelhoge bomen of hoge struiken die vaak gekweekt worden om hun mooie bloemen die in grote trossen verschijnen en om hun vele en grote bladeren.

Dat blad geeft de tuin een tropisch aanzien.

Het zijn bomen met brede kronen, de takken hebben geen eindknop.

Stevige grijze of bruin/grijze twijgen met groot merg.

Meestal zijn het bladverliezend planten met tegenoverstaand en soms in kransen staande bladeren die lang gesteeld, gaaf of spaarzaam gelobd zijn. Bladeren stinken als ze gekneusd worden.

Bloeit laat en ook de bomen lopen laat uit.

Bloemen komen in de zomer en staan in eindelingse trossen, wit, roze of geel, kelk is 2tandig, bloemkroon met scheve en 2lippige gefranjerde zoom met 5 lobben.

De doosvrucht is een zeer lange en cilinderachtige hangende ronde peul met aan beide zijden behaarde zaden.

Bignoniaceae, trompetboomfamilie.

Een 10 soorten komen voor in N. Amerika, W. India en O. Azië als China en Japan.

Catalpa bignonioides, Walt. (op Bignonia-gelijkend), komt als een van de meest gevraagde namen voor op examenwerkjes.

Knoppen met groot bladmerk en staan vaak met 3 bijeen om de twijg.

Bladstelen zijn 14cm lang en behaard.

Twijgen zijn grijs/bruin.

De grote lappen van bladeren, 12-20cm lang en aan jonge planten nog groter met toegespitste top, staan als twee harten, soms drie, tegenover elkaar. De vorm lijkt lieflijk maar bij wrijven kom je op andere gedachte en haal je je neus op. Al met al, wegens zijn bladeffect, een boom voor tropische tuinen.

Als boom van de trompetfamilie blaast het zijn deuntje mee. Op zijn vijftiende verjaardag speelt het boompje voor het eerst solo. Dan staan zijn witte trompetten in 20cm lange pluim, groot en van binnen door spikkelt met purperrood, bloem 4-5cm in diameter, meeldraden zijn even lang als de kroonbuis. Dit gebeurt in de vakantietijd zodat we lui onder zijn bladerdak van deze ontluikende schoonheid kunnen genieten. Niets menselijks is de boom vreemd.

Na de bevruchting vormt het in alle rust een bundeltje sigaretten, een soort cilinderachtig peulen of potloden van 35cm lang die in Amerika Indiaanse bonen genoemd worden, Indian bean.

Zaden zijn aan beide zijden smal gekuifd.

De kort gestuikte boom heeft een brede en ronde kroon. Omvangrijk wordt de boom met het verstrijken van de jaren zodat die het breed laat hangen. Zijn maten zijn 0.50-0.50-16m, bij een lengte van 10m. Zo’n boom heeft dan ook veel ruimte nodig. Dit komt doordat de takken geen eindknoppen maken, wel zijknoppen waardoor de kroon breed uitgroeit.

Bij oudere bomen is de schors van stammen en takken grijs/bruin dat in kleine dunne platen afschilfert.

Het is een snel groeiende boom die zich het liefst in het zonnetje koestert.

Zo is het een mooie avenueboom die op vrijwel alle goed doorlatende gronden zijn best doet.

Een boom uit Z. N. Amerika van 10-18m, bereikte het koude Engeland in 1726.

Vormen.

‘Aurea’ is een matig groeiende boom die geschikt is voor kleine tuinen. Vormt grote en gouden harten met het uitlopen en kleurt later meer groengeel. Deze cv. werd in 1870 in Engeland gewonnen. Gele trompetboom.

Nana’ groeit langzaam en vormt een dicht vertakte, bijna ronde struik, boltrompetboom.

Catalpa × erubescens ‘Purpurea’, (rood worden, blozen) is de purperbladige trompetboom.

Naam, etymologie.

(a) Catalpa, (Catawba) de naam is ontleend van de Cherokee Indianen uit N. Amerika, de groeiplaats van deze boom aan de Catawba river. De Indianen noemden deze boom katuhlpa: hoofd zonder vleugels.

(b) Een van onze mooiste bloembomen is de trompetboom, Duitse Trompetenbaum, Zigarrenbaum, de zaadpeulen, Franse bignonie de Virginie en Engelse Indian bean of southern catalpa.

Ironische wordt het wel ambtenarenboom genoemd, Beamtenbaum, het komt als een van de laatste in blad en laat als een van de eersten zijn blad vallen, komt laat en vertrekt vroeg. In de zomer is de ambtenarenboom op zijn best, in bloei, de vakantiedagen.

Gebruik.

De zaden uit de peulen bezitten een medicinale werking, zijn hartversterkend en krampstillend. Gebrand zouden de peulen goed zijn tegen astma. De wortel smaakt bitter en zou zelfs giftig zijn. In Amerika wordt van deze boom ook een verfstof gehaald die gebruikt wordt om wol te kleuren.

Het hout is dicht en zacht en bruingrijs tot lichtbruin van kleur. Is vrij duurzaam in de grond en wordt gebruikt als heipalen en spoorbielzen, ook als klankhout voor muziekinstrumenten.

Uit www.desert-tropicals.com

Catalpa bungei, C.A. Mey. (A. von Bunge, Russische botanicus, 1803-189) Bladstelen zijn 8cm lang.

Donkergroene, wat glanzende bladeren van 7-16cm lang zijn eivormig met lang toegespitste top, meestal ongelobd of aan beide zijden bij de bladvoet zwak getand, soms 3lobbig met spitse lobben, van onderen wat lichter gekleurd en glad aanvoelend.

De twijgen, met korte internodiën, zijn donkergrijs.

Bloeit in juli met 3-3.5cm lang witte bloemen in eindstandige, weinig bloeiende trossen, van binnen zijn ze rood/bruin gevlekt met teruggeslagen bloemkroonlobben.

Doosvrucht is tot 35cm lang met sterk gekuifde zaden.

Een dicht vertakte struik, op C. bignonioides veredeld vormt het een bijna ronde en dicht vertakte kroon die dan ook bloeit.

Uit N. China, wordt 3m hoog.

Uit Curtis botanical magazine.

Catalpa ovata, Don. (ovaal) Knoppen zijn betrekkelijk klein met kleine bladmerken.

Bladstelen zijn 14cm lang en iets behaard.

Wijkt in bladeren af omdat die hoekig zijn, 12-28cm lang, breed/eivormig met plotseling toegespitste top, meestal 3 en soms 5lobbig, ook ongelobd, lobben lopen puntig toe, donkergroen en van onderen lichter gekleurd, langs de nerven en nerfoksels behaard.

Twijgen zijn kaal of aan de top zwak behaard, wat glanzend olijfgroen.

Bloemen zijn kleiner, geel gekleurd en staan in tot 20cm lange brede pluimen in juli, bloemen van 2cm lang, bloemkroonlobben zijn sterk gefranjerd, iets geurend en min of meer geel gekleurd met oranje/gele vlekken en rood/bruine strepen en vlekken.

Doosvrucht is tot 30cm lang, zeer dun en rond.

Lijkt in groeiwijze op de vorige soort en vormt ook een brede gewelfde kroon.

Uit Japan en China wordt 8m hoog.

Yellow catalba, gele trompetboom.

Uit www.humanflowerproject.com

Catalpa speciosa, Warder. ex Engl. (fraai) Bladstelen zijn tot 15cm lang.

Grotere en lang toegespitste, ongelobde bladeren zijn eirond met hartvormige bladvoet, donkergroen en van onderen behaard.

De stevige twijgen zijn bruin.

Grotere bloemen die in kleine en weinig bloeiende opstaande pluimen van 15cm staan komen in juni/juli, bloemen van 4-6cm in diameter, wit met zwakke gele vlekken of strepen.

Vruchten zijn tot 40cm lang.

Verschilt van beide voorgaande soorten door de meer doorgroeiende stam en meer opgaande kroon, bij oudere bomen is het de schors die in kleine en tamelijk stevige platen afschilfert. Blijft iets smaller en waait minder snel scheef.

Uit Midden N. Amerika, wordt 40m hoog. Is beschreven in 1841.

Northern catalpa. Grootbloemige trompetboom.

De grootste levende Catalpa is op het gazon van Michigan State Capitol die geplant werd toen het Capitol was opgericht in 1873.

De oudste is 150 jaar oud op het kerkhof van Minster, St Mary’s Butts in de Engelse stad Reading, Berkshire.

Planten.

Ze wortelen oppervlakkig, maar groeien overal. Wel zijn ze windgevoelig door de grote bladen zodat er takken uit kunnen waaien. Ook strooizout moeten ze niet en luchtverontreiniging vinden ze niet prettig. De trompetboom is wel slecht te verplanten. Slaat vaak slecht aan doordat de wortels bij het planten beschadigd worden. Ze houden niet van zure gronden.

Vermeerderen door zaaien in februari met 15 graden, zaden 2 dagen laten voorweken, de cultivars door enten.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl