Aristolochiaceae

Geboortekruidfamilie, Osterluciegewassen.

Deze familie omvat kruiden of houtachtige kleine bomen of struiken, meestal zijn ze klimmend.

Bladeren staan verspreid. Bloemen zijn dikwijls zeer groot.

Bloemdek bovenstandig en vergroeid, vruchtbeginsel 3-6 hokkig, doosvrucht

De familie bestaat uit 5 geslachten en 400 soorten, de klimmende behoren voornamelijk tot de tropen. Ze zijn overvloedig in Z. Amerika en met Passiflora en Bignonia vormen zij een onneembare hindernis in het woud. Weinigen zijn er in N. Amerika, Tropisch Azië, M. Zeegebied en de N. gematigde zone. Een paar kruidachtige soorten worden in het noordelijk halfrond gevonden.

De structuur van de stengels van de houtachtige is bijzonder omdat ze geen concentrische ringen bezitten maar afzonderlijke, in de lengtegewijze plaatjes.

Hun voornaamste medische eigenschap is die om slangenbeten te genezen, een reden waarom ze in Tropisch Amerika de naam ontvangen hebben van guaco: genezing van slangenbeten. Men vertelt dat de Indianen de ergste slangenbeten zonder schade kunnen doorstaan omdat zij zijn guaconized, dat wil zeggen guaco hebben ingenomen. Sommigen zijn bitter, tonisch en stimulerend.

De Europese soorten, Aristolochia longa en Aristolochia sempervirens zouden dezelfde krachten bezitten.

De bloemen van de meesten ruiken onaangenaam en worden door vliegen bestoven.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl