Pinguicula

Over Pinguicula

Vetblad, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

mUit delta-intkey.com

Een geslacht van kleine en stengelloze kruiden met carnivoor eigenschappen.

Ondanks hun vreetgewoonte leveren ze mooie en lang gespoorde bloemen, soms zijn ze gevormd als een leeuwenbek.

Het zijn planten van natte of vochtige gronden en bezitten vezelachtige wortels.

80 soorten komen voor in het noordelijk halfrond, daarvan 12 in Europa, 9 in N. Amerika, ook langs de Andes tot Patagonia en verder in Azië.

Bladeren staan in een rozet en zijn breed, gaaf en zacht, de bovenkant is meestal kleverig, de randen vouwen zich meestal om als er een insect of iets dergelijks vast geplakt is.

Bloemen zijn wit tot purper en geel, alleenstaand aan kale stengels.

Enige soorten uit Mexico worden hier als warme kasplantjes gekweekt, zij hebben grotere bladeren en bloemen. De bloeitijd duurt maanden. De teelt in veenmos gaat zonder problemen. De meeste zijn vaste planten, enkelen eenjarig.

Lentibulariaceae, blaasjeskruidfamilie.

Sectie Micranthus.

=Pinguicula alpina, L. (uit de Alpen)

Kleine rozetten van zittende, elliptische bladeren.

Bloemen zijn 6-9mm lang en breed, roomwit met 1 gele vlek in de keel, bloemspoor is 2-3mm lang en breder dan lang, wat gebogen in juni/augustus Is veel kleiner dan het gewone vetkruid, waarop het verder gelijkt.

Groeit in de Alpen tot 2650m. hoogte op vochtige kalkgronden, verder in de Pyreneeën, Jura en Siberië.

Var. bimaculata Wahlenb. heeft 8-10mm lange witte bloemen met meestal 2 gele vlekken in de keel.

Alpenvetblad, Mountain, Alpine of white flowered butter wort. Alpen-Fettkraut.

Sectie Orcheosanthus.

Uit www.biolib.de

=Pinguicula moranensis Kunth (is verzameld door Humboldt en Bonpland in Mina de Moran, Mexico in 1799-1804) (Pinguicula caudata, Schlecht.) (gestaard)

Deze dient om in kassen met orchideeën zaadplantjes de zeer kleine vliegjes te vangen want hun larfjes kunnen de kleine zaailingen grote schade berokkenen.

Het heeft een opvallende eigenschap, ze produceert twee soorten van groei, de ene is het rustende type waarin smalle succulente bladeren zijn opgevouwen. Zo wordt een dicht rozet van bladeren gevormd die een paar cm in diameter zijn.

De andere vorm is het groeiende type waarin de volledig ontwikkelde bladeren 10cm lang en 5cm breed kunnen zijn. De lichtgroene bladeren hebben een donkere rand.

Uit Mexico is beschreven in 1817 door Alexander von Humboldt, Aim Bonpland en Karl Sigismund Kunth.

Mexicaanse butterwort, Mexican long spurred butter wort. Geschwnzte Fettkraut.

Sectieinguicula.

Uit J. Sowerby.

=Pinguicula grandiflora, Lam. (grote bloemen)

Zittende bladeren zijn eivormig/langwerpig en 3-4cm lang, 1-1.5cm breed met klierachtig behaarde achterkant.

Bloemen zijn 28-35mm lang en breed, violet/purper met witachtig behaarde keel, meestal een rechte spoor die langer dan breed is en stomp in juni/augustus.

Uit de Pyreneeën en W. Alpen, wordt 10-15cm hoog.

Iers vetblad, large flowered of Irish butter wort. Grossblatige Fettkraut werd in1789 door Jean-Baptiste de Lamarck voor het eerst beschreven.

Uit O. Thome.

Pinguicula vulgaris, L. (gewoon of vulgair)

De zittende, eironde tot elliptische, geelgroene bladeren zijn gaafrandig en naar boven gebogen en bezet met klieren die een kleverig vocht afscheiden. Kleine insecten worden gevangen doordat de randen zich naar elkaar toe buigen en het dier naar het midden van het blad schuiven.

De bladeren staan in een rozet. Uit het midden ontspringt een mooie fijne blauwe bloem die in het midden gevlekt is met 2 witte vlekken of lijnen, aan de achterkant een priemvormige spoor die tamelijk recht is, de helft korter dan de bloemkroon in mei/juli. De bloemen van het vetblad gloeien en sprenkelen te midden van vochtige bladen met diep violet of saffier in juni.

Vetblad groeit op vochtige moerassige gronden, ook van ons land.

Vermeerderen door zaad.

Uit Europa, Siberië en N. Amerika, wordt 5-15cm hoog.

Naam, etymologie.

De eerste vermelding van vetblad is botanische literatuur is getiteld Zitroch chrawt oder smalz chrawt (zitroch’s kruid) door Vitus Auslasser in zijn medisch werk uit 1479, ‘macer de Herbarium,’ De naam Zittrochkraut wordt nog steeds in Tirol gebruikt. In 1583 onderscheidde Clusius al 2 vormen in zijn Historia stirpium rariorum per Pannoniam, Austriam: een blauw bloeiende, Pinguicula vulgaris, en een witbloeiende, Pinguicula alpina. Linnaeus voegde Pinguicua villosa en Pinguicula lusitanica toe toen hij Species Plantarum in 1753 publiceerde.

(Dodonaeus) (a) ‘Pinguicula Gesneri.’

Gessner noemde het gewas zo naar het vetglanzende uiterlijk, ‘propter pinguia et tenera folia.’ Dit woord is genomen van het Latijnse pinguis: vet. Franse pinguicula, Italiaans pinguicula.

Dodonaeus (b) ‘De Engelse noemen het butterwort en ook in het Latijn Butyri radix, als of men zei smeerwortel omdat de wortel vol vetheid is als smeer of boter daar ze de kloven van de koeienspenen of uiers mee genezen.’

In overeenstemming daarmee had de plant reeds in de 15de eeuw de naam Schmeerkraut in Tirol Schmalzkraut in Duitsland, Schmalzblattle, ook Blaues Fettkraut, Zwitsers Schmussblettli, onze vetblad of smeerblad, naar zijn kleverige bladeren. Frans grassette, van grass: vet, langue dկi; ganzentong, Spaans grassila. Engels butterwort of –root, Butterwurz in Ulm, Butterwort of Butterschmeerwurz, butterwortel, omdat met behulp van het blad dezelfde verandering in de melk teweeggebracht wordt als met toevoeging van stremsel of leb.

Dodonaeus ‘Sommige noemen het Cucullara.’

Kievitsvet, Duits Kiwitsfett. Kiwitzfettkraut.

Dodonaeus (d) ‘Sommige noemen het Crias Apuleij en andere Dodecatheon Plinij omdat het bladeren heeft als sla, doch niet altijd zeven zoals het Dodecatheon plag te hebben. Clusius twijfelt of het de Lingua of Lingulacea Plinij zou mogen zijn. Men houdt het voor geschikt om de wonden te genezen en vooral de breuken van de jonge kinderen, dan vele durven het bij geen ledematen te doen omdat het de wonden laat tranen en het lidwater aftrekt. Dezelfde Engelsen noemen het ook whijt root om dat het de schapen laat sterven die daarvan eten.’.

Sheeproot wordt het plantje in het Engels genoemd omdat als het gebonden wordt op een ploeg de schapen er dik van worden. Meer waarschijnlijk heet het sheeprot omdat het ziekte bij schapen zou veroorzaken, dit is een ziekte die voorkomt waar de plant groeit.

(e) Door die kleverigheid worden kleine insecten vastgehouden en verteerd. Het zijn alpine soorten die als wondgenezer werden gebruikt, Heillblattl. Verder Stierkraut, Zittrachkraut, het bewegen, Zwitsers Flugefanger, Kreuzerbluemli, Mosanken.

(f) Engelse bog violet, earning grass, eccle grass, rot grass, steep grass en Yorkshire sanicle.

Gebruik.

In Lapland heet de plant tat grass. Over de taaie bladeren wordt de vers gemolken rendiermelk gegoten waarna er een eigenaardige taaie dikke massa ontstaat die de kwaliteit van de melk verbetert. Dit is de tatmioelk of tatmiol van de Laplanders.

Deense meisjes zouden het sap gebruikt hebben als een haarpommade.

Door de herders in de Alpen werden de bladeren aanbevolen, die het vette sap van de bladeren gebruiken, om er de spenen van hun dieren mee in te wrijven om zo de kloven te genezen, is goed voor de huid. Het werkt gunstig en wordt gebruikt als antiseptisch middel, ook als slijmoplossend middel bij longziektes.

Pinguicula lusitanica uit J. Sowerby. Een kleine vorm, vormt rozetten van 3-5cm doorsnede.

Meerjarige plant die soms na een groeiseizoen afsterft.

Kleine roze bloemen met een geel hart.

Pale butterwort groeit in moerasgronden van west Schotland en Ierland door Tot Iberisch schiereiland en noordwest Afrika. Pale butterwort.

Folklore.

Het vetblad is een magische plant op de Schotse eilanden. Als je koeien het vetblad aten waren ze vrij van elfenpijlen. Ook beschermt het butterwort de mensen tegen heksen en elfen. De volgende legende gaat over de kracht van de plant.

In een huis waren 2 vrouwen de wacht aan het houden over een pasgeboren baby om er zeker van te zijn dat ze niet verwisseld zou worden door elfen. Twee elfen kwamen toch bij de wieg. ‘We namen haar mee’ zei de een, ‘doen we niet,’ zei de ander, ‘dat kunnen we niet, zijn moeder at boter van een koe die het butterwort heeft gegeten.’

Vrouwen in Yorkshire zalven hun kin ermee in als ze gebeten zijn door een of ander venijn of door iets ander gemeens verwond zijn.

Planten.

Groeit in kalkarme, veenachtige grond op moerassige en tamelijk zonnige plaatsen.

Vermeerderen door zaaien.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl