Laportea

Over Laportea

Struiknetel, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Nam, etymologie.

Laportea is genoemd naar Francis L. de Laporte, entomoloog van de 19de eeuw.

Uit plantillustrations.org

Een geslacht van meerjarige kruiden, struiken, 1-1.5m. De struikvormige worden nu in het geslacht Dendrocnide geplaatst.

Een paar soorten worden gekweekt vanwege de mooi gekleurde vruchten.

40-50 soorten komen voor die wijdverspreid zijn, meestal in tropische landen, L. canadensis bereikt Canada.

Ze zijn voorzien van brandharen.

Bladen staan afwisselend, vaak groot en verschillend gekleurd en meestal getand.

Bloemen staan in losse groepen, klein en onaanzienlijk.

Urticaceae, brandnetelfamilie.

Laportea decumana, Wedd. (verbazend groot) is een kruid van een meter hoog.

De plant komt verwilderd voor maar wordt op de Molukken wel geplant vanwege zijn gebruik. Als de Ambonezen zich onbehaaglijk voelen door stramheid of stijfheid ten gevolge van vermoeienis of bij sterke jeuk, dan laten zij zich het lichaam met de bladeren slaan of bestrijken, niet wrijven. De bestreken plaats wordt dadelijk rood en er ontstaan talrijke bultjes. Pijn of brand veroorzaakt deze bewerking niet en de bobbeltjes verdwijnen binnen een half uur. De vrouwen zijn aan deze kuur zo gewend dat ze zich inbeelden niet wel te zijn, als ze dit niet 1 of 2 maal per week hebben meegemaakt.

Uit de.wikipedia.org

De bastvezels van Laportea canadensis, Wedd. (uit Canada) zijn gebruikt vanwege zijn vezels, gelijk als die van Boehmeria.

In Duits Kanadische Hanfnessel of Strauchnessel, Engelse Canadian wood nettle.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl