Trametes
Over Trametes
Elfenbankje, vorm, paddenstoelen, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Polyporaceae, buisjeszwammen. Deze groep kenmerkt zich door het feit dat het sporendragende gedeelte, dat meestal aan de onderkant van de vruchtlichamen zit, geen lamellen of plaatjes vertoont maar je vindt daar gaatjes of poriën dat niets anders is dan de uitmonding van zeer dicht aaneengesloten buisjes. Bij sommigen zijn de poriën wijd en hoekig zodat ze min of meer aan een honingraat doen denken, bij anderen zo fijn als speldenprikken en alleen met een loep goed zichtbaar.
De boleten zijn in ons land de meest voorkomende paddenstoelen.
Ze zijn echte kosmopolieten en je vindt ze in alle streken, het meest en in de fraaiste vormen in de tropen maar ook in het hoge noorden.
Ze spelen in de natuur een belangrijke rol. Sommige soorten groeien op afgestorven stammen en takken en bevorderen zodoende de omzetting tot humus, andere daartegen zijn parasieten en tasten gezonde bomen aan. Omdat deze laatste de bomen vermoorden en het hout waardeloos maken zijn het geduchte vijanden van het bos.
Naam, etymologie.
Trametes; dun, naar de geringe sterkte van de hoed.
Ze groeien als saprofyt op dood hout.
Een geslacht van middelgrote en zeer verspreide sporenpaddenstoel.
Een kenmerk is dat er geen scheiding is van vlees en de schijnbaar in het vlees gezakte poriën. Het vlees is witachtig. De bovenkant heeft meestal zones en als ze ouder worden komen er vaak door algengroei groenachtige plekken op.
Ze groeien zonder steel en groeien schijf tot halfcirkelvormig uit het hout.
De meeste soorten komen algemeen voor in Midden Europa en groeien meerjarig of dood loofhout, soms op coniferen.
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
Trametes gibbosa Fries. (bultig) heeft een eenjarig vruchtlichaam die halfrond schotelvormig is.
De hoed is 10-20cm lang en 5-15cm breed, 1-4 cm dik. De bovenkant is golvend, soms gezoneerd en aan aanhechtingszijde met een dikke bult, fluwelig-viltig tot kaal, gelig-bruin en vaak groen door algen, met een scherpe, gekerfde, wittige tot bruine rand.
Vlees is taai, elastisch en wit tot crème.
Groeit op stronken en stammen van loofbomen in Eurazië.
Witte bultzwam.
Uit commons.wikimedia.org
Trametes hirsuta (Wulf. ex Fr.) Pilát. (behaard, ruig) heeft een eenjarig vruchtlichaam die waaier- tot rozetvormig is.
Hoed is 3-10cm lang en 2-6cm breed en 5-10 mm dik. Bovenzijde is concentrisch gezoneerd, borstelig tot harig-viltig met witachtige tot okergele en geelbruine zones die vaak door algen groen zijn, een scherpe, gekerfd-gewimperde rand.
Vlees is kurkachtig, elastisch taai en witachtig tot crème.
Groeit op stronken en takken van loofbomen in Eurazië.
Ruig elfenbankje. Striegelige Tramete, hairy bracket.
Trametes multicolor (Schaeffer) Jülich (vele kleuren) heeft een eenjarig vruchtlichaam die halfrond tot waaier- of vlak is en meestal in groepen in rijen of dakpansgewijs groeit.
Hoed is 2-5cm lang en 1-4 cm breed, tot 15 mm dik. Bovenzijde golft, concentrisch gezoneerd en fijn dicht viltig met grijswitte, grijs-okerkleurige tot gelig- of oranjebruine zones, met een scherpe, grijsviltige tot bruinig en kaal wordende rand.
Vlees is dun, kurkachtig taai, wit.
Groeit op stronken en stammen van loofbomen op voedselarme of voedselrijke bodem.
Gezoneerd elfenbankje, zeldzaam.
Uit; http://www.first-nature.com/fungi/trametes-ochracea.php
Trametes ochracea Gilb. & Ryvarden. (okergeel) de goed is niet zo gevarieerd als die van versicolor, donkere tot lichtere ringen.
Halfrond of schelpvormig, 1.5-5cm die overlappen in lagen zodat ze veel grote massa kunnen vormen. Fijn dons of harig aan de bovenkant en breed bevestigd aan het substraat. Rozetten worden op stompen of horizontale vlaktes gemaakt.
Gezoneerd elfenbankje.
Groeit op staand en dood hout van bladverliezende bomen, vooral beuk en eik.
Uit tidcf.nrcan.gc.ca
Trametes pini, Britzelm.,(op den of pijn) Kiefernbaumschwamm. (=Phellinus pini)
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
=Trametes suaveolens Fries. (zoet geurend) (Polyporus suaveolens, Fries, (Boletus) het vruchtlichaam is eenjarig en dik kussen- tot consolevormig.
Hoed van 2-12cm breed en 2-8cm lang, 2-4cm dik, de bovenkant is fluwelig-viltig, witachtig crème tot okerbruin met een stompe rand.
Vlees is kurkachtig, taai en wit, geurt naar anijs.
Groeit op stammen en knotbomen in wilgengrienden en moerasbosjes.
Naam.
Anijskurkzwam, Duits Anistramete, Lorchenschwamm, Veilchenschwamm of Weidenschwamm.
=Trametes versicolor, Quel. (verschillend gekleurd) is het elfenbankje.
De meestal in groepjes geplaatste vruchtlichamen zijn aan de bovenzijde fluwelig en met concentrische zwarte, olijfgroene en oranje banden getooid. Aan de onderzijde zijn ze sneeuwwit van kleur en groeien aan 1 kant van de stam, 3-8cm breed en 2mm dik.
Groeit het hele jaar door en is een zeer algemene eenjarige saprofyt op stronken en takken van loofbomen. De vruchtlichamen groeien aan één zijde van de stronk of tak.
Komt vrijwel over de hele wereld voor.
Naam.
(Dodonaeus) ‘In Hoogduitsland heten deze aanwassen aan bomen Schwemme, in het Grieks ook Mycetes, dan tot onderscheidt van de voor beschreven soort van kampernoelies worden ze in het Latijn Fungi arborum of Fungi arborei, dat is boomkampernoelies genoemd’.
Gewoon elfenbankje, Turkey tails, Duits Schmetterlingstramete.
Dodonaeus ‘Al deze soorten van boomkampernoelies of zwammen worden voor schadelijk gehouden om van binnen in het lijf te nemen. Maar Nicander zegt dat vooral diegene die aan de olijfbomen, steenpalmen en eikenbomen groeien dodelijk zijn.
Dan ze worden als ze droog zijn gebruikt om in plaats van lonten en andere vonken te strekken om het vuur er mee te ontsteken en te laten branden’.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/