Centrosema

Over Centrosema

Butterfly pea, vorm, kruiden, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.

Uit E. Verreaux.

Centrosema. De naam Bradburya van Raffinesque uit 1817 is ouder dan deze van Bentham uit 1838, maar die behoort tot de nomina conservanda.

Windende of klimmende kruiden waarvan er 1 soms gekweekt wordt.

Geveerde, 3-7delige bladeren.

De opvallende bloemen staan in de oksels, wit tot roodachtig en vlinderbloemig.

30 soorten komen voor in Tropisch Amerika en 2 in de Amerika.

Fabaceae, vlinderbloemige.

Centrosema virginianum, Benth. (uit Virginia)

Hele plant is fijn behaard.

Oneven geveerde bladeren met 3 eivormige tot lancet/lijnvormige glanzend groene, spitse, gewimperde en sterk generfde blaadjes.

Klimmende stengels.

Licht violette, okselstandige bloemen staan met 1-4 bijeen in juli/augustus.

Uit Virginie tot Florida, Arkansas en Texas wordt 100-150cm hoog. Is beschreven in 1732.

Albiflorum’, is de witte vorm. En de roze ‘Rosea.’

Een winterharde klimmer die het eerste jaar al van zaad bloeit.

Naam, etymologie.

Centrosema, Grieks kentron: spoor, sema: vlag, naar de bloemvorm. Engelse spurred butterfly pea, wild blue vine.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl