Iberis
Over Iberis
Scheefkelk, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.
Een geslacht van een-, twee- en meerjarige, soms halfheesters.
50 soorten komen voor in dit geslacht die groeien in Z. Europa, W. Azië en N. Afrika. De meeste Iberis soorten stammen uit het M. Zeegebied.
Allen zijn laag groeiende planten, meestal glad en soms wat harig.
Bladeren staan afwisselend en zijn soms vlezig.
Bloemen staan in een eindstandige tros, wit of purperachtig met bloei in het voorjaar.
Brassicaceae, kruisbloemenfamilie.
1. =Iberis amara, L. (bitter) Bladen zijn lancetvormig, wat getand en glad.
Door vanaf eind april tot in juni te zaaien is er bloei van juli tot in september. Kan in het najaar gezaaid worden voor bloei in mei, moet dan wel in de winter beschermd worden.
Peul is rond.
Houdt van zon maar kan toch ook tegen enige schaduw.
Het is de eenjarige wit bloeiende, bittere scheefbloem van 30cm hoog uit Midden en Zuid-Europa.
Vormen.
De bittere scheefbloem heeft uitsluitend witte vormen waarvan de zogenaamde hyacintbloemige ‘Iceberg,’ de bekendste is, zuiver wit en extra groot.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Dit kruid weten we in onze taal geen andere naam te geven dan de Griekse Iberis en Cardamantice.’
Iberis, Dioscorides had de scheefbloem de naam Iberis gegeven omdat hij aannam dat het gewas uit Iberia stamde wat de Romeinse naam voor Spanje was, de Spaanse bloem. Duitse die Iberpflanze, Franse l’eberide, uit Iberia.
Dodonaeus (b) ‘Galenus en sommige andere met hem noemen het Lepidion. Plinius heeft het in het Latijn Hiberis genoemd en Nasturtium silvestre en insgelijks ook Lepidium. Daar is nochtans noch een ander Lepidium met bredere bladeren bij Plinius. Sommige zijn van mening dat dit tegenwoordige kruid de Grias zou mogen wezen daar Apuleius in het 40ste kapittel van vermaant en zegt dat het zeer goed is om alle jichtachtige pijnen en smarten aan hun handen en voeten te verzoeten en te verdrijven. Nochtans heeft Fuchsius de koekoeksbloem voor de echte Iberis gehouden of, als andere zeggen, Iberis Fuchsii is de wilde kers van Lobel en is bij de koekoeksbloemen beschreven. Men noemt deze tegenwoordige soort Sciatica (jicht) kers of wilde kers, in het Hoogduits Wilder Kresz, in het Italiaans nasturto salvatico, piperite, iberide en lepidio. Lobel noemt het ook Lepidium herbula en Iberis Cardamancice (ischialgie kers). In Engeland heet ze ook sciata kres en wilde kresse, in Frankrijk cressom sauvage en anders ook nasitort sauvage, in het Spaans mastuerco salvage of mastuerco montesino. Het is ook het eerste Lepidium Iberias van Paulus Egineta, in het Latijn Lepidium primum Pauli Aeginetae.’
(c) Opvallend aan de bloemen zijn de vier bloembladen waarvan er twee groter zijn dan de anderen zodat de bloem scheef lijkt te zijn, vandaar scheefbloem en het is bitter, Duitse Bittere Schliefenblume. Bitterer Bauernsenf. Franse thlaspi of iberide. Symbool van onverschilligheid.
(d) Bij Gerard was dit gewas bekend als Thlaspi candiae omdat het in Candia (Kreta) groeide, (zie onder) vandaar de Engelse naam bitter candytuft, sciatica cress, wild of rocky candy tuft en wordt soms wel clownճ mustard genoemd, de Spanjaarden noemen het carraspique.
(e) “Sommige zeggen dat de wortel alleen om de hals gehangen of bij ons gedragen de tandpijn verdrijft net zo goed als de wortel van peperkruid en daarom is dit kruid, zeggen ze, in het Frans chasserage en passerage genoemd omdat ze de pijn en dolheid van de zwerende tanden verdrijven, maar tot dat doel is het beter dat men het kruid zelf of de wortel kauwt en een tijd lang in de mond houdt en steeds spreken en uit spuwen.’
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘De wortels van Iberis, zegt Dioscorides, zijn verwarmend, ja brandend van aard en worden nuttig met gezouten varkensvet papvormig of pleistervormig vermengd op de heup gelegd van diegene die jicht of heupjicht hebben en er vier uren lang opgelaten want daardoor zal de pijn verschieten en vergaan, te weten als men terstond nadat men het kruid er af neemt in een badstoof gaat en daarna de plaats zelf met wat wol die in olie nat gemaakt is bestrijkt wat van Democrates met ettelijke gedichten uitvoeriger verklaard is geweest zoals blijkt in het 9de boek van Galenus ‘De Medic.secund. locos.’
5. Uit Redoute.
Iberis sempervirens, L. (altijd levend) Smal langwerpige tot omgekeerd eivormige bladeren zijn vlak en stomp en gewimperd, 1.5-3cm lang en 0.5cm breed.
De altijdgroene, vrij sterke en dikke blaadjes worden in mei ondergesneeuwd door trossen helderwitte bloemen, geeft de winter weer terug in de tuin, 2-3cm grote trosjes met violetkleurige meeldraden, kelkblaadjes zijn eivormig en wit vliezig gerand in mei/juni.
Eivormige en breed gevleugelde vruchtjes zijn diep ingesneden met spitse lobben in trossen
De scheefbloem is een halfheester die een ronde toef vormt met liggende tot opstijgende, houtige takken die sterk vertakt zijn, bloeiende stengels zijn niet vertakt.
Uit Z. Europa en Klein Azië, wordt 15-30cm hoog. Is beschreven in 1731.
Var. concolor (eenvormig gekleurd) verschilt door de geheel witte meeldraden.
Var. grandiflora verschilt door de forsere groeiwijze en grotere bloemen. Hiertoe behoren de vormen.
‘Magnifica,’ verschilt door de meer gedrongen groeiwijze en meer spatelvormige bladeren en veel grotere bloemen.
‘Superba,’, de ‘Glocon de neige,’ ’’Schneeflocke’ of sneeuwvlok, verschilt door de grotere trossen van grotere en zuiver witte, iets later komende bloemen. ‘snowflake.’
Var. nana, de ‘Weisser Zwerg, ‘'van Arends of ‘Little gem, ‘wordt 10-15cm hoog groeit gedrongen met kleine bloemtrosjes, vorst gevoelig.
Var. pleniflora heeft dubbele witte bloemen.
Var. variegata heeft geelachtig wit gerande bladeren.
De scheefbloem wordt gebruikt voor rotstuinen en randen en houdt van droogte en zon, niet zo van onze winters.
Scheefkelk, evergreen Candy tuft. L’ebris toujours vert.
6. Uit Favourite flowers of garden and greenhouse met Lobularia maritima.
Iberis saxatilis, L. (op steenachtige grond groeiend) Lijnvormige, half cilindrische, dikke en spitse bladeren zijn donkergroen, onbehaard en wat gewimperd.
Zodenvormende plant met liggende en sterk vertakte stengels, behaard, bloeiende stengels eindstandig en niet vertakt.
Witte bloemen staan in dichte, 2-2.5cm lange trosjes met witte meeldraden in mei.
Vruchtjes zijn eivormig en breed gevleugeld met ingesneden top, stompe lobben.
Uit Z. Europa wordt 5-10cm hoog. Is beschreven in 1739.
Var. rubella met lila/roze bloemen.
Var. thymifolia verschilt door de lijn/lancetvormige, spitse en tijmvormige gewimperde blaadjes.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Dit geslacht van wilde kers is hier te lande Thlaspi Candiae genoemd, dat is in onze taal wilde kers van Kreta, dan de echte Latijnse naam is Arabis en Draba, de Griekse Drabe of Arabis als men de letter Δ in A verandert, Plinius noemt het Dryophonon in het 9de kapittel van het 27ste boek. De tegenwoordige Draba is nu in de hoven van deze landen algemeen genoeg wiens onderste bladeren gekerfd zijn als een zaag, maar de bovenste die aan de steel staan zijn smal en niet of immers niet zo zeer geschaard en daarom noemt Lobel het Thlaspi Candiae umbellatum folio Iberidis en diergelijk gewas of een medesoort er van noemt Clusius Thlaspi Allobrogicum Cretico par die in Savoie groeit en in alles op de Kretische Thlaspi lijkt, maar de bloemen zijn sneeuwwit en zulks is Thlaspi umbellatum arvense Iberides.’
Rocky Candy tuft, Duits Felsenschleifenblumen, Frans ibris des rochers.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus)’Dioscorides schrijft dat dit droog zaad bij de spijs gemengd plag te worden in plaats van peper, maar meestal in het landschap van Cappadocië.
Hij zegt ook dat het kruid daar met Ptisana of gepelde gerst gekookt wordt en dan zeer goed is om de rauwe of onrijpe taaie slijmerigheden die op de borst liggen te rijpen, los te maken en uit te leiden.’
8 Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.
Iberis gibraltarica, L. (van Gibraltar) Bladeren zijn 2-5cm lang en gaafrandig, de top soms iets getand, gesteeld, dik en donkergroen, aan de top wat getand.
Dicht vertakt plantje met opstijgende en onderaan verhoute, vertakte en bebladerde stengels, bloeiende stengels zijn vertakt.
Bloeit in juni met wit met lila in 4-5cm grote tuilen.
Vruchtjes in een tul, eivormig en gevleugeld, ingesneden met spitse lobben.
Een zachte plant die van een beschutte standplaats houdt, gewoonlijk kweekt men het als tweejarig en laat de jonge planten in de bak overwinteren.
Komt ook uit Z. Europa. N. Afrika, wordt iets hoger dan de vorige soort, 20-30cm. Is beschreven in 1732.
Gibraltar candy tuft, Frans Ibris de Gibraltar.
9. Uit J. Kops, www.BioLib.de.
=Iberis umbellata, L. (schermvormend) Wordt een 30 cm groot.
Bloeit in juni/augustus en als tweejarige in mei. Zaai die dan in september en bedek ze tegen de winter.
Van de schermscheefbloem zijn ook gekleurde vormen, van wit overlopend in roze tot rood en purper.
Uit Z. Europa is beschreven in 1596.
Naam.
Schermscheefbloem, Frans iberis, tabouret lilas. Een kruisbloemige met scherpe smaak, Duits Bauerssenf, Engels globe candy tuft, clown’s mustard en onze schermscheefbloem. Lobel: ‘Thlaspi van Kreta met kroontjes. In Latijn Thlaspi Candiae umbellatum Iberidis folio.’
10. uit www.floravascular.com
Iberis carnosa Wildd. subsp. carnosa Moreno (vlezig) (Iberis petraea, Jord. (van de rotsen) Iberis tenoreana, DC. (M. Tenore, Italiaanse botanicus, 1780-1861)
Lang spatelvormige bladeren zijn dik en wat getand.
Opgerichte stengels, bloeiende stengels zijn niet vertakt.
Zacht roze tot witte bloempjes staan in tuilen, kelkblaadjes zijn vliezig gerand, bloemsteeltjes korter dan de vruchtjes in mei/juni.
Eironde vruchtjes zijn breed gevleugeld en ingesneden met spitse lobben, in tuilen.
Uit Spanje, Italië en Portugal, wordt 5-10cm hoog. Is beschreven in 1820.
Tenore’s of dwarf Italian Candy tuft, Frans l’Ibris de Tnore.
Planten.
Vermeerderen door te zaaien bij 20 graden.
De vaste planten scheuren in het voorjaar of stekken in mei/september met geen of ibz 0.2.
Combineer de bloemen met Aubrieta, Alyssum, Cerastium en Phlox.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl