Pachyphytum

Uit M. Eaton.

Succulenten die stengelloos zijn en min of meer vertakt met zeer dikke bladeren die afwisselend langs de stengel staan.

Bloemen alleenstaand of trosvormig. Meestal zijn ze roze/rood en omgeven door grote kelkbladeren.

Een 7 soorten komen uit Mexico. Moonstones of maanstenen naar het rotsige landschap waar ze in groeien.

Crassulaceae. Nauw verwant aan Cotyledon.

=Pachyphytum bracteosum, Klotzsch. (met vele schutbladen) Een stamvormende plant van 10cm hoog met een dicht rozet van spatelvormige en eironde blaadjes die hard blauwachtig en met een dikke grijze waslaag zijn bedekt, 7cm lang en 2cm breed aan de top, ze lopen smal toe naar de basis.

Rode klokvormige bloemen staan in een aar op een halve meter lange stengel in april.

Uit Mexico.

Naam, etymologie.

Pachyphytum komt van Grieks pachys: dik, phytum: blad, dik blad, in het blad wordt water opgeslagen om de droge tijd door te komen.

Silver bracts. Maanstenen.

Uit pachyphytum.de

Pachyphytum hookeri, (Engelse botanist sir William Hooker, 1785-1865, eerder directeur van de Botanical Gardens) Heeft een forse stam met daaraan vrijwel cilindrische bladeren met iets afgevlakte bovenkant en een doorschijnende punt.

Hierboven verschijnen de felrode bloemen met gele slippen in dichte trossen.

Uit Mexico wordt 60cm hoog.

Uit seniorennet.

Pachyphytum oviferum, Purpus. (eieren dragend) Lage stammetjes met een rozet van vlezige omgekeerd eivormige of ovale blaadjes van 4cm lang en 2cm dik die geheel grijs/wit bepoederd zijn.

Kleine bloeiaar met karmijnrode, klokvormige bloempjes met witte kelkblaadjes in mei/juni.

Uit Mexico. Eitjeswasblad, vorm van de bladeren.

Planten.

Vermeerderen door zaaien en bladstek.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl