Swietenia
Over Swietenia
Mahonie, vorm, bomen, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
mUit A. Ypey, www.BioLib.de.
Een geslacht van bomen, waarvan 1 het mahonie hout levert.
3 soorten komen voor in Tropisch Amerika, 20-45 met een stamdoorsnede van 2m.
Bladeren zijn gelijkmatig verdeeld en zeer glanzend, 3-6 deelblaadjes tegenoverstaand, gesteeld en ovaal, 10-30cm.
Bloemen zijn klein en staan in okselstandige trossen.
Meliaceae, mahoniefamilie, bidboomfamilie.
Swietenia mahagoni, Jacq. (mahoniehout) De bladeren staan dicht opeen aan de top van korte twijgen en zijn even geveerd met 4‑8 gesteelde blaadjes.
Aan het eind van de takken en uit de bladoksels verschijnen de bloempluimen met groenachtige bloemen.
Dit is een grote boom, 30-35m., waarvan de stam wel ondersteund wordt door plankwortels. Een boom met een grauwe en diep gegroefde schors.
Mahonie is afkomstig uit Jamaica en Tropisch Amerika.
Is beschreven in 1734.
De bittere bast werd net zo gebruikt als die van de kininebast.
Naam, etymologie.
Swietenia is zo genoemd naar de Hollandse botanist van Swieten, 1700-1772. De middelbare tuinbouwschool te Frederiksoord is ook naar hem genoemd.
Magagony is gemaakt van 2 Hindoe/Sanskriet basiswoorden Maha+Gony, wat groot (maha) en kwaliteit betekent (gony). In Jamaica mohogeney, Braziliaanse mahogany en kwam in Engeland aan in 1670 aan als mohogeney. Door Linnaeus, 1762, werd het definitief als mahagoni in de botanische spraak opgevoerd. West Indian mahogany, mahonie, Duits Westindisches Mahagoni. Het is mooi stabiel hout waarmee meubels te maken zijn die niet in een andere houtsoort te maken zijn (de favoriete houtsoort van Chippendale en zijn navolgers). Toen het eenmaal een grote reputatie had ontstond de praktijk om elke min of meer rode houtsoort te verkopen als “mahonie” met een voorvoegsel. Dat voorvoegsel bepaalt dan met welke vorm je te maken hebt.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl