Scheuchzeria

Over Scheuchzeria

Veenbloembies, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

1 soort.

Scheuchzeriaceae, zoutgrassen, nu Alismatales.

Scheuchzeria palustris, L. (moeras bewonend) Bladen staan afwisselend en zijn half cilindrisch.

Stengels opgaand en onvertakt.

Het draagt in juli een tros van geelgroene bloemen aan een wuivende stengel die ongeveer 15cm hoog is.

Meerjarig.

Vanwege zijn blad is het nauw verwant met de russen.Is zeer zeldzaam en groeit tussen het mos in Noordelijke gebieden.

Er zijn 2 subspecies die niet door alle botanisten apart gehouden worden. Scheuchzeria palustris subsp. palustris. Noord en Oost-Europa, noord Azië. Scheuchzeria palustris subsp. americana (Fernald) Hultén. (uit N. Amerika).

Naam, etymologie.

Scheuchzeria, naar Johann Jakob Scheuchzer 1672-1733, die een natuurgeschiedenis van Zwitserland heeft geschreven.

Linnaeus noemde de plant zo naar de twee Scheuchzers, de ene die ontzettend goed was in Alpine planten en de ander in grassen.

Nederlands veenbloembies, Duits Moorbinse, Blumenbinsen of Spinnling.

Frans en Engels scheuchzeria, Engels Rannoch rush naar zijn voorkomen in Rannoch Moor in Schotland.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl