Sibthorpia

Uit L. Watson.

Klimmers en meerjarige kruiden die vaak wortelen aan de knopen.

Bladen staan afwisselend of in kransen en zijn gesteeld.

Bloemen zijn geel, geelachtig/roze of rood, alleenstaand of in trossen.

Een 7 soorten in O. Europa, Tropisch en N Afrika, bergen van India en Z. Amerika.

Met Verbascum bloem.

Scrophulariaceae, helmkruidfamilie.

Sibthorpia europaea, L. (uit Europa) Bladen zijn rond en klein, 7-9 lobbig, gekarteld/gelobd, lang gesteeld en behaard.

De alleenstaande kleine bloemen staan aan vrij korte steeltjes, de 2 bovenste lobben zijn geelachtig en de 3 laagste roze in juni tot september.

Een klimmende meerjarige met zeer dunne en harige stengels, wortelend en behaard.

Groeit in dichte en vochtige bossen, langs beschaduwde waterkanten.

Komt uit Cornwall en West Frankrijk.

Var. variegata verschilt door de wit/bonte blaadjes.

‘Aurea’ met geelachtige tot geel/bonte blaadjes.

Naam, etymologie.

Sibthorpia is zo genoemd naar Dr. John Humphrey Sibthorp, professor in de botanie te Oxford waar hij Dillenius opvolgde, 1758-1796.

Engelse creeping sibthorpia, sibthorpia money wort, Cornish money wort, komt voor in Cornwall.

Planten.

Planten in humus houdende grond op vochtige en beschaduwde plaatsen.

Zaaien en scheuren in het voorjaar, of door afleggen.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl