Dracunculus

Over Dracunculus

Drakenwortel, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Grappige bolachtige planten die soms onder glas gekweekt worden.

Deze planten hebben interessante draak-vingerige bladen en een verschrikkelijke geur als ze in bloei staan.

Vaak worden ze door bollen handelaren verkocht onder de naam Arum dracunculus, de oude naam van Linnaeus. Engler zet ze in een eigen geslacht. Er is verschil in de plaatsing van de zaden en verder in de bladeren, die van Arum zijn altijd pijlvormig.

Er zijn maar 2 soorten. Dracunculus canariensis komt voor op de Canarische eilanden.

De meest gewone is een bijzondere, meer een opwindende plant. Het is de moeite van het kweken waard ofschoon zijn stank niet zo erg is als die van Helicodiceros (die als Arum crinitum verkocht wordt). Die maakt het huis waar het in bloeit onverdraaglijk.

Araceae, Aronskelkfamilie.

Dracunculus vulgaris, Schott. (vulgair of gewoon)

De slangenaron heeft zeer aparte en slangachtig, donker gevlekte stengels en voet of handvormige bladeren.

De bloem is een trechterachtig omhulsel, 20-50cm groot, aan de binnenkant bruinpurper, vaak ingerold bij het onderste gedeelte en bijna vlak aan de bovenkant met een gegolfde rand. De bloeikolf is vlezig, verspreid en heeft een lang, bloemloos, donkerpurper eindgedeelte dat boven de spatha uitsteekt. De mannelijke en vrouwelijke bloemen worden maar door een klein aantal onvruchtbare bloemen van elkaar gescheiden. De vruchten zijn oranjerode bessen.

Een klein draakje, met draakachtig gevormde bladeren en een verschrikkelijke geur als die bloeit, de stank van zwavel en verrotte eieren.

Het is een aparte en opwindende plant, als die voor de aardigheid gekweekt wordt in de kamer zal elke bezoeker zijn komst in dit vertrek nog lang heugen.

De bladen en bloemen worden wel afgebeeld op ornamenten en in de beeldhouwkunst.

Uit Z. Europa tot Bulgarije ,is beschreven in 1548. De hoogte is 60-100cm.

Naam, etymologie.

Dracunculus; draakachtig, bij de Grieken betekent het ook slangachtig.

De kleine soort is Arum italicum. Deze grote soort zou veel in Duitsland en ook hier groeien.

(Dodonaeus) (a) ‘Deze kruiden worden gewoonlijk in het Grieks Dracontion en Dracontia genoemd en in het Latijn soms ook wel Drancunculus. Valerius Cordus noemt het Dracunculus polyphyllos en Luph crispum, de Hoogduitsers Drachenwurtz, de Italianen dragontea, de Spanjaarden taragontia, hier te lande van sommige draecken-wortel. Het wordt naar zijn verschrikkelijke steel die de gedaante van het vel van de adderslang heeft drakenwortel genoemd.’

Slangenkruid, Duitse Drachenwurz, Engelse dragon, dragon arum, dragons female en faverole, vroeger dragaunce, nedderճ tongue, nedderճ gryfie, serpentine arum of aron en brook leek. In deze namen zie je ook de vermening met Aurm. Naar Plinius heet de plant zo omdat de wortel als een draak samengerold is en komt in de tijd als de slangen uit hun huiden kruipen, het voorjaar, en verdwijnen als ze zich terug trekken.

Dodonaeus (b) 'De grootste soort wordt van meest alle nieuwe kruidbeschrijvers Serpentaria major genoemd en van andere Bistaria, van sommige ook Colubrina, de Hoogduitsers noemen het Schlangenkraut, de Brabanders speer-wortele, de Fransen serpentine en serpentaire.

Uit FUCHS.

Gebruik.

De dragonarum is een donkere, mysterieuze plant tegen een landschap van storm, donder en onweer, de begeleider van heksen. Vanuit een gespikkelde stengel en goed verdeelde, licht varenachtige bladeren rijst de grote bloem vaak meer dan 1m lengte uit een donkere maanachtige bloemomhulsel, vet en glinsterend. In het hart is een donkere vorm, een slangachtige ronde tong, gloeiend en gemeen, een grote satan.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘De wortel van speerwortel zuivert het gehele ingewand en maakt vooral alle dikke grove taaie vochtigheden dun en is een zeer geschikt om alle weerspannige en slecht geneesbare zeren te genezen die in het Grieks Cacoethe genoemd worden.

De bladeren van dit gewas hebben ook diergelijke kracht en zijn zeer geschikt om alle verse wonden en zeren te genezen en hoe die verser en minder dor of verdroogd zijn hoe ze beter zijn om de wonden toe te helen en te sluiten want als deze bladeren heel droog en dor zijn dan zijn ze te scherp en te krachtig om in de wonden bekwaam gebruikt te worden.

Behalve de voor vermelde krachten verhaalt Dioscorides dat sommige geloven dat diegene die de bladeren of de wortels van dit gewas tussen hun vingers gewreven hebben niet van de adderslangen gebeten of gestoken zullen worden.

Plinius verhaalt ook dat zo wie deze bladeren of wortelen of het ganse kruid bij zich draagt van geen adders of slangen gestoken zal worden, ja dat ze van ver hem weg zullen vlieden.

Sommige geloven dat de bladeren van speerwortel en vooral van de grote als men daar verse kaas in windt of bedekt alle overvloedige vochtigheid er van weg neemt en die beletten te verrotten of te bederven omdat ze zo droog van aard en vorm zijn.

Dit kruid is in al zijn delen zeer scherp en heet van smaak, niettemin wordt de wortel er van rauw of gekookt van de gezonde mensen gebruikt in plaats van moes en zelfs in de eilanden van Minorca en Majorca brengt men die wortels ter tafel op grote maaltijden in plaats van taarten of vlaaien, te weten als ze met veel honing gekookt zijn.

De wortels met wijn ingenomen laten water maken en verwekt tot bijslapen en dient ook om de dode vrucht af te jagen.

Andere drijven de nederdalende, zinkende of uitvallende baarmoeder wederom terug mits de stinkende bloem van de grote speerwortel daar onder te houden wat sommige vroedvrouwen voor een groot secreet en verholen wetenschap achten, al is het zaak dat het zeer dikwijls mist.

De grote speerwortel is ook zeer schadelijk en sommige zeggen dat de reuk van het kruid en van de wortel de vrouwen van kind laat misvallen, ja dertig greinen of korrels van dat zaad ingenomen met gewaterde wijn doen hetzelfde. Men zegt ook dat de bloemen nadat ze droog zijn door de reuk de tere ontvangen vrucht doden. Ook de zwangere vrouwen die gemakkelijk van kind misvallen en vooral diegene die teer van hoofd zijn moeten zich wel wachten om al te dichtbij dit kruid te komen wanneer dat staat en bloeit want dan geeft dat een zeer afgrijselijke stank van zich die hun niet dan schadelijk kan wezen.’

Planten.

De plant moet gekweekt worden in wat schaduw en beschermd worden tegen de wind. In april planten op een diepte van 5cm. In de winter kan je het beter binnen halen of zeer goed bedekken. Vermeerderen door zaad dat gezaaid moet worden als het zaad rijp is.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl