Holboellia

Uit Paxtons's flower garden.

Naam, etymologie.

Holboellia, is zo genoemd naar Frederick Louis Holboell, 1795-1856, eens hoofd van de botanische tuin te Kopenhagen.

Meestal groenblijvende klimmers uit de Himalaya die gekweekt worden vanwege de geurende bloemen.

Het mooie verdeelde blad heeft 3-9 blaadjes die elk op een stengeltje staan.

20 soorten komen voor in China en Himalaya.

Het zijn snel groeiende altijd groene planten die veel op Akebia quinata lijken, maar de bloemen zijn geheel verschillend. Die komen met de jonge bladen in het voorjaar en zijn niet opvallend, de grote peulen zijn dat wel.

Lardizabalaceae.

Holboellia latifolia, Diels. (breed bladig) heeft 3-7 deelblaadjes die ovaal tot elliptisch/ovaal zijn.

De kleine bloemen staan in korte trossen en zijn groen/wit en geurend. Mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde plant.

De roze/purperen vruchten worden in India gegeten.

Is beschreven in 1845.

Uit; https://www.flickr.com/photos/89219640@N04/15497777474

Holboellia coriacea Diels. (leerachtig) altijd groene krachtige klimplant van 4m.. Witte tot licht groene tot lucht purperen geurende bloemen in het voorjaar.

Grote paars roze worstachtige eetbare vruchten.

Niet geheel winterhard, bedekken.

Blue china vine, sausage vines.

Uit oost Azië.

Planten.

Ze zijn niet winterhard maar kunnen als zomerbedekking gebruikt worden omdat jonge planten scheuten maken van 3-4m, het blad is apart en mooi.

Vermeerderen is door zaad, zaaien bij 5 graden, en afleggers.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/