Acaena

Over Acaena

Stekelnootje, vorm, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, stekken, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Acaena.html

Acaena pinnatifida uit J. Lindley. De Arnentian biddy-biddy.

Acaena 's zijn min of meer groene alleraardigste bodembedekkers die onder bomen en andere planten groeien. In korte tijd kunnen ze grote oppervlaktes bedekken. In Engeland werden ze aangeprezen als lage bodembedekkers voor voorjaarsbloeiende bollen, ook naast gras- en Hebe soorten. Ook zijn ze geschikt om inlandse moerasplanten en orchideeën te beschermen. Er zijn vormen met brons, blauw, grijs en groen blad.

Ze zijn een pest voor veeboeren omdat de stekels in de wol terechtkomen die vervolgens moeilijk te verwijderen zijn.

Er komen ongeveer 50-100 soorten van kruiden, halfheesters of heesters voor uit het zuidelijk halfrond. De meeste zijn afkomstig uit Nieuw‑Zeeland, verder Australië en Z. Amerika.

Bloemen zijn onopvallend.

Het aantrekkelijke van deze planten vormen de bladeren die op kleine rozenbladeren lijken. Verder de typisch gevormde en stekelige vruchtjes die in bolvormende hoofdjes staan en op een kleine kogeldistel lijken.

Rosaceae, Roosachtige, Sanguisorba klasse.

Acaena buchananii, Hook. (Buchanan, een botanicus uit N. Zeeland in de tweede helft van de negentiende eeuw)

De geveerde bladeren zijn bruingroen tot olijfgroen met 7 tot 11 ovaal ronde ingesneden tot gekartelde en getande zeer kleine blaadjes.

Prachtige purperrode bolvormige hoofdjes komen in juni/augustus.

Wordt ook niet hoger dan 2-5cm. Een bijzonder aardige en zodenvormende soort met op de grond liggende stengeltjes en ondergrondse uitlopers.

Engelse rosy spined New Zealand bur.

= ‘Kupferteppich’ heeft zeer mooi bronskleurig blad.

De rode dorenbolletjes zijn aantrekkelijk in de nazomer en herfst.

Uit; https://www.directplant.nl/stekelnootje-acaena-magellanica.html

Acaena magellanica (Lam) Vahl) (uit de straat van Magellaan) Een grijsgroene plant van tegen de 10cm hoog. Paarse bloemen in juni tot augustus. Houdt van droge grond en zon.

Uit www.BioLib.de

Acaena novae-zelandiae, Kirk (uit Nieuw-Zeeland) De geveerde blaadjes zijn bleekgroen.

De mooie donker purperen en zeer gestekelde bolletjes komen ook in juni/augustus.

Vanwege het kleurcontrast tussen het frisse groen en de rode bolletjes is het een mooie bodembedekker.

Is ook 5-10cm hoog.

Een aardig en sterk groeiende soort met lange, kruipende en groen tot roodachtige stengels.

Naam, etymologie.

Acaena is afgeleid van het Griekse akanthos: een doorn of stekel, wat een verwijzing is naar de kleine doorntjes op de vrucht. Het is de stekelnoot, Engelse burweed, (zie Arctium) New Zealand bur, afkomst, Duits Stachelnusschen.

Planten.

Ze vormen een dichte zode met kleine, geveerde blaadjes. Ideale bodembedekkers die weinig eisen stellen. Ze groeien overal en zelfs op droge plaatsen, liefst in wat zon. Ze lenen zich vooral om tussen spleten en naden te groeien, tussen tegelpaden en langs trappen van een terras. Bij strenge winters sterven de planten soms voor een deel weg zodat het raadzaam is om ze wat luchtig met dennentakken toe te dekken

Vermeerderen door scheuren. Het beste kan dit in april/mei.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl