Petrorhagia

Over Petrorhagia

Mantelanjer, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

nUit flora.nhm-wien.ac.at

Een 25 soorten zijn bekend uit Z. Europa en O. Azië.

Een- of meerjarige kruiden, meestal dun naar de vorm van Gypsophila maar botanisch nauwe verwant aan Dianthus.

Bladeren zijn smal.

De bloem is als de anjer maar kleiner. Ze lijken in groei en bloeiwijze veel op Gypsophila maar bij de mantelanjer is de kelk aan de voet door schubben omgeven.

Caryophyllaceae, anjerfamilie.

=Petrorhagia prolifera, P.W.Ball. & Heywood. (spruiten dragend) Bloeit lila/roze in juni/augustus.

Wordt 10 tot 45 cm hoog en heeft blauwgroene stengels.

Uit zaden die in het voorjaar kiemen ontstaan planten met een niet vertakte stengel. Bij kieming in het najaar ontstaat een bladrozet en kan in het voorjaar vertakte stengels gevormd worden.

De drienervige, 10 tot 30 mm lange bladeren zijn lijnvormig en de tegenoverstaande bladeren zijn aan de voet met elkaar vergroeid.

Een snel vertakkende en zodenvormende eenjarige plant met wat opstijgende stengels.

Geschikt voor rotstuinen en voorin de border.

De rotsanjer of kleine mantelanjer komt uit Z. en Midden-Europa richting Iran op kalkhoudende zandgrond, wordt een 25cm hoog.

‘Rosette ‘, is gevuld in roze, ‘Alba Plena’ is de gevulde witte.

Naam, etymologie.

Petrorhagia, petra; steen of rots, Duits Felsnelke.

Oude naam is Tunica, Latijn tunica: kleed, de bloem is door 6 schutbladen, als een mantel, omgeven. Slanke mantelanjer, Duits Sprossende Felsennelke, Kopfnelke, Engels coat flower of tower-wort, proliferous pink, childing pink, Frans tunica of tunique prolifre, rillet prolifre.

Uit www.biolib.de

=Petrorhagia saxifraga, Link. (op rotsen groeiend) Onderste bladeren zijn priemvormig en half rolrond, 1mm breed en spits, helder groen, bovenste bladeren zijn zeer klein.

Zodenvormende plant met opstijgende, dunne en sterk vertakte stengels.

Grote, losse trossen met talrijke kleine bloempjes die variëren van zacht tot donker lila/roze in juni/augustus.

Uit Z. Europa, Kaukasus en Klein Azië, wordt 10-25cm hoog.

Tunic of coat flower.

Var. albiflora heeft witte, aan de buitenkant soms wat roze gekleurde bloempjes.

Var. bicolor (tweekleurig) verschilt door de meer liggende stengels en wat grotere, zacht roze/witte, aan de buitenkant purperen bloempjes.

Var. erecta verschilt door de opstaande stengels en wat kleinere lila/roze bloempjes.

Var. grandiflora heeft twee maal zo grote bloempjes.

Var. pleniflora verschilt door de dubbele bloempjes. Hiertoe behoren verschillende vormen;

‘Alba’, met dubbele, witte bloempjes. Gewonnen door Baker, kweker te Codsall, Engeland.

‘Robust, ‘groeit forser en heeft grotere en dubbele, lila/roze bloemen.

‘Rosea, ‘met grote, dubbele en zacht lila/roze bloempjes. Gewonnen door J. Praegetter, kweker te Pruhonitz bij Praag.

‘Superba’ verschilt van robusta door de donkerder lila/roze bloemen. Gewonnen door G. Arends, kweker te Ronsdorf, Duitsland.

Planten.

Planten in lichte grond op tamelijk droge en doorlatende, zonnige plaatsen. In de winter is te veel vocht nadelig.

Zaaien bij 20 graden en stekken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl