Maclura
Over Maclura
Osagedoorn, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt
Uit Rousselon.
Een geslacht van bladverliezende planten die melksap voeren.
15 soorten komen er in voor en die groeien in N. Amerika, China en Afrika..
Ze hebben allen krachtige spruitdorens.
Moraceae, moerbeifamilie.
=Maclura pomifera, Schneid. (vruchtdragend) (Maclura aurantiaca, Nutt.) (sinaasappelachtig) Tamelijk helder groene bladeren die in de herfst heldergeel worden. Bladverliezend, bladen staan afwisselend en zijn dun gesteeld. Ze zijn verschillend van vorm meestal eivormig met een spitse top en gaafrandig, in de bladoksels gedoornd.
Jonge twijgen zijn glanzend groen of olijf/groen en hebben vele kleine lenticellen.
Is wel eenhuizig. De onaanzienlijke groene mannelijke bloemen staan in hangende en trosvormige katjes en de vrouwelijke aan bolvormige en kort gesteelde bloeiwijze.
Ze worden gevolgd door groengele en sinaasappelachtige, 4-8cm doorsnede, maar oneetbare schijnvruchten.
Heeft melkachtig sap.
De bast bladdert ook van onderaan af en wordt dan oranjekleurig.
Een middelhoge, 12 tot 18m. , doornige boom met verspreid staande takken en vormt een open en onregelmatige kroon met afgeplatte top.
De osageorange of osagedoorn is een boom die voornamelijk als haagplant gebruikt wordt vanwege zijn scherpe dorens. Ook wordt het geplant als een sierboom vanwege zijn opvallende oranjeachtige vruchten.
Uit N. Amerika, Texas, is beschreven in 1818.
Naam, etymologie, gebruik.
Maclura is genoemd naar William Maclure, een Amerikaanse geoloog (1763-1840). Soms wordt het geslacht beschreven onder het synoniem Toxylon, maar die naam is vervangen voor Maclura door de nomina conservanda van de internationale regels.
Duitse Milchorangenbaum, Osagedorn, -orange, onze osagedoorn. Osages is een Indianenstam.
Het heldere en oranje hout is een van zwaarste van de Amerikaanse timmerhoutsoorten en welbekend bij de indianen die er bogen van maakten, vandaar de Franse naam bois dաrc. Het is de Amerikaanse bowweed. Bowweed heeft flexibel hout dat uitstekend geschikt is voor bows: bogen. In het begin 1800 zou de prijs van een goede osageboog in Arkansas een paard en een deken zijn. Ongelukkigerwijze is de grote vrucht niet te eten. Wordt de vrucht gekookt dan levert die een gele verf die gebruikt kan worden om kleren geel te kleuren. Het gele sap van de vrucht werd door de Indianen gebruikt om hun gezichten te verven. Ook werd de plant gebruikt als haag, totdat er prikkeldraad kwam.
De bast werd gebruikt om er een gele verf uit te bereiden en als looistof en zou een fijne witte vlas leveren.
Maclura tinctoria Don (verf leverend) (Chlorophora tinctoria (L.) Gaudich. ex Benth., Broussonetia tinctoria (L.) Kunth, Morus tinctoria L.)
Groeit in Centraal Z. Amerika, Antillen. Kan 20m hoog worden met een stamdoorsnede van 70cm.
Old fustic, dyerճ’smulberry, Farbermaulbeerbaum, het kernhout is geel en komt onder de naam geelhout, Duits Gelbholz in de handel. Het werd vroeger in blokken verkocht met de naam van het land waar het vandaan kwam, Nicaragua-Gelbholz gold als de beste, ook als lak, Gelbholzlack.
Planten.
Groeit op zonnige en beschutte plaatsen op vruchtbare en kalkhoudende grond. Jonge planten zullen bij sterke vorst flink terug vriezen.
Dit kan met wortelstek. Snij de wat dikkere wortels in stukjes van 10cm. Leg ze plat in stekgrond. Bedek ze met een paar cm. grond. Zet ze op een 17 graden weg. Na een ruime maand komen jonge spruiten omhoog. Verpotten en na half mei in buiten zetten. Ook zaaien is mogelijk en afleggen.
Stekken in juni met 1% ibz, of februari van winterstek in een oplossing van 100mg liter. Zaaien in februari bij 15 graden.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/