Oplismenus
Over Oplismenus
Basketgras, vorm, grassen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit M. Palisot de Beauvois.
Naam, etymologie.
Oplismenus, Grieks koplismenos: gewapend of borstel dragend, de aren hebben naalden. Grieks hoplismos dat geschikt voor oorlog betekent, de genaalde aren als speren.
Zachte kruipers en vertakkende grassen met tamelijk brede bladeren en smalle bloeiaren van eenzijdige trossen.
Nauw verwant aan Panicum.
Het geslacht omvat een 5-6 soorten die in de warmere gebieden voor komen.
Poaceae, grassen.
Oplismenus hirtellus, Beauv. (kortharig) Lancetvormig en wat hangende bladeren staan afwisselend, dun en vlak, groen, 7cm lang en 1cm breed.
Lange en kruipende stengels gaan eerst wat omhoog, dan hangen of kruipen, kan als hangplant gebruikt worden.
Kleine, groenachtige aren.
Een wat kruipend en meerjarige grasje.
Groeit wild in Afrika en Klein Azië, Pacific en Z. Amerika, wordt 30cm hoog. Is beschreven in 1795.
Geschikt voor randen en hangpotten, vooral de bonte ’Variegatus,’ wordt daar wel eens voor gebruikt. Die heeft groen, wit en roze gestreepte bladeren.
Subsp. undulatifolius (Ard.) U. Scholz, (gegolfd blad) Wavyleaf basketgrass.
Basketgras, basketgrass, Duits Stachelspelze.
Planten.
Geef ze een warme en lichte standplaats.
Vermeerderen door scheuren en stekken, stengels wortelen waar ze de grond raken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl