Sapindaceae

Een geslacht van bomen of struiken, vaak klimmend met behulp van ranken, zelden zijn ze kruidachtig.

Bladen zijn geveerd of drietallig en zelden enkelvoudig.

Bloemen zijn eenslachtig, regelmatig of onregelmatig, klein en staan meestal in pluimen, 4-5 kelk en kroonbladen en meestal 8-10 meeldraden, stijl is enkelvoudig met 3lobbige stempel

118 geslachten en 1050 soorten komen voor die allen wijd verspreid zijn door de tropische zone. In Australië wordt de familie vertegenwoordigd door het geslacht Dodoneae.

Sommigen zijn zeer giftig terwijl anderen uitnemende dessertvruchten leveren in hun respectievelijke landen. Van enkele wordt uit de zaden een olie verkregen en anderen worden medisch gebruikt. De zaden van vele soorten zijn giftig, van sommigen worden ze gebruikt om vis te vergiftigen. De lechcheuquana-bij verzamelt honig van Serjania lethalis en als dit gegeten wordt, zelfs in kleine hoeveelheden, razende gekte vertoont of zelfs de dood.

Fossiel komen blad en vruchten van Sapindus, Nephelium en Dodanaea in Tertiairlagen voor.

De familie is nauw verwant met Staphylleaceae, Hippocastanea en Aceraceae.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl