Trollius
Over Trollius
Kogelboterbloem, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, teelt,
Een groep van 30 soorten nette en kruidachtige meerjarige.
Ze worden gevonden in moerasachtige plaatsen van noordelijke gematigde zone, 1 komt voor in Europa, de rest in Azië.
De planten worden gekweekt om hun schoonheid van ronde bloemen en de show van de donkere groene bladeren.
Bladeren zijn handvormig gelobd of verdeeld.
Bloemen groot en alleenstaand, witachtig, geel, goudgeel of purperachtig in mei/juni.
Nauw verwant aan Ranunculus, net als bij die zijn het hier ook de grote, bloembladachtige gekleurde kelkbladeren, die men oppervlakkig als bloemen bestempelt, de echte bloem of kroonbladeren zijn zeer smal en klein, tongvormig tot honingbladeren vergroeid, ze staan binnen de kelkbladeren en vallen niet op, hier worden ze honingbladeren genoemd.
Giftig voor vee.
Ranunculaceae, ranonkelfamilie.
=Trollius lilacinus, Bunge. (lila achtig) Blaadjes zijn kort gesteeld en fijn ingesneden.
Bloemen van 4cm in doorsnede met 15-24 bijna ronde, zacht lila kleurige kelkbladeren, aparte kleur, die na de bloei niet afvallen, 12-15 honingbladeren in april/mei.
Groeit niet zo gemakkelijk als de andere vormen.
Uit Altai, wordt 10-20cm hoog.
1. Uit O. Thome, www.BioLib.de.
Trollius europaeus, L. (uit Europa)
Opstaande stengels zijn meestal niet vertakt.
Handvormige en 5delige bladeren met 3spletige, getande slippen.
Alleenstaande bloemen van 3cm in doorsnede met 15-20 bolvormige en samen sluitende, goud/gele kelkbladeren, 5-10 honingbladeren zijn even lang als de meeldraden in mei/juni.
Frisse, schone botergele bollen geven een heldere toon aan de tuin. Dit door de grote boterbloemachtige bloemen boven de mooie wortelbladen, meestal dubbel in gouden bolletjes. De vele bloembladeren staan zo dicht bij elkaar dat ze niet door de wind, nog door insecten bestoven kan worden, alleen door een zeer kleine vliegensoort.
Het kruid staat statig aan de waterkant op een half beschaduwde plaats. Ze lijken geen kwaads in zich te hebben, hoewel ze scherp en giftig zijn.
Dit is de kogelboterbloem die 30-60cm hoog wordt. Een echte voorjaarsbode die voornamelijk uit de Alpen komt op vochtige weiden. Verder in Europa tot W. Azië.
Er zijn lage en hoge vormen, vormen met geelachtig/witte bloemen.
‘Superbus’, (prachtig, verheven of trots) de super bus is een helder zwavelgele en grote uitvoering, 50-70cm hoog.
Vormen.
Vele bastaarden zijn er in cultuur voor tuin en snijbloemengebruik. De meeste kruisingen zijn ontstaan tussen Trollius asiaticus, Trollius europaeus, soms met Trollius chinensis. Trollius cultorum. Ze worden 60-90cm hoog. Van europaeus hebben de bolronde bloemvorm, van de 2 andere stammen de oranjekleurige tinten. Fors groeiende en rijk bloeiende planten met kleuren van geel tot oranje met hoofdbloei in april/mei.
Hybriden.
‘Earliest of All’, oranjegeel, 80-100cm. Gewonnen door W. van der Veen, kweker te Leiden.
‘Etna’, donkeroranje, 60. gewonnen door H.J. Lang, kweker te Oegstgeest.
‘Fire Globe’, bolvormig oranjerood, 50cm (Fuertroll). Gewonnen door T. Smith, kweker te Newry, Engeland.
‘Goldquelle’ met grote bolvormige, oranje/gele bloemen. Gewonnen door Goos & Koenemann, kwekers te Niederwalluf, Duitsland.
‘Golden Queen’ met grote goud/gele bloemen met oranje midden. Gewonnen door J. Cocker & Sons, kwekers te Aberdeen, Engeland.
‘Lemon Queen’, 60cm, citroengeel.
‘Orange Princess’, oranjegeel, 50cm.
‘Priehards Giant’, donker oranjegeel, 90cm.
‘Orange Globe’ (Orange Kugel) met grote, bolvormige donker oranje/gele bloemen. Gewonnen door Koll & Sonntag, kwekers te Hilden, Duitsland.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De zesde vreemde hanenvoet, in het Latijn Ranunculus flore globoso genoemd, zou hanenvoet met gesloten bloemen genoemd mogen worden. Dan Gesnerus zegt dat hij gewoonlijk Trollius flos gehouden wordt’.
De naam Trollius is voor het eerst gebruikt in de 16de eeuw door C. Gessner. Op de berg Pilatus bij Zürich zou het gewas bekend zijn als Trollblume. Het woord is verwant met oud-Frans truiller: betoveren, vanwege de schoonheid van de bloemen.
Of de naam is genomen naar de vorm van de bloem, van Frans troler of trolle en trolleus, Duits Trollen, Zwitsers-Duitse troll, Engels troll, dat rollen betekent, een naam voor rond. De Trollblume heeft in oud-Hoogduits en Latijn dezelfde wortel, troll: kogelrond, trulleus: een kogelrond vat, bekken of waskom. Rugala, rolla en balleli zijn allemaal namen die op de kogelronde vorm van de bloem slaan. Vergelijk verder het Engelse globe flower. Kogelbloem, globe bloem.
Volgens anderen is de naam afkomstig van het Zweeds troll en Deense trold of het Friese trol, een naam die overeenkomt met de Schotse heksen, vergelijk de Schotse naam witches-gowan, als een plant met bovennatuurlijke krachten. Omdat Linnaeus een Zweed was steunen sommigen de theorie van de troll. In het Franse trolle globuleuse zien we twee laatste namen verenigd.
Dodonaeus (b) ‘Hij is ook van sommige onder het geslacht van Aconitum gerekend en dat om beter reden dan de andere soorten, gemerkt dat hij zaadhauwtjes voortbrengt. Wij hebben hem nochtans liever onder de soorten van hanenvoet te houden. De wortel is al of ze afgebeten is en daarom heet dit kruid Abbeis en Teuffels abbeis in het Hoogduits, dat is op het Latijns Praemorsa en Morsus Diaboli, welke naam een medesoort van Scabiosa, dat is duivelsbeet, eigen is’.
Dodonaeus © ‘Lobel noemt ze gebolde boterbloemen, in het Latijn Ranunculus montanus alpinus glomerato flore, in het Engels troll floubers en lockel golding’.
Gerard vermelde als eerste deze plant in Engeland en noemde die troll flower, lapper of lopper, ook locker goulans, lockin of luckin gowan, Schotse namen lucken of locken betekent de gelokte of gesloten gouden bloem, zie Deense engblomme. Zweedse bullerblomster.
(d) Frans boule d’or, in Duits Goldköpfchen, Engels, globe flower, bolts of golden ball en globe crowfoote.
(e) Krotenblume: paddenbloem, heeft het te danken aan zijn standplaats op de vochtige grond waar padden zich ophouden.
(f) De naam guggabloem: koekoeksbloem verraadt de bloeitijd. In vele landen heet het ook koebloem, naar de melkgevende productie, Kuhblume.
(g) Verder de ronde vorm in Ankenballe, Bachrolla, Bergrolla, Butterblume, Butterkugel, Budabinkerl, Butterrosn, Eierblom, Glockenblume, Kugelranunkel, golden Knoopkes, Knobbenblume, Kopple, Kappala, Kugelblume, Natter(n)knöpfe, Rolla, gelbe Schneeballen, Zwitsers Alprollen, Bachrolla, Bergrolla, Moosrolla, Rolleblueme, de gele kleur in Butterblume, -rosen, Eierdotter, Dodderblauwen, Dotterblume, Drollblumen, de gladde Glatzblume, Schmalzpullen, afkomst Alphahnenfuss, en wanneer hij het meeste opvalt, Zwolfmorgenblume, verder Zwitsers Toni, Tonneni, Troldara.
2. uit the botanical magazine.
=Trollius asiaticus, L. (uit Azië) Gelobde en ingesneden bladeren zijn donker groen tot bronskleurig
Vele bloemen met 14-20 afstaande, breed spatelvormige, oranjekleurige kelkbladeren, 15-30 honingbladeren zijn ongeveer even lang als de kelkbladeren en veel langer dan de meeldraden in april/mei.
Uit Mandsjoerije, Mongolië en China wordt 40-60cm hoog. Is beschreven in 1759.
Er zijn vormen met wat grotere oranjekleurige bloemen of oranje/rode bloemen.
Aziatische kogelbloem, Asiatic globe flower.
3. uit green-24.de
Trollius dschungaricus, Rgl. (genoemd naar Songarije, landschap in Mandsjoerije)
Bladeren lijken op die van europaeus maar zijn minder diep ingesneden en meer gelobd
Bloemen met ongeveer 15 afstaande, goud/gele en aan de buitenkant bruinachtig/rood gekleurde kelkbladeren, honingbladeren zijn lijn/spatelvormig en korter dan de meeldraden in mei/juni
Uit Turkestan, wordt 30-60cm hoog.
4. uit commons.wikimedia.org
Trollius altaicus, C.A. Mey. (uit Altai gebied) Grote bladeren zijn ingesneden en helder groen.
Opstaande stengels.
Bloemen van 5cm groot met 15-20 brede, stompe bleek oranje/gele kelkbladeren, honingbladeren 5-15 zijn lijnvormig en stomp, korter dan de meeldraden, zwart/bruine stampers in april/mei.
Uit Siberië wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1836. Siberian globe flower.
5. uit www.sunnygardens.com
Trollius ledebourii, Reichb. (K. Fr. Von Ledebour, Duitse botanicus, 1785-1851) Diep gedeelde bladeren met gelobde, getande en donker groene slippen.
Bloemen met 5 afstaande, eivormige en gele kelkbladeren, 10-20 honingbladeren zijn iets langer dan de meeldraden in mei.
Uit Mantsjoerije, Siberië en Mongolië wordt 40-60cm hoog. Is beschreven in 1827.
6. uit commons.wikimedia.org
Trollius chinensis, Bunge. (uit China) Bladeren zijn niervormig/eirond, handvormig 5delig met omgekeerd lancetvormige, donker groene slippen.
Meerjarige plant die tevoorschijn komt met meestal weinig vertakte stengels.
Bloemen zijn 10-13cm breed en eivormig, diep oranje/gele kelkbladeren en 15-20 lijn/spatelvormige honingbladeren die ongeveer 2 maal zo lang zijn dan de meeldraden in juni
De bloemen zijn niet meer rond, meer plat waarbij de honigbekers uit steken. Minder kogel en meer boterbloem.
De Oosterse Trollius komt uit Mandsjoerije, Mongolië en N. China, wordt 50-70cm hoog. Is beschreven in 1907.
‘Golden Queen’ is diep oranjegeel. Kogelboterbloem.
7. uit www.chuo-alps.com
Trollius japonicus, Miq. (uit Japan) Wortelstandige bladeren zijn hartvormig/rond en diep 5delig met wigvormige, 3spletige, ingesneden/gezaagde slippen.
Stengels zonder bladeren en 1 bloem.
Bloemen met 5-6 afstaande en omgekeerd eivormige, 2.5cm lange gele kelkbladeren, honingbladeren zijn langer dan de meeldraden in mei.
Uit Japan, Korea en Kamschatka, wordt 15-30cm hoog.
Japanes globe flower.
8. Uit species wikimedia.org.
Trollius ranunculinus (Smith) Stearn (ranonkelachtig) (Trollius patulus, Salisb.) (wijd geopend) Handvormige gedeelde bladeren met ingesneden/getande en helder groene slippen.
Stengels zijn bebladerd.
Bloemen met 5-7 uitgespreide, eivormige en aan de top wat getande, goud/gele kelkbladeren, 1-5 honingbladeren zijn lijn/spatelvormig en ongeveer even lang als de meeldraden in april/mei.
Uit Kaukasus en Perzië wordt 20-30cm hoog. Is beschreven in 1800.
Var. beesianus (gewonnen door The Bees Ltd., kwekerij te Ness bij Liverpool, Engeland) van 30-40cm verschilt door de grotere bloemen.
10. uit www.laporteavenuenursery.com
Trollius pumilus, Don. (zeer klein) Ronde bladeren zijn 5delig met omgekeerd eivormige, 3lobbige, glanzend donker groene slippen.
Stengels zonder bladeren.
Alleen staande bloemen zijn 2.5-3.5cm groot met 5-6 ronde en aan de top fijn getande, goud/gele kelkbladeren, 10-12 honingbladeren zijn wigvormig/langwerpig en korter dan de meeldraden in april/mei.
Uit de Himalaya, wordt 10-20cm hoog.
10. uit www.efloras.org
Trollius yunnanensis, Franch. (uit Yunnan, Z. China) wordt 30-50cm hoog.
Wortelstandige bladeren zijn gesteeld en min of meer 5kantig, diep 3-5delig met breed eivormige, spitse, getande tot gelobde en aan de voet wigvormige slippen.
Stengels met 1-2 bladeren en 1-3 bloemen.
Bloemen van 5cm in doorsnede met 5 eironde goud/gele kelkbladeren, 12 honingbladeren zijn lijn/spatelvormig en donker geel, korter dan de meeldraden in mei/juni.
Var. anemonifolius Wang (met blad als anemoon) heeft vrijwel ronde bladeren met omgekeerd eivormige, gekartelde/getande en over elkaar sluitende slippen.
Var. eupetalus Wang (goede bloembladeren) van 30-40cm verschilt door de 6-8cm grote bloemen, lijnvormige honingbladeren die veel langer zijn dan de meeldraden.
Var. stenopetalus of Trollius stenopetalus, Egorova, (smalle bloembladeren) als het type maar met bloemen van 3-5cm groot met licht gele kelkbladeren, veel smallere honingbladeren die ongeveer even lang zijn dan de meeldraden.
11. Uit Mary Vaux Walcott.
=Trollius laxus Salisb (losse of slappe tros) (Trollius americanus, Muehlb.) (uit Amerika)
Opgerichte stengels zijn niet zo stevig.
Bladeren zijn 5-7delig met wigvormige, ingesneden/getande blaadjes.
Meestal alleenstaande bloemen zijn 3-5cm groot met 5-7 afstaande, geelachtig/groene kelkbladeren, honingbladeren 10-20 zijn lijn/spatelvormig en veel korter dan de meeldraden in mei/juni.
Wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1805.
Er is ook een witte vorm van.
Planten.
Bloeien in mei, mooie snijbloem van een halve meter hoogte. Combineren met Primula, Caltha, varens, Lythrum en Mimulus.
Planten in vochtige, zonnige tot half beschaduwde plaatsen.
Vermeerderen door scheuren in maart/april na de bloei, of zaad. Geef het zaad eerst 3 weken 20 graden, dan 6 weken –5 en zaai bij 10 graden. Tuinvormen komen niet zuiver uit zaad terug.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/