Mitchella
Over Mitchella
Patrijsbes, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit I. Sprague.
Het bevat een paar glanzende of harige, kruipende, rhizoom bezittende kruiden met okselstandige bloemen die buisvormig zijn.
Ze groeien in bossen bij dennen of mosachtige gronden. Mitchella undulata, Sieb. & Zucc. uit Japan, Mitchella ovata uit Ecuador en de ander is inlands in Amerika.
Rubiaceae.
Mitchella repens, L. (kruipen, reppen) Eironde bladeren zijn aan de voet wat hartvormig, stomp, gaaf tot wat gegolfd, glanzend donkergroen en 2cm in doorsnede, soms gemarkeerd met witte lijnen, altijd groen.
Kruipende en wortelende stengels zijn vertakt.
Bloempjes staan meestal met 2 bij elkaar, zittend en trechtervormig, wit en geurend, van binnen behaard met omgebogen slippen, in knop zacht roze in mei/juni.
Scharlaken/rode en glanzende bessen in de herfst staan ook vaak met zijn tweeën en blijven er de hele winter aan.
Uit Ontario tot Minnesota en Texas wordt 5-10cm hoog. Is beschreven in 1731.
Var. leucocarpa heeft witte bessen.
Eetbare bessen, maar er is weinig smaak aan.
Naam, etymologie.
Mitchella is zo genoemd naar John Mitchell uit Virginie, een van de eerste Amerikaanse botanisten en correspondent van Linnaeus, 1680-1768.
Patrijs bes, Patridge berry, (of partridgeberry), twin berry, checker berry, chequer berry, deer berry, one berry, winter clover, squaw berry, ridge berry, two-eyed berry, running fox, en Noon kie oo nah yeah (in Mohawk taal), Duitse Rebhuhnbeere.
Planten,
Potten met bessen worden wel tegen Kerst verkocht.
Groeit onder bladhoudende bomen en vormt een dicht tapijt. Planten in humusrijke, kalkarme grond op tamelijk vochtige maar goed doorlatende, half beschaduwde plaatsen. In de winter wat bedekken.
Vermeerderen door zaaien, scheuren en stekken.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/