Eucommia

Over Eucommia

Gummiboom, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit extract INCI.

Eucommiaceae. 1 familie met 1 geslacht en 1 soort. De enigste soort stamt uit Centraal China en is niet nauw verwant met een ander geslacht. Eerst werd die geplaatst bij de Cercidiphyllaceae of Magnoliaceae, daarna bij de Hamamelidaceae en nu wordt het als een aparte familie beschouwd, verwant met laatst genoemde.

In bladvorm en vruchten heeft het de kenmerken van de familie van de Ulmaceae, maar de bouw van de bloemen en vooral het ontbreken van een bloemdek, met de afscheiding van een zoete kleverige stof uit de jonge twijgen en bladeren stemmen met de kenmerken van die familie niet overeen.

Naam, etymologie.

Eucommia komt van het Grieks eu: goed, en kommi: gom, een verwijzing naar de gomachtige stof in de plant. Gummiboom, Engelse gutta-percha tree of Chinese rubber tree, Duits Guttaperchabaum of Gummiulme.

Enigste soort is Eucommia ulmoides, Oliv.

Eucommia ulmoides, Oliv. (iep-achtig)

De iepbladige gummiboom is een opgaande, krachtige en bladverliezende boom die 24m hoog kan worden. Lijkt in groeiwijze en bladvorm op de iep, ook de gevleugelde vruchten tonen overeenstemming hoewel die nog meer op Fraxinus lijken.

Jonge twijgen zijn onbehaard en geel/bruin met verspreid staande lenticellen, geladderd merg.

Knoppen zijn bruin geschubd en spits eivormig.

Bladsteel is 1.5-2.5cm lang.

De tamelijk grote, elliptische en donkergroene bladen van 6-9cm lang en 2.5-4.5cm breed staan afwisselend, donkergroen en van onderen heldergroen en langs de nerven blijvend behaard, top toegespitst, gezaagd met naar voren staande tanden. Bij het doorbreken van het blad vormen zich op de nerfbreuken spinragachtig draden.

De boom is tweehuizig zodat er manlijke en vrouwelijke vormen zijn. De bloem is onopvallend en bloeit voor of tijdens de bladontwikkeling, okselstandig, mannelijke bloemen zijn langer gesteeld dan de vrouwelijke bloemen met lange bruin/rode helmknoppen.

De vruchten zijn gevleugeld, 3-4cm lang, elliptisch en afgeplat met ringvormige aan de top gespleten vleugel.

Is ingevoerd vanuit China en groeit daar in Hupei en in Oost en Zuid-Szechuan en vormt bomen van 16m hoogte. In 1896 werd de boom in Frankrijk bekend. Is beschreven in 1899.

Gebruik.

Dit is een oude Chinese cultuurplant die niet meer in wilde staat bekend is. Toch is de boom al duizenden jaren in gebruik geweest voor allerlei doeleinden.

In China levert de bast een waardevol medicijn. Het is de bast die als Լspan class=’dzhng of toe tjoeng’ bij de Chinezen in hoge aanzien staat als tonicum. Die bast bevat ook rubber in alle delen, een 3%, vooral in de jonge delen wat te zien is als de twijgen of bladeren gebroken worden. Men trekt dan draden die beide helften aan elkaar verbinden. Ofschoon de rubber van goede kwaliteit is, is dit moeilijk te winnen.

Planten.

Deze, door Wilson ingevoerde boom, wordt aanbevolen als parkboom. In Duitsland heeft de boom een koude van -22 graden doorstaan. Tienjarige planten in N. Duitsland waren in 1925 ruim 6m hoog.

Deze bijzonderheid kan je vinden in botanische tuinen, is meer curieus dan opvallend.

Ze worden vermeerderd via afleggers. Stek in juni/juli zou ook kunnen met 1% ibz.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl