Platanus
Over Platanus
Plataan, Bijbel, vorm, bomen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit the North American sylva.
Platanaceae, plataanfamilie. Dit is een familie die uit grote bomen bestaat met gelobde, verspreid staande en afvallende bladeren met kraagvormige steunblaadjes.
Bloemen zijn eenhuizig en onvolkomen of zeer weinig ontwikkeld en staan in bolvormige hoofdjes die tot aren zijn verenigd. Meeldraden en stampers 3-8. Vrucht een nootje die 1zadig is en samen een ronde schijnvrucht vormt, zaden met kiemwit.
Het is een kleine familie met maar 1 geslacht die een 6-7 soorten omvat.
Over geheel Europa, N. Amerika, N. Azië, Groenland en Spitsbergen is in de oudheid de Plataan gegroeid. De plataan kwam al voor in het tertiair en krijt. De Euro/Aziatische P. orientalis en de Amerikaanse Platanus occidentalis en Platanus racemosa lopen in een tertiaire stam, Platanus aceroides, in elkaar over. Die laatste was in het jongere tertiair zeer verspreid en schijnt in zijn tijd van de Kretische Platanus primaeva afgeleid te zijn.
Van Platanus aceroides stammen de plataan van het morgenland en die van het avondland af.
De familie is verwant met Saxifragaceae en Hamamelidaceae.
Platanus.
Dit zijn bomen met mooie palmachtige gelobde bladeren en kleine groene bloemen in hangende hoofden die gevolgd worden door gestekelde vruchten, 30-50m.
Bladverliezend. Het blad is dicht bedekt met fijne haren in jonge toestand.
Karakteristiek is de schors die bij de ene soort meer afbladdert dan bij de ander waarbij de nieuw schorslaag licht afsteekt.
Jonge twijgen en bladeren viltig behaard en aan de onderzijde met een gauw loslatende viltlaag bedekt.
De knoppen zitten in de bladsteel verborgen.
Platanen wortelen diep en kunnen zeer goed tegen droogte als ze met hun wortels maar vocht kunnen bereiken. Groeit overal en kan overal tegen.
Een 11 soorten zijn bekend in N. Amerika, zuidelijk tot Mexico en in Europa tot India.
De plataan is nog lang te verplanten, zelfs op oudere leeftijd. Veel worden ze “geschoren”. De plataan, met zijn brede hoofd van helder groen blad en massieve stam is een prachtige en majesteitelijke schaduwboom.
=Platanus occidentalis, L. (westers) Bladeren zijn ondiep ingesneden en meestal drie lobbig en ondiep gelobd, 10-16cm lang en 12-20cm breed, van onder wat lichter gekleurd. Bladsteel is altijd behaard.
De schors bladdert in kleine plaatjes af. De stam heeft een dikkere, donkerbruine en gespleten schors.
De vruchten zijn niet behaard en hangend en alleenstaand.
Wordt ook een 20-25m hoog met een grote en ronde kroon.
Wortelt oppervlakkig, plant de boom bij lopend water en niet bij stilstaand water omdat de wortels lucht nodig hebben.
De Amerikaanse plataan heeft hier te lijden van de voorjaarsnachtvorst en komt hier dan ook niet voor. Is afkomstig uit Canada, N. Amerika en groeit in de valleien van de Mississippi tot Mexico toe. De boom is beschreven in 1636.
Naam.
Het is de plataan van het Avondland, westerse plataan, Abendlandische Platane, Westliche Platane. Wordt wel waterbeuk of in het Engels button wood genoemd, dit naar de buttons, de zaadbollen, buttonball en American plane tree, Duitse amerikanischer Platane. De termen waaronder de New York Stock Exchange gevormd was heette Buttonwood Agreement omdat het onder een buttonwood tree getekend was.
Uit S. Pallas.
Platanus orientalis L. (oosters) Bladeren zijn zeer diep ingesneden 5-7 lobbig en de top meestal getand, 15-25cm breed en lang en van boven glimmend groen.
De behaarde vruchten staan met 3-4 stuks bijeen, soms meer.
In groeiwijze wijkt deze boom van beide andere af doordat de hoofdtakken meer horizontaal afstaan en de laagste geplaatste wat overhangen zodat de boom een zeer schermvormige kroon krijgt. Bij vrijstaande bomen is de stam kort en stevig en bij oude bomen is de voet sterk verdikt en bladdert de schors in vrij grote platen af.
Komt wel voor in grote parken als Twickel en Huize ‘’den Donk bij Slikkerveer, Rhederoord en grote parken van Utrecht, Rotterdam en Haarlem.
Wordt een 20-25-40m hoog met een ronde kroon en zich al snel splitsende afschilferende stam. De eerste plataan in W. Europa wordt vermeld door W. Turner in 1551. De Engelsman Gerard beschrijft in 1597 de boom uitvoerig maar toch nog als groeiend in vreemde landen, hoewel zijn dienaar verscheidene platanen vond aan de Middellandse Zeekust.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Deze boom heet in het Grieks Platanos en in het Latijn ook Platanus welke naam hem gegeven is naar de breedte van zijn bladeren. De boom die in Frankrijk plasne heet verschilt van deze onze tegenwoordige Platanus zeer want dat is een soort van Acer’.
Isidorus. XVII.7.37 ‘a latitudine scilicet foloirum, vel quod ipsa arbor patula sit et ampla’.
De Grieken hebben de boom niet uit Semitische maar uit Frygisch/Lykische of zelfs Iraanse cultuur gekregen. De naam Platanus wordt afgeleid vanuit Zendisch frath: uitbreiden, peruthu: breed, van de woning, de wolken, de aarde. De latere Perzische namen van de boom, dulb of dulbar en tschinar, chenar of tschanal zijn ook in de nieuwere Semitische spraken overgegaan.
Dodonaeus (b) ‘Alle namen die de Platanus heeft komen van het Grieks, te weten de Italiaanse platano, de Engelse playntree en planetree en de Franse plane of plasne met welke naam het booghout of Acer in Frankrijk ook bekend is. Hij heet ook Platyphyllos en Latifolia naar zijn brede bladeren en soms orgniere (dat naar de lijsterbes) maar oneigenlijk.’
Platanus is een oude Griekse naam voor de Oosterse plataan, platanos of platanistos. Dit woord is afgeleid van platys: breed, een verwijzing naar de brede bladeren en brede kroon.
Plataan, de Duitse Platane, Ahornblattrige Platane of Kleiderbaum, de bast, Franse platane en Engelse platane, plane tree: vlak, de platte bladeren en vlakke kroon, zie de geslachtsnaam, button wood, de knopvormige vrucht. Italiaans, Spaans en Portugees platano. Een algemeen bekende boom zonder streeknamen.
© Het is de plataan van het morgenland, Oosterse plataan, Duitse Morgenländische Platane of Orientalische Platane, Engelse chennar tree of Oriental plane, Franse platane d’Orient.
Is sinds de middeleeuwen uit de Oriënt ingevoerd en wordt vaak met Acer verwisseld, zie Acer.
Uit J. Weinmann.
Platanus x hispanica, Muencht. (Spaans) (Platanus acerifolia, Willd.) (met esdoornachtig blad)
De vruchten zijn hangende bolletje die meestal met een paar bij elkaar staan.
Bladsteel is 12cm lang.
Bladeren zijn eerst aan beide kanten bruinviltig behaard later kaal en heldergroen en de onderzijde blijft lang behaard maar wordt tenslotte ook kaal. Het frisgroene blad vormt een grote driehoek die in 5 (soms 3) scherpgepunte lobben is ingesneden, de bovenste breder dan lang, bladrand spaarzaam groot getand. Staat tussen beide andere bladvormen in. Op de achterkant steken 5 of 3 hoofdnerven als ribben uit. Het blad zit altijd alleen aan een tak, dit is het verschil met de erop gelijkende esdoorn.
Het blad zal in de herfst aan de voet wat uitzetten, bij de kleurverandering kan die steel zonder moeite afgenomen worden. Onder aan de steel heeft zich een hutje gevormd waaronder de nieuwe knop gemaakt is, een opmerkelijk verschijnsel, de knop wordt hier niet gemaakt in de oksels.
Vruchten 1-2mm in doorsnede in tot 2.5cm doorsnede metende rond hoofdjes die meestal met twee bijeen aan een hangende vruchtsteel zitten.
De London plane is een mooie park- of laanboom die tegenwoordig het meest geplant wordt.
Gewoonlijk gaat de stam als een spits toelopende pilaar door tot het uiterste topje van de kroon. Zijn grillige vorm is terug te vinden in de kroon van de boom.
De London plane, is een kruising tussen de plataan van het avondland en die van het morgenland. In blad lijkt die meer op de Amerikaanse vorm en is meer piramidaal groeiend dan de oosterse die in zijn typische vorm een breed hoofd heeft met wijd uitstaande takken.
Uit J. Strutt, oriental plane te Lee-Place.
Allergie.
Een nadeel van deze bladeren is dat ze in jonge toestand veel sterharen bevatten die bij het ontvouwen van het blad afvallen en in samenwerking met de haartjes van de jonge vruchten kan dit de ademhalingswegen sterk bemoeilijken. Dit verschijnsel was al bij de ouden bekend. In de Elzas, Lotharingen, was het verboden om de plataan in de buurt van een school te planten. (Dodonaeus) Men moet er goed op letten dat het stof wat zich op het loof van de Platanus plag te verzamelen en er lang op blijft liggen niet bij ons in de mond komt, zo ons Galenus vermaant en waarschuwt, want als iemand dat stof door het ophalen van de adem ingetrokken heeft dan wordt hem de keel heel schraal en ruw en door de grote droogte ervan wordt hem het spreken moeilijk en de stem wordt schor of hees en bekommert. Hetzelfde stof doet de keel alleen geen hinder, maar als het in de ogen valt dan belemmert dat het gezicht en als het in de oren valt belet ze het gehoor. Dioscorides heeft dit niet alleen van de bladeren gezegd, maar ook van de wolligheid die men op de pilletjes of vruchten van deze boom vindt.’
Naam.
Omstreeks 1670 ontstond in Engeland deze hybride, toen Platanus x acerifolia. Tournerfort, de Franse botanicus, ontdekte de kruising het eerst in 1703 en noemde de soort Platanus orientalis ‘Acerifolia’.
Londen staat er vol van en is daardoor bekend als London plane. Toch was het al bekend in Spanje in de 17de eeuw waar de oosterse en Amerikaanse bij elkaar stonden zodat de soortnaam nu hispanica is. In Duitsland kwam de eerste plataan uit Engeland en Frankrijk in het jaar 1743 aan. De plataan aan de Rondell in Dessau wer in 1781 door vorst Leopold III. Friedrich Franz von Anhalt-Dessau (1740-1817) geplant en behoort nu tot de oudste bomen van Duitsland. Ahornblättrige Platane, Bastard-Platane, Gemeine Platane, Hybrid-Platane of London-Platane.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘De groene tere en jonge bladeren van Platanus worden nuttig gelegd op de hete gezwellen en beginnende ontstekingen en verhitting.
De groene bolletjes van deze boom met enig vet of smeer gestoten genezen volkomen alle verbranding, daar op gelegd en die met wijn gedronken helpen diegene die van de slangen gebeten zijn.
De schorsen gebrand en tot as gebracht hebben een noch meer en sterker verdrogende en tezamen ook afvegende kracht, ze genezen de melaatsheid en verdrijven alle onzuivere plekken en sproeten van de huid, reinigen de vuile vochtige zeren en lopende gaten.
Die met honig vermengt laat alle sproeten en plekken vergaan en alle onzuiverheid van de huid, daar op gestreken.
De Grieken maken vlakke schotels van Platanus hout die ze op de buik leggen tegen krimping en buikpijn.
De schaduw van deze boom is niet alleen aangenaam, maar ook gezond zoals de oude betuigen.
Deze boom heeft noch een andere eigenschap, te weten dat hij de vleermuizen verjaagt op die manier dat ze nimmermeer komen zullen in een huis daar een tak van Platanus is en zou het zo zijn dat ze eens op een Platanus boom gebracht werden zouden ze er niet van weg kunnen komen. Ook zo is er geen zekerder tegenmiddel voor de beten van de vleermuizen gedaan dan om aarde rond een Platanus boom te nemen en er op leggen want daardoor wordt het bloed terstond gestelpt, zoals de achtbare Louys Guyon betuigt’.
Het hout is niet duurzaam, weinig buigzaam en goed splijtbaar, werkt weinig en kan goed gepolitoerd worden. Het hout heeft een mooie vlam en is geschikt om er meubels van te maken, gebruikt in de wagenmakerij, voor muziekinstrumenten als piano’s en voor houtsnijwerk.
Waterboom.
Het zaad is ingebed in zacht dons. Voor de verspreiding van de zaden is water noodzakelijk. De zaden worden met het water meegevoerd zodat die op gunstige plaatsen weer kunnen kiemen. De plataan groeit van oorsprong dan ook op waterrijke gronden. De boom wordt dan ook nergens in grotere hoeveelheden gevonden dan op de velden van Assyrië en de Oriënt langs de oevers van stromen en rivieren.
Historie.
(349) (417) De plataan was al in de oudheid geliefd. Vermoedelijk kwam die als heilige boom in zeer vroege tijden vanuit N. Azië naar Europa. Als thuisland is het gebergte van Voor Aziatische steppen gedacht waar de plataan op de Taurus tot 1500m stijgt. Theophrastus beschrijft een altijdgroene plataan waaronder Zeus zich met Europa verbindt. In zijn tijd was de plataan vermoedelijk nog zeldzaam. Plinius vermeldt dat de plataan oprukt naar het westen als een boom die nergens voor dient en alleen maar schaduw geeft. Geplant bij de tombe van Diomedes op het eiland Tremiti, dan geïmporteerd naar Grieks Sicilië door Dionysius de oudere (ca. 432-367 v Chr.), de tiran van Syracuse vervoerde platanen naar de stad Rhegium (Reggio di Calabria), waar het een groot wonder van zijn paleis was, volgens Plinius bronnen, vandaar kwam het in de 1ste eeuw naar het land van de Morini in Belgisch Gaul. Plinius gaat verder en beschrijft sommige legendarische platanen. Er was er een op de gronden van de Atheense academie, zegt hij, die wortels had van 15m lang. Licinius Mucianus, legaat van Lycië, hield een banket voor 19 mensen in een holle plataan te Lycië, 80 Romeinse voeten groot. Die holte zou geheel met mos bedekt zijn geweest zodat het geheel op een grot leek. De heerser Caligula zou in een andere voor 15 mensen plus bedienden een maaltijd gegeven hebben in een boomhuis dat gebouwd was in de takken van een plataan te Velletri.
Platanen kunnen geweldig oud en dik worden. Er zijn schijven van de oosterse gemeten van 15.4m doorsnede. In de buurt van de Griekse stad Kalavrita bevindt zich het boomheiligdom Plataniotissa. De tweestammige plataan, die volgens de legende er al in 352 n. Chr. bestond, is met de 23meter omvang bij de stamvoet de grootste bekende plataan. In het binnenste bevinden zich 2 ruimtes, een kleine altaar ruimte van 3 bij 3,50m en een daaraan aansluitende gebedsruimte die ruimte voor 6 personen biedt.
(213) Bekend is de boom geworden als de Plataan van Lydië of Ludie waar de grootvorst Xerxes door zo’n boom in vervoering raakte. Hij liet zijn leger van 1 700 000 man halt houden om de schoonheid en hoogheid van deze boom te bewonderen. Bij zijn vertrek liet hij die met sieraden omhangen en stelde er een speciale bewaker over aan. Toen hij gedwongen werd verder te gaan liet hij het beeld van de boom in een gouden medaille slaan die hij altijd bij zich droeg. Volgens Munting liet hij er een gouden band als een ring omheen slaan. Handel’ s Largo is de melodie die Xerxes zingt tot de boom in de opera;
“Er was nooit lieflijker en zoeter schaduw van enige boom
dan die van mijn beminde plataan”.
(Dodonaeus) ‘De Grieken schrijven dat hier vroeger een Platanus in Kreta was die steeds groen bleef. In Azië groeit er een met een zo’n dikke stam dat er een hol in gemaakt was dat vier en twintig meter dertig in de ronde besloeg waarin Lirinius Mucianus met z’n achttienen dikwijls zijn maaltijd gehouden heeft. En gewoonlijk worden die van Azië op de berg Taurus groeien zeer groot en daar zijn ze van zo’n aard dat ze in de winter hun schors verliezen zodat de loodkleurige schors voor een andere asgrauwe plaats maakt. Op de berg Athou in Griekenland wordt hij ook zo hoog als de cederbomen of dennenbomen van de berg Libanon.’
De plataan is de beroemde chenar van de Perzen en de Moghuls. Die verering is vermoedelijk te danken aan het feit dat de boom ontzettend oud kan worden met kolossale afmetingen. In Syrië hangt men aan de boom amuletten op. Ieder die voorbij een plataan gaat hangt er een lapje aan de takken of bladeren.
De grootste plataan van Europa staat in het dal van Bojukdere of Bujudere, een 3 mijl van Constantinopel. Die is 30m hoog en bij de grond heeft die een stamomvang van 50m en overschaduwde in de vorige eeuw 160 vierkante meter. Zijn ouderdom werd op 4 000 jaar geschat.
In ons land vindt men huizenhoge platanen in het landgoed Twickel, Huize ten Donk te Slikkerveer, in Rhederoord en grote stadsparken.
Uit Bock.
In de oudheid werd de plataan geplant door de rijken die graag in zijn schaduw wilden zitten en daar zelfs de vruchtbomen voor opofferden.
Talrijke legendes bewijzen de bekendheid van deze boom in Hellas waar de plataan nu nog vaak als symbolische boom in het midden van het dorp staat en door de moderne liederen bezongen wordt. De platanen van de Atheense academie waren beroemd.
In zijn bruiloftslied voor Helena vermeldt Theocritus dat de plataan gewijd is aan Helena. De sacrale betekenis is gelegen in de vijfpuntige bladen die de hand van de godin voorstelt in een zegenend gebaar, zoals ze dat vaak maakt op oude beeldjes. Ook in zijn jaarlijks afwerpen van de bast, de boom vernieuwt zich net als een slang, het symbool van wedergeboorte. Ofschoon Apollo zich later de plataan toegeëigende was het de heilige boom van de godin Helena op Kreta en Sparta. Zo was er ook de Helena boom die geplant was ter ere van Helena en Menelaos. De dienaressen van de tempel goten uit zilveren kannen olie op de wortels en aan de takken werden lotusbloemen gehangen.
Tot de 2de eeuw na Chr. kon men het hout van deze boom in Diana’s tempel bewonderen. Hij was aan Genius gewijd die je dikwijls met plataanbladeren bekroond ziet. Symbool van een genius.
Op een aarden heuvel van het Griekse eiland Kos staat de holle en imposante plataan van Hippocrates. Op elke folder of ansichtkaart van dit eiland wordt dit levende monument afgebeeld. Deze Methusalem onder de bomen zou 2300 jaar oud zijn. Naar het schijnt is deze boom geplant door de grondlegger van de geneeskunst, Hippocrates. Uit het geschrevene blijkt respect voor de “heilige” plataan. Hier kwamen de markthandelaars tezamen en gaf men colleges. Hippocrates gaf zijn lessen vaak buiten, in de schaduw van de plataan. In het asklepion, een tempelruïne even buiten de stad Kos ligt volgens de verhalen een stenen tablet met de inscriptie; “zolang deze boom blijft leven, zal de medische wetenschap blijven bestaan”.
Plengen.
De plataan was gebracht over de Ionische zee om de tombe van Diomedes te overschaduwen. Zijn tombe was gelegen in een van de kleine eilanden van de kust van Apulië. Vervolgens werd de boom geïntroduceerd in Sicilië en vandaar naar Italië, naar Rhegium door Dionysus en kwam nu zo ver dat de Morini (volk van Calais) belasting betalen moest voor zijn schaduw. Plinius verhaalt ook over platanen en spreekt zelfs over altijdgroene platanen, iets wat in zuidelijke streken kan voorkomen doordat de bomen laat in de herfst zijn bladeren laat vallen en weer vroeg in blad staan, zodat sommige exemplaren in de winter groen kunnen blijven. (Zelfs een vlier kan aan de Zwarte Zee in de winter zijn blad behouden) Homerus spreekt van altaren onder de plataan opgericht. Vertaling van Vondel:
“Wij bouwden bij een bron gewijde zoenaltaren
En smeekten met den geur, ten hemel opgevaren
In luwe schaduw van een groenenden Plataan
Waar langs ene beekje vloot, nabij zijn voet ontstaan
Toen sprong ene schrikbarende slang, met fonklend rood gespikkeld
Als door den Dondergod tot honger aangeprikkeld
Van onder ‘t outer (altaar) uit en sloeg zich om den boom’.
Dionysus hield de boom in hoge verering en sinds zijn tijd ontstond het gebruik om wijn, in plaats van water, over de wortels te gieten. Homerus, tweede boek Ilias, zingt:
‘Wij offerden den Goden op
Onze offerande van hondert stieren
In de schaduw van den Plaanboom’.
De Romeinen deden voor de Grieken niet onder en men verhaalt dat redenaars en staatslieden hun werk in de steek lieten en in de middag naar huis wandelden “om hun plataan te verfrissen en die een dronk wijn te offeren”. (Dodonaeus) ‘Plinius schrijft in het 1ste kapittel van zijn 12de boek aldus van deze boom: ‘Op de duur heeft men de Platanus in Italië in zo grote waarde gehouden dat sommige die met wijn begieten en besproeien en zo opvoeden en men heeft bevonden dat het de wortels zeer veel goed deed op die manier dat we de bomen wijn hebben leren drinken.’ Socrates hield onder de plataan zijn audiënties.
Maerlant, ‘Platanus, zoals Isidorus zegt, Is een boom die zijn twijgen al om en om te spreiden pleegt, vijftien voeten wijd, een te eren som. Zijn bladeren zijn breed en dun als wijngaardbladeren, zoals ik het ken. Om zijn twijgen en om zijn schaduw en om zijn schone bladen was hij wel waard en vrij en staat er immer een fontein bij. Men plant ze wel in konings hoven omdat hij van grote lof is (dat men ze met wijn begoot zodat hij zou groot groeien)’
Christelijk.
De verering van de plataan werd door de christenen overgenomen. Het werd een zinnebeeld van Maria. De H. St. Victor schreef: “Maria, besproeid door de stromen van de goddelijke genade is gelijk aan de plataan, naast de boorden der wateren geplant”. De Heilige Bernardus tot Maria: “Onder de schaduw van uwe beschutting wil ik uitrusten, want uw verkwikking is mij bovenmate lieflijk”.
Kandelabers.
Deze boom kan niet tegen zeewind en strakke wind van de kuststreken.
Deze kruising kan goed tegen smog en herstelt zich snel van verwondingen als wel snoeien en kandelaberen.
Van de 2,5km lange platanenlaan bij kasteel Hex in het Belgische Tongeren worden iedere 6 jaar de ovale kronen geschoren. Ook in Frankrijk is het gewoonte om zijn zijtakken te amputeren. Bij deze boom lijkt het ongewoon te zijn dat die zich normaal ontwikkelt. Laat je de plataan groeien dan wordt het een imposante boom van een 30m. Een statige en trotse kroon staat op een korte stam met takken die tot op de grond reiken.
Mogelijk komt dit doordat de boom veel last heeft van de bladziekte die door een zwam veroorzaakt wordt, (Gloeosporium nervisequum) wat de oorzaak is dat de bladeren in het voorjaar al snel vallen, door sterke groei is de boom dit weer snel de baas. Die sterke groei veroorzaakt bij laanbomen noodzaakt de eerste jaren tot terug snoeien omdat anders het evenwicht tussen kroon en stam verstoord wordt en de bomen scheef gaan groeien door de wind.
Clown.
Een stam die vooral opvalt vanwege de afschilferende schors, de olijfgroene schors is dan met zeegroene vlekken beschilderd die er in platen afvallen.
Het is de clown onder de bomen, deze nar trekt tegen de herfst een ander pakje aan. Het is alsof de bast door de bliksem is getroffen. Een Londense kerkenraad loofde eens beloning uit voor hen die inlichtingen konden geven over de boosdoeners die de stammen beschadigden.
Dit zullen de eersten niet zijn. Jaren geleden belde een mevrouw me eens op of ik eens wilde kijken naar de bomen voor haar huis. Bij terugkomst van vakantie zag ze de witte vlekken op de stam en dacht dat ze ziek waren. Het bleken dus platanen te zijn.
Bijbel.
De boom komt driemaal voor. De plataan groeit in waterrijke gronden en wordt dan ook nergens in grotere overvloed gevonden dan op de velden van Assyrië, het Heilig land, de Oriënt, langs de oevers van stromen en rivieren.
De plataan zou voorkomen in Genesis 30: 37 ‘Toen nam Jacob zich verse takken van populieren, amandelbomen en platanen, en schilde daarop witte strepen door het wit aan de takken te ontbloten’, Ezechiël 31: 8 ‘Ceders in Gods hof evenaarden hem niet, cipressen waren niet te vergelijken met zijn twijgen, en platanen haalden het niet bij zijn takken’, Ecclesiasticus 24: 14. In het Hebreeuws komt armon voor, wat in zijn wortel ‘naakt’ betekent, dat naar zijn afschilferende schors. Jacob nam takken van de plataan, wat zich vermoedelijk in Mesopotamië heeft afgespeeld, waar de plataan veel voorkomt. Ezechiël zal zeker bekend zijn geweest met de geweldige platanen van het oosten. Vooral door Ecclesiasticus. “En gelijk de plataan ben ik uit het water verhoogd”, kan het vrijwel niet anders zijn of de plataan is hier de enige mogelijkheid.
Planten.
Vermeerderen door ter plaatse te zaaien in februari.
Stekken zou ook kunnen, zomerstek in juni/juli met 0.5% ibz, winterstek met iaz 100mg per liter.
Ze worden meestal van winterstek gekweekt en liefst van goed uitgerijpt en kort hout.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl