Boswellia
Over Boswellia
Wierook. Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.
Uit F. Kohler, www.BioLib.de
Boswellia, is zo genoemd naar Dr. Boswell van Edinburgh.
Dit geurende geslacht komt met een 10tal soorten voor in Somaliland en in de buurt van Capa Cardafui, Socotra, de zuidoost kust van Arabië en Voor- Indië. Er zijn vier hoofdsoorten die de echte wierook leveren die in verschillende graden voorkomen naar de oogst en kwaliteit.
Het zijn kleine bomen of struiken met een schors die in dunne lagen als papier loslaat.
Aan het eind van de takken zitten de leerachtige geveerde, 7-9delige bladeren in groepen bijeen. Die zijn lang behaard en gezaagd en soms met viltige twijgen.
Roze stervormige en rood gestipte bloemen verspreiden een geur als van citroenen.
De gom vloeit er uit in de vorm van een brosse, glinsterende, ronde of ovale druppel en is wit, geel of licht rood van kleur. De gom wordt verkregen door insnijdingen in de bast te maken. De eerste van die insnijdingen geeft de zuiverste en witste gom, die later wordt verkregen is gevlekt met geel of rood en bij ouderdom verliest het geheel zijn witheid. Het smaakt bitter en geeft een sterke balsemachtige geur in de vorm van een vluchtige olie als het verwarmd wordt of verbrand.
Burseraceae.
Boswellia carterii, Birdw. (Engelse botanist bij de Royal Botanic Garden te Kew, Susan Carter Holes, 1933) (Boswellia sacra, Flueck.) (geheiligd) is afkomstig uit Hadramaut en de kusten van zuidoost Arabi, de bergkusten van Somali.
Wierook hiervan komt als luban-mati in de handel.
Het is de Arabische wierook, Arabian frankincense, de beste komt van Oman en Jemen. Volgens westerse kopers zijn de hoogste graden Silver en Hojari. Die van Oman beschouwen Silver als de beste, mogelijk naar de klimatolische omstandigheden omdat Hojari het beste ruikt in relatief koud, vochtig klimaat van Europa, verder hangt het af van de grootte en gewicht. Er is ook Maydi wierook dat van Boswellia frereana komt. Sommigen beschouwen Boswellia sacra, uit Oman en Jemen, en Boswellia carterii, die in Somali groeit, als 1 soort die dan Boswellia sacra genoemd zou moeten worden. Somalischer Weihrauch en Arabischer Weihrauch.
Uit www.sonnlicht.de
Boswellia frereana Birdw. (van de paters die het gebruiken in de Koptische kerk) Groeit in N. Somalië waar het door de inwoners maydi genoemd wordt als koning van alle wierook. In het westen wordt het koptische wierook, coptic frankincense, genoemd omdat het door de Koptisch kerk van Egypte gebruikt wordt. Meest wordt het gebruikt door Saoedi Arabië waar het gebracht wordt door Moslim pelgrims.
Duits Elemi-Weihrauch.
Uit Roxburgh.
=Boswellia serrata Triana (gezaagd) is een gemiddeld tot grote vertakte boom die in droge, heuvelachtige gebieden in India wordt gevonden. Uit de stam wordt een gomachtig extract gewonnen. Het is de Indische wierookboom, Engelse Indian olibanum tree, salai en Franse arbre a encens de l'inde.
Uit carlygoogles.blogspot.com
Boswellia thurifera Roxb. (wierook leverend) is een boom uit Centraal India die het blad in een kroon heeft staan op het eind van de takken.
Levert een olibanum van de handel en verhit is dit zeer geurend.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) 'Dan al is deze boom zo onbekend, de hars die daarvan komt is zoveel bekender die wieroock genoemd wordt in onze taal, in het Hoogduits Weyhrauch.'
Wierook, wijrook: gewijde rook, Duits Weihrauch.
(Dodonaeus b) 'Het heet in het Latijn Tus, tundendo of ook Thus naar het Griekse woord omdat de heidenen dat gebruikten in de berokingen die ze ter eren van hun Goden deden net zoals dat tegenwoordig in de Christen kerken gebrand wordt, in het Frans encens, in het Italiaans incenso, in het Spaans encienso.'
Frans encens, Spaans incienso, Italiaans en Portugees incenzo, frankincense of incense heet de wierook in het Engels, zie King Lear v, 3,21. 'The gods themselves throw incense.' De Griekse naam frank‑incense: betekent vrij brandend, free‑lighting. Het woord frank komt wel van de Franse kruisvaarders die het meebrachten naar Europa.
Het is een rookmiddel dat in de R.K. en Griekse kerk als rookmiddel gebruikt wordt en zelden in de artsenij. De Katholieke kerk gebruikt de wierook om de zinnebeeldige betekenissen die daaraan verbonden zijn, bijvoorbeeld de wierook stijgt op in rookwolken, =symbool van het naar de hemel opstijgend gebed.
Dodonaeus 'Het heet in het Grieks Libanos en daarnaar in de apotheken Olibanum, in het Arabisch lovan en conder. De boom zelf heet ook lovan. Dan de naam Olibanum wordt aan de witte wierook het meest gegeven. Diegene die zeggen dat de wierook in Azi groeit en vooral in Syrie bij de berg Libanon en daarnaar Olibanum heet zijn zeer bedrogen.'
Ze zijn bekend als stamplanten van olibanum of wierook, de Engelse olibanum tree, Duits Olibanum, Frans oliban, mogelijk van Arabisch al-lubān; ruig vertaald, dat wat komt van melken, naar het melkachtige sap. Een gomhars dat gemengd wordt met andere stoffen en zowel in Europa als in andere landen voor religieuze doeleinden gebruikt wordt.
Het melkachtige sap wordt olibanum genoemd, vergelijk het Hebreeuws levonah of lebonah: melk, luban betekent melk van Arabieren en zo ook libanotis en labanum, de Libanon, olie van de Lebanon omdat de Libanon de plaats was waar het verkocht werd een aan de Europeanen. Arabisch lubban. Vergelijk Exodus 30:34, waar het duidelijk levonah genoemd wordt; wit of Libanees in Hebreeuws. De witte melk was mogelijk een mix van gom Pinus halepensis, Sabina phoenicia, Juniperus oxcycedrus en andere bomen die inlands zijn in de Libanon en vandaar stamt mogelijk de oorsprong van de naam en handelsplaats.
Dodonaeus (d) 'Het Tus Indicum of Indum heet zo naar zijn bruine kleur want deze boom groet niet in Indien, zoals gezegd is, maar in Arabi. Dan hetgeen dat Indiaanse wierook heet is bruin of zwartachtig en wordt rond gemaakt of gerold en wordt op den duur geler en heet Atomum of Syagrum. Een soort heet eigenlijk wierook van Arabi, Tus Arabicum, en is bijna zo goed als het mannetje en wordt soms Copiscum genoemd, maar is veel kleiner en geler. Een soort heet Amonita die wit is, maar taai als mastiek en niet breekbaar, dan die is vervalst met murwe hars en gom en daarom geeft het geen vlam, maar de harsachtigheid vergaat alleen in rook, dan echte wierook brandt terstond en is ook beter van reukծ Dat zal wel het wierook zijn dat uit Indien komt en vandaar:'
Dodonaeus 'Sommige maken er twee geslachten van. Het eerste is Tus montanum, dat is berg wierookboom die de beste wierook draagt. Het andere geslacht groeit in de lage of vlakke velden en geeft heel slechte wierook die met andere harsen vermengd wordt om de schepen mee te besmeren en te dichten net zoals men hier met pek doet. Een soort daarvan heet in het Arabisch of Indiaans melato en in het Latijn Tus masculum, dat is wierook mannetje die eigenlijk en vanzelf rond is en de beste van allen en wit als ze gebroken wordt, binnen vet die terstond brandt als men ze op de kolen legt. De andere soort heet wierook wijfje, in het Latijn Tus foeminimum, die brandt ook gauw; maar is zachter, meer harsig en niet zo wit. Dan Pyrard schrijft dat de wierook in Oost- Indië omtrent Goa zo algemeen is dat ze hun schepen daarmee van buiten bestrijken zoals wij met pek of teer plegen te doen. Dan hij meent misschien die heel slechte of gemengde wierook daar we boven van gesproken hebben'.
Gebruik.
Het hout van de boom is zwaar, hard en duurzaam. De wierook wordt verkregen door eind februari de dunne buitenbast eraf te halen, wat een maand later herhaald wordt, zodat het sap dan uit de binnenbast stroomt. Dit broze sap wordt wel gekookt met olie om het zachter te maken. Dit sap is in het oosten wel gebruikt als pek voor de bodem van schepen en in droge staat als wierook
Het gebruik was vroeger zo. (164, 562) Ԉet vult en heelt de holle zweren, geneest de bloedige wonden, weerstaat alle uitbreken van het bloed al kwam het uit de vliesjes van de hersens. Het verdrijft de schemering van de ogen en met melk en een doek gewreven verzoet het de kwade lopende gaten en zweren van alle leden, daarop gelegd, met azijn en pek neemt ze het begin van de wratten weg en de mismaaktheid van de huid en kwade schurft in het aanzicht, met varkensvet of ganzenvet geneest het de verbranding. Wierook met olie van rozen is goed op de zwerende borsten gestreken en wordt gebruikt tegen de gebreken van de strot, borst en ingewand. Wierook gedronken is goed tegen bloedspuwen, maar van de gezonde mensen ingenomen maakt het dolheid, ja te veel met wijn ingenomen is dodelijk.
Thus, zoals Platearius en Plinius zegt, is een boom die pleegt te groeien in het land van Arabië. Edel en goed ruikend is het. Lang en met veel twijgen, goed bebladerd min of meer, dan alsof het een perenboom ware. Voor de oogsttijd alle jaar snijdt men zijn huid door, dan loopt er een soort gom uit en die verhard dan aan het hout.
Historie.
Het gebruik van wierook in de tempel reikt tot de hoogste oudheid. Sanskriet schrijven over olibanum als Kundurū.
Feniciërs en Egyptenaren haalden de gom als grote kostbaarheid uit Arabië. Naar een inschrift in de tempel van Dayr el Bahri werden ook levende wierookplanten per schip vervoerd en aan Ammon gewijd. De Egyptenaren vermaalden de verkoolde gom in een poeder dat kohl genoemd werd. Dat werd gebruikt als zwarte ooglijner dat je op veel Egyptisch afbeeldingen ziet
Het orakel van de god Ammon horende ging koningin Hatschepsus, 1493 v. Chr., met 5 grote schepen door de Rode Zee naar het fabelachtige Punt of Poent bij de Somaliakust, om zeldzame schatten als goud, ivoor, ebbenhout, luipaarden en negers te halen. Onder de vracht zouden ook 31 wierookstruiken in met moederaarde gevulde houten korven bevonden hebben. Bij de Egyptenaren werd het in vele cultushandelingen gebruikt en bij mummificering. Zo noemden de oude Egyptenaren de harsparels 'het zweet van de goden.'
50 000 wierookpannen zouden ononderbroken in het Paleis van Salomon hun geur gegeven hebben. Ook in de Hebreeuwse en Griekse oudheid werd wierook in tempels gebruikt. De Griekse historieschrijver Herodotus kende wierook en wist dat het geoogst werd van bomen in Z. Arabië. Hij vermeldt dat het gevaarlijk was om de gom te oogsten vanwege giftige slangen die in die bomen leefden en gaat verder dat de Arabieren dit probleem oplosten door er styrax omheen te branden wiens rook de slangen zou verdrijven.
Plinius verhaalt dat men wierook uit Arabië haalde en grote aandacht had om het voor diefstal te vrijwaren. In Alexandrië werd de wierook gezuiverd en voor verkoop klaar gemaakt. Men kon er niet genoeg opletten en nog werd men bestolen. De arbeider die dit deed was geheel naakt, met maar een kort beenkleed die toegenaaid en verzegeld werd zodat hij er niets in kon steken. Op de kop had hij een masker zodat hij niets in zijn mond of oren kon steken. Als hij naar huis ging werd hij poedelnaakt uitgekleed.
De geur zou het leven vertegenwoordigen in Hebreeuwse, Christelijke en Islamitische geloven die het gebruikten gemengd met olin om pas geboren te zalven en individuele om ze een nieuwe fase in hun geestelijk leven te geven. De traditionele oosterse heelkunde, bijvoorbeeld in de canon van de medicijnen, 'Qanun al-Tibbvom' van de Perzisch ㈡kim.' Avicenna die in die gebieden als 'abu Ali Senna' bekend is, daar werd de het innerlijk gebruik van wierookparels voor versterking van de geest en verstand,' aanbevolen.
In de tijd van de republiek werd het oude voorgeschreven offer van de Romeinen vervangen door wierook en bij bid en dankgebed liet men wierookkorrels in speciaal daarvoor bestemde vazen, acerra, in vuur verbranden. Keizer en stadhouder werden bij hun intocht in een stad met wierook vooraf gegaan, als teken van huldiging, ook om de stank van de kleren te verdringen. Nero gebruikte ook een enorme hoeveelheid bij de begrafenis van Poppaa. De Romeinse keizers lieten zich als 'minus et Deus' (㈥er en God' vereren en verlangden rookoffers voor hun beeld. De vroege Christenen legden die goddelijke verering van de keizer af en moesten daardoor vervolging dulden. Op deze grond was wierook in het begin veracht en spraken de kerkvaders zich daartegen uit. Pas veel later kwam wierook in gebruik nadat er heidense elementen aan toegevoegd werden. Doorslaggevend was de hervorming van keizer Constantijn in de kerkvoering, de geestelijken en vooral de bisschoppen kregen een volledig nieuwe rechtsstatus. Ze werden nu rijksbeambten en dat op een hoge post en konden recht spreken. Met deze rangverhoging ging ook waarschijnlijk het recht op de daarbij behorende statussymbolen mee en vandaar is ook wel het gebruik te verklaren dat bij een intocht van een bisschop een lichtdrager en wierookvat vooraf ging. In die vorm komt wierook voor het eerst voor in de liturgie. Het beroken van het altaar was in Rome in de 9de eeuw nog onbekend, werd later ingevoerd vanuit de Karolingische cultuur die sterk door Constantinopel beïnvloed was, zo brengt de liturgie van St. Denis vele directe citaten uit de Griekse liturgie waaronder ook vier berokingen zijn.
Met de groei van de Christenen verminderde eerst de markt voor wierook in de 4de eeuw (kwam later weer op vooral door de kruisvaarders). Door desert werking werd de karavaanroute door Rub al Khali van Arabië moeilijker en droogde vrijwel op na invallen van de nomadische Parthen rond 300. Het verlies van Ubar, soms geïdentificeerd met Irem wat nu de stad Shisr is in Oman, zou een centrum van wierookhandel geweest zijn langs de net ontdekte wierookweg, incense road, in 1990.
Arabieren.
De Mohammedaanse schrijvers spreken over verschillende soorten, de 1ste geeft diep gele tranen en wordt Kundur Zakar genoemd of mannelijke wierook genoemd, de 2de wordt Kundur Unsa of vrouwelijke wierook genoemd, de 3de Kundur Madahraj, kunstmatige tranen die gemaakt worden door de vochtige substantie in een mand te schudden, 4de Kishar Kundur of Kashfa, die van de gesneden bast komt, 5de Dukak Kundur, of stof van wierook. De eerste wordt het meest gewaardeerd.
Wierook was ook een kostbaar handelsartikel van de Arabieren en stond gelijk aan balsem. De doodstraf stond op het betreden van de plantages door vreemden. Zijn standplaats werd eeuwenlang als een geheim bewaard. De Arabieren vertellen dat de wierook niet verzameld zal worden of van de boom gewonnen kan worden dan door heilige mannen en gelovigen en niet verontreinigd wordt door vrouwen tijdens het verzamelen. De gom wordt vervoerd per kameel naar de stad Sabocriam. Het is wettelijk niet toegestaan om dit via een andere weg te doen. Het behoort niet om er om te vragen of om van de koopprijs af te dingen voordat er een portie geofferd is aan hun god.
De Arabieren betaalden een jaarlijkse tribuut van 100 talenten in de vorm van wierook aan Darios. Plutarchus verhaalt dat Alexander de Grote, na verovering van Gaza, 500 talenten wierook en 100 talenten mirre naar Macedonië zond. De Chinezen kwamen ongeveer 1000 na Chr. Door middel van de Arabieren met wierook in aanraking.
Bijbel.
Historisch komt het gebruik van wierook bij de Christenen uit de cultuur van de Israëlieten in wiens tempel wierook verbrand werd. Oorspronkelijk komt het uit de Kanaanitische cultuur werd wierook geleidelijk aan als 'vernieuwing' gebruikt, later in de tempel godsdienst. In de tweede tempel, rond 540 v. Chr., bevond zich bij een voorhang van het Allerheiligste een reukofferaltaar waar s morgens en met de avond een reukoffer gebrand werd.
Het wordt 22 maal vermeld in de bijbel en 16 maal in verband met godsdienst, 2 maal als eer, eens als handelsartikel en 3 maal als een product van de koninklijke tuin van Salomon. Het werd waarschijnlijk exclusief voor de tempeldienst gebruikt in Salomons tijd.
Dat zou de wierook zijn van Genesis. Op de meeste plaatsen komt het woord miktar, kitter of koter en kitteroth of ketoret in de bijbel voor. De geschriften van Theophrastus en andere oude schrijvers komen met de bijbel tot de conclusie dat de Hebreeërs al hun wierook importeerden uit Arabië en vooral uit de regionen van Sheba. (Saba)
Dit zou de echte wierookboom van de ouden zijn en is inlands in Arabië en vooral rond Sheba. Vergelijk Jesaja 60: 6, Jeremia 6:20, langs de kust van Hadramaut en Somalië en nooit in Syrië of India. Deze wierook is echter inferieur aan de oosterse, die dan met de opkomst van de handel deze mogelijk verdrongen kan hebben.
Wierook is er in verschillende kleuren. De beste soort is bros, glinsterend en bitter van smaak en ruikt aromatisch, vooral bij opwarmen Exodus 30: 1, 7-9 en 34/36, Leviticus 2: 1-2 en 15-16, 5: 11, 6: 15, 10: 1, 16: 12-13, 24: 7, Numeri 5: 15, 7: 14, 20, 26, 32, 38, 44, 50, 56, 68, 74, 80 en 86, 16: 46, 2 Koningen 17: 10-11, 18: 4,, 23: 5, 1 Kronieken 9: 29, 2 Kronieken 28: 4, 34: 25, Nehemia 13: 5 en 9, Hooglied 3: 6, 4: 6, Jesaja 43: 23, 60: 6, 65: 3, Jeremia 11: 12 en 17, 17: 26, 41: 5, 48: 35, 48: 35, Mattheus 2: 11, Lucas 1: 9-10, Openbaringen 5: 8, 8: 3-4, 18: 13..
De Arabieren, vooral de oasebewoners, doen een stukje ervan in een komfoor die van hand tot hand gaat met het koffiedrinken op zondag. Als de kom weer terug komt wordt die een moment onder de mantel gehouden om die te laten geuren, hierna ruikt hij er een of twee maal aan en geeft hem dan aan zijn buurman. Dit oude gebruik is mogelijk al vermeld in Psalm 45: 9 .Mirre, alo en kassia zijn al uw klederen.'
Wierook kon vroeger alleen door koningen en rijke mensen betaald worden. Wilde men iemand een koninklijk geschenk geven dan gaf men wierook.
Mattheus 2:11: 'Zij gaven hun giften, goud, wierook en mirre.' Goud voor het koningschap, wierook voor heiligheid en mirre (zie Commiphora) om het lijden te symboliseren.
Een van de drie koningen is wit, de ander zwart en de derde bruin. De witte offert goud, symbool van leven en licht, de zwarte mirre, zinnebeeld van dood en nacht en de bruine wierook, zinnebeeld van het goddelijk dogma. In de Apocalyps 5,8 is de wierook in gouden schalen een zinnebeeld van de gebeden van de heiligen: 'Thialas aureas plenas odoramentorum quae sunt orationes sanctorum.'
Wierook.
Vondel, Altaargeheimen 824;
'Breng wierroock, gout, gesteente, en stryck uw' roem
Ter eere van deze outerleliebloem
Wat eere kan te hoogh ten hemel steigeren
Zoo Englen zelfs 't altaer geen wierroock weigeren.'
idem 953;
'Altaer verstrecke een voet, daer Godt op rust
Brengt nardus: zalft, bewierroockt, wacht en kust.'
Per funum.
Parfums, de Romeinen gaven hun gaven Ұer funumӬ (parfum) via rook, naar de goden. Ze zijn en waren in het Oosten in gebruik om te getuigen van respect voor de bezoekers (Danil 2: 46). De Hebreeërs hadden twee gewijde parfums, een van wierook en de ander van olie. (Exodus 30: 23/38, Spreuken 7: 17, Psalm 45: 8, Hooglied 3: 6) Zo lag Asa (2 Kronieken 16: 4) in een bed van specerijen en een gedeelte hiervan werd verbrand ter eren van de begravene. Mogelijk naar dit gebruik zien we de mirre en alo bij de Heer. Wierook werd een symbool van gebed en zijn opstijgende rook werd vergeleken met de gebeden die aan God werden opgedragen (Psalm141: 2) Wierook werd aan de mensen geofferd als een gift van grote eer. Het was vaak een element van afgoderij (2 Kronieken 34: 25, Jereremia11: 12/17, 48: 35.)
Wierook had een ontsmettende werking in de tempels tijdens offeranden van dieren, zie hysop. Geurende kruiden, de bestrijding van stank, de stank van het kwaad. Het roken en zuiveren van kleren, gebouwen en dergelijke heeft misschien oorspronkelijk een functioneel doel gehad en is door de priesters tot een geestelijke zuivering verheven. De meeste oude rites zijn naar hun oorspronkelijke doel of iets dergelijks af te leiden.
De Scythinnen, de vrouwen aan de oever van de Zwarte Zee, wreven in Herodotus tijd al cederhout, cipressen en wierook over stenen en mengden dit met water en wreven met die brij hun gezicht en lichaam in. Na die behandeling wasten ze zich en roken heerlijk, de huid was zacht en schoon geworden.
Wierook kan ook gemaakt worden van verschillende Apiaceae. Verschillende soorten van dit geslacht werden dan ook verzameld onder de naam Libanotis (Wierook) Vele coniferen soorten kunnen ook voor dit doel gebruikt worden. Bij ons het hout van Thuja occidentalis en het gewas van Juniperus squamata 'Meyer.' Ook mengsels zijn in gebruik.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl