Corynephorus
Over Corynephorus
Buntgras, vorm, grassen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit J. Kops, www.BioLib.de 1 soort. Poaceae, grassen, Agrostidaea familie.
Corynephorus canescens, P. B. (grijsachtig behaard) De grijsblauwgroene plant wordt 10 tot 35 cm hoog.
Vele stijve bladen die borstelvormig, zilverig grauwgroen en ruw zijn, 0,5 mm breed en 6 cm lang. De bladscheden zijn roodachtig-purper, iets ruw en onbehaard.
De pluim op de lange stengel is roodachtig, er zit wat roods en ook wat wits bij. Tijdens de bloei spreidt de pluim zich uit, juli.
Meerjarig. Het spitse tongetje is 2 mm lang.
Buntgras groeit veel op arme en droge gronden, zandstreken, heide en kalkarme duingronden in bolvormige zoden van 20cm hoog. De plant komt van naturen voor in het westen van Europa, vanaf Zuid-Scandinaviƫ tot aan de Middellandse Zee. De plant is zo smakeloos dat hij zelfs niet door schapen wordt gegeten.
Naam, etymologie.
(a) Corynephorus, Grieks koryne: knots, phoro: dragen, omdat de naald in een knots uitloopt, Engels club-grass.
(b) Buntgras of bentgras, Fries lytse bjint, Duits Bunke, Engelse benttgras. De naam komt voor in de plaatsnamen Bentley, Bensted en Bentham, bij ons Bentveld wat stamt uit benetfelda, vergelijk oud-Saksisch Binitin: biezen, oud-Hoogduits Binuz, nieuw-Hoogduits Binse, oud-Engels beonet: riet. Zo is ook de streek Benderse genoemd naar een weide met buntgras en verder De Bente, Bentelo, Benthuizen, en mogelijk Buntschoten.
(c) Duits Silbergras en Engels grey hair grass, Frans corynphore blanchtre, canche des sables.
Gebruik.
Voor de bloei is het smal en werd wel gesneden om er bezems van te maken en tot het overkleden van bijenkorven. Heeft wat ruwe bladen die toch nog wel gebruikt werden om matrassen te vullen.
Planten.
Vermeerderen door zaaien bij 20 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl