Tripleurospermum

Over Tripleurospermum

Reukloze kamille, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Uit M. Vogtherr.

Nauw verwant aan Matricaria, het verschil zit hem in de zaden, deze groep heeft 2 zaadribben en Matricaria 4.

Asteraceae, Helenium klasse.

=Tripleurospermum maritimum (L.) W. D. J. Koch subsp. inodorum (L.) Appleq. (van de zee en geurloos). (Tripleurospermum maritima, Koch.) (de oude naam was Matricaria inodora, Clapham. )(reukloos)

Stengels vertakt en spreidend, 30cm hoog.

Bladen zittend en tweemaal gedeeld, de deelblaadjes zijn draadachtig.

Gele bloemharten en lange witte bloemstralen. De geur is niet aromatisch en toch krachtig en onplezierig, in juni tot het eind van de herfst. De bloemen zijn groot en zitten op kale stengels

Eenjarig.

Naam, etymologie.

Tripleurospermum, Grieks treis: drie, spermum: zaden, drie zaden.

(Dodonaeus) (a) ‘De tweede soort van wilde kamille wordt in onze tijden op het Latijn Cotula non foetida genoemd en Cotula alba’.

Reukloze kamille, Engelse scentless mayweed. Duitse falsche Kamille.

(b) Gewoonlijk heet het Oculus bovis en Buphthalmum, in het Nederduits coedille en koe-ooghe, in het Hoogduits Kuhdil, Hundsaug, Kuhaug, in het Spaans mancanilla loca, ojo de buey, in het Italiaans occhio di bovo. Leonarthus Fuchsius is van mening dat dit het echte Buphthalmum van de ouders is, maar wij zijn van mening dat het geen ander echte en ware Buphthalmum is dan hetgeen dat we hierna met de naam van Buphthalmum beschrijven zullen. Daarom zullen we dit kruid niet Buphthalmum noemen, hoewel dat het met die naam overal bekend is geweest, maar het veel liever de naam van Cotula en koedille geven en voor een soort van wilde kamille houden’.

Engelse dog gowan, may weed, scentless mayweed, scentless chamomile, wild chamomile, mayweed, false chamomile, German chamomile, Baldr’s brow, zie Matricaria, Franse matricaire inodore.

Tripleurospermum maritimum (L.) W. D. J. Koch subsp. maritimum die op zilte gronden groeit. (Matricaria maritima, L. (van de zee) is een reukloze kamille.

De bloem heeft witte lintbloemen die later gaan hangen, de buisbloemen zijn geel in juni tot oktober. Deze eenjarige kamille bezit een holle bloembodem.

Bepaalde selecties hebben uitsluitend lintbloempjes, de gele schijf met buisbloempjes is dan geheel verdwenen.

Een ouderwetse plantje van 25cm die bij boerderijen voorkomt.

Tripleuropspermum maritimum (L.) W. D. J. Koch subsp. phaeocephalum (Rupr.) Hämet-Ahti, (met donkergrijze hoofden) groeit in noordelijke, Arctische gebieden, arctic chamomile, sea shore chamomile.

Uit www.wildflowers.co.il

Tripleuropspermum oreades Rech. (van de bergen) (Matricaria oreades, Boiss.) Hele plant is zacht behaard.

Langwerpige en dubbel geveerde bladeren met korte, smal lijnvormige, spitse slippen, de onderste bladeren zijn gesteeld, de bovenste zittend.

Stengels liggend tot opstijgend.

Alleenstaande en kleine bloemhoofdjes met witte lint en gele schijfbloempjes, langwerpige omwindselblaadjes met bruine en droog vliezige rand die aan de voet behaard zijn in april/juni

Gerimpelde vruchtjes met witte haarkroon.

Dichte zoden vormende plant. Kan veel droogte verdragen.

Uit Syrië en Klein Azië wordt 15-20cm hoog.

Duitse Mooskamille, tufting daisy.

Tripleurospermum oreades var. tchihatchewii (Pierre A. de Tchilatchev, Russische aardrijkskundige, 1812-1890) (Matricaria tchihatchewii, Voss.)

Gehele plant is aanliggend behaard en vormt dichte zoden.

Gesteelde, donker groene bladeren zijn eivormig en handvormig geveerd, diep ingesneden met lijnvormige, spitse slippen.

Liggende tot opgerichte stengels.

Alleenstaande bloemhoofdjes zijn 4cm groot met witte lint en gele schijfbloemen, langwerpige omwindselblaadjes zijn stomp met een smalle, bruinachtige rand in april/juni.

Wat rimpelige vruchtjes met witte haarkroon.

Uit Klein Azië wordt 10-25cm hoog.

Is beschreven in 1869.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/