Stenotaphrum
Over Stenotaphrum
St. Augustinusgras, vorm, grassen, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit apps.rhs.org.uk
Naam, etymologie.
Stenotaphrum, Grieks stenos: smal, taphros; geul, de manier waarop de bloemen in de holte van de centrale spil staan, of de hoofdas van de bloeiwijze heeft smalle groefjes.
Kruipende grassen met platte bladeren en smalle, platte aren.
Een 3 soorten uit de tropische gebieden. 1 soort wordt gebruikt als Bermuda gras om zand vast te leggen vanwege zijn kruipende vorm.
Poaceae, grassen.
Stenotaphrum secundatum, Kuntze. (de tweede of naar 1 zijde gekeerd) Bladeren zijn langwerpig en plat, vrij breed en nooit langer dan 12 cm, overal even breed en vragen weinig maaiwerk. Het gras wordt maar weinig minder en houdt geen regen of dauw vast en wordt daarom in hete streken in gebruik als tuingras, behoeft ook niet veel water.
De onopvallende bloeiaar is opgaand, er zijn er meestal maar een paar.
Groeit op elke grond en zelfs in de schaduw, vormt uitlopers aan de knopen.
St. Augustine grass is een plant met kruipende stengels die 25cm hoog wordt uit Z. Amerika.
Þ goudbonte vorm ‘Variegatum’ wordt hier wel als solitair gekweekt voor kamercultuur.
St. Augustine grass, Charleston Grass in South Carolina.
Planten.
Vermeerderen door scheuren.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl