Echinacea
Over Echinacea
Zonnehoed, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Echinacea. De naam Brauneria van Necker uit 1790 is ouder maar de naam Echinacea van Moench uit 1794 behoort tot de nomina conservanda.
Uit Curtis botanical magazine.
De rode zonnehoed verschilt van de gele Rudbeckia doordat de lintbloemen vlees- tot roze- en purperkleurig zijn, die van Rudbeckia zijn geel tot oranjegeel.
9 soorten zijn er van dit geslacht in N. Amerika.
Stevige en wat luchtige planten.
Hun bloemhoofden zijn zeer aantrekkelijk en die zie je een paar maanden lang in de nazomer.
Asteracea, Helianthus klasse.
=Echinacea angustifolia, DC. (met smalle bladeren)
Lancetvormige bladeren die donkergroen en spits zijn, behaard en gaafrandig met 3 nerven, 3-20cm lang en 1-1.5cm breed, de onderste lang gesteeld, de bovenste zittend.
Opstaande en behaarde stengels.
De 10-15 straalbloemen hangen niet en zijn purperachtig, 2.5-4cm lang en 3-10mm breed, omwindselblaadjes lijn/lancetvormige, spits en dicht behaard in juli/september.
Uit Dakota tot Kansas, Texas en Wyoming wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1861.
‘Albiflora’, verschilt door de witte bloemhoofdjes.
Naam.
Narrow-leaved purple coneflower, blacksamson echinacea. Schmalblattriger Sonnenhut, smalle zonnehoed.
Echinacea atrorubens, Bergm. (donker rood) Lang lancetvormige bladeren tot smalle elliptisch met fijn gewimperde randen, 10-20cm lang en 1-2cm breed, de onderste lang gesteeld, de bovenste zittend.
Opstaande stengels die bovenaan soms wat behaard zijn.
De 12-20 straalbloemen zijn purper/rood en 2-4cm lang, weinig of niet hangend met lancetvormige omwindselblaadjes die gewimperd zijn in juli/september.
Uit Arkansas en Missouri, wordt 50-80cm hoog.
Topeka purple cone flower.
Uit M. Catesby.
Echinacea laevigata, Blake. (glad) Lancetvormige bladeren zijn glad en 10-30cm lang, 2-6mm breed, de onderste lang gesteeld en gaafrandig tot getand, de bovenste kort gesteeld tot zittend en fijn getand.
Opstaande en onbehaarde stengels.
De 10-15 straalbloemen zijn wat hangend en roze, 3-6cm lang met lijn/lancetvormige omwindselblaadjes die fijn gewimperd zijn in juli/september.
Uit Pennsylvania tot Carolina en Texas wordt 80-125cm hoog. Is als een van de weinige niet gebruikt in inheemse kruidkunde.
Smooth purple coneflower.
Uit www.missouribotanicalgarden.org
Echinacea pallida, Nutt. (bleek) Donkergroene bladeren zijn breed lancetvormig en spits, 3nervig en aan de kanten behaard, 10-30cm lang en 1-4cm breed, de onderste lang gesteeld, de bovenste kort gesteeld tot zittend.
Opstaande stengels zijn behaard.
Zeer grote bloemhoofdjes met 10-15 purper/roze straalbloemen die hangen en 4-9cm lang, 5-8mm breed met lancetvormige omwindselblaadjes die behaard zijn in juli/september.
Uit Illinois tot Missouri, Nebraska en Texas, wordt 70-100cm hoog.
Naam.
Egelzonnehoed, pale purple coneflower. Blassfarbener Sonnenhut.
Uit en.wikipedia.org
Echinacea paradoxa, Britt. & Br. (vreemd of zeldzaam, tegen de mening in, dus onverwacht, dus botanisch zeldzaam)
Opstaande en geelachtig/groene stengels die behaard zijn.
Smal langwerpige bladeren tot lang elliptische die licht groen zijn met 3 nerven, aan beide kanten wat behaard, 10-25cm lang en 1-4cm breed, de onderste lang gesteeld.
De straalbloemen hangen en zijn donker geel, 3-6cm lang en 3-8mm breed met lancetvormige omwindselblaadjes die spits en behaard zijn in juli/september.
Uit Missouri tot Oklahoma en Texas wordt 40-90cm hoog.
Gele zonnehoed, yellow coneflower, bush purple coneflower.
Uit Curtis botanical magazine.
Echinacea purpurea, Moench. (purper) Ei- tot lancetvormige bladeren zijn heldergroen met 3-5nerven, spits en onderaan gezaagd/getand, aan beide kanten behaard, 10-35cm lang en 3-9cm breed, de onderste lang gesteeld, de bovenste kort gesteeld en vaak gaafrandig.
Opstaande en stevige stengels die onder aan wat behaard zijn.
De 10-20 straalbloemen hangen en zijn dof purper, 3-6cm lang en 0.5-1cm breed met lijn/lancetvormige omwindselblaadjes die toegespitst en gaafrandig zijn, fijn behaard in juli/september.
De purperen stamt uit N. Amerika van Ohio tot Iowa en zuidelijker en wordt 80-125cm hoog. Eastern purple coneflower.
De plant is al 1692 beschreven, maar werd vrijwel niet opgemerkt. Het is de oude Rudbeckia purpurea Ԕhe Kingծ
Var. serotina verschilt door de stijve beharing en lagere straalbloemen die breder en vlak zijn, donkerder van kleur en weinig of niet hangen, allen de topeinde zijn wat omgebogen met wat latere bloei in augustus/oktober.
Hybriden zijn ontstaan uit kruisingen tussen purpurea x angustifolia, laevigata en pallida
Ze hebben de sterke groeiwijze van purpurea met bloemhoofdjes die de werking vertonen van pallida, laevigata en angustifolia. Uit zaad krijg je allerhande variaties die verschillen in hoogte, grootte en vorm en kleur.
Ze vallen op door de brede en niet hangende straalbloemen.
'King of Echinaceas’, heeft ruim 10cm grote lichtend purper/roze bloemhoofdjes. Gewonnen door G. Downer, kweker uit Chichester, Engeland.
‘Leuchtstern,’ met 10cm grote levendig karmijn/purperen bloemhoofdjes.
‘Atropurpurea,’ met vrij grote bloemhoofdjes van een zeer donkere purper/rode kleur. De laatste twee zijn gewonnen door L. Lindner, kweker te Eisenach in Duitsland.
‘The King,’ heeft ruim 12.5cm grote bloemhoofdjes met een prachtige oudroze tint. Gewonnen door Taylor, kweker te Bracknell, Engeland.
Maia,’ heeft zeer grote zacht purper/roze bloemhoofdjes die vrijwel wit uitbloeien. Gewonnen door Millet & Fills, kwekers te Amilly, Frankrijk.
‘Moerheim,’ is een hoog groeiende plant met grote purper/rode bloemhoofdjes. Gewonnen door B. Ruys, kwekerij Moerheim in Dedemsvaart.
‘Augustkonigin,’ is roze/purper. Het karakteristieke hart heeft een oranje gloed.
‘White Lustre,’ heeft een oranje hart midden tussen de teruggeslagen witte bloemblaadjes.
Naam, etymologie.
Echinacea, Griekse echinos: egel, Latijnse achtervoegsel aceus: achtig, is een verwijzing naar de bloembodem die bezet is met stekelige stroschubben.
A. Vogel ontdekte bij de Sioux-indianen deze plant die ze tegen verschillende ziektes gebruikten. Het is een echte indianenplant, zijn hoofd is getooid met een vederbos. Vogel begon er in Europa mee te kweken. Onder de naam echinaforce is het nu als geneesmiddel in de handel met een in- en uitwendige weerstand verhogend werking.
Black sampson of Eastern purple cone flower, Duits Sonnenhte, Purpurfarbener of Purpur-Sonnenhut.
Uit almostedeplants.com
Echinacea sanguinea, Nutt. (bloedrood) Sanguine purple coneflower.
Uit ww.missouribotanicalgarden.org
Echinacea simulata McGregor, Sida (gelijkend of overeen komend, met E. pallida, die heeft geel stuifmeel) wordt 50-100cm groot uit een tapwortel.
Licht tot dichtbehaarde bladeren en stengels. De stengels zijn meestal groen of purper gevlekt.
Basale bladeren met bladstelen zijn 4–20cm lang, 3-5 nerven, stengelbladeren lijn tot lancetvormig en 5–40cm lang en 0.5–4cm breed.
Normaal komt er 1 bloem aan een stengel, roze tot purper met scherpgepunte bloembladeren. Oranje stuifmeel.
Uit W. en centrale staten van Amerika, Arkansas, Georgia, Illinois, Kansas, Missouri en Tennessee.
Wavy-leaf purple coneflower of pale purple coneflower.
Uit en.wikipedia.org
Echinacea tennesseensis Small. (uit Tennessee) is een kruidachtige plant van 75vm.
De bladeren zijn harig, lancetvormig en staan in een rozet met een paar smallere bladeren aan de stengel.
Bloemen van 8cm breed met een ring van purperen bloemblaadjes.
Uit Tennessee.
Tennessee purple coneflower.
Planten.
Ze houden van warme en niet zonnige plaatsen, in de winter is grote vochtigheid nadelig.
Vermeerderen door scheuren in het voorjaar. Zaaien in april bij 20 graden en het zaad bedekken. Tuinvormen zijn niet zuiver uit zaad terug te kweken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl