Pyrola

Over Pyrola

Wintergroen, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit C. Loddiges.

Pirola van Necker uit 1770 is een andere schrijfwijze, maar de originele spelling van Linnaeus uit 1753 is echter Pyrola.

Lage en donkere kruiden met kruipende onderaardse scheuten. Stengelloos of met stengel met een bos van rondachtige of elliptische altijdgroene bladeren.

Een eenvoudige tros van hangende witte, groenachtige of purperen bloemen aan een opgaande stengel.

30-35 soorten in Europa tot N. Azië en N. Amerika, zuidelijk tot Mexico.

Nauw verwant aan de Ericaceae. Ze leven in symbiose met een wortelschimmel die helpt de plant om water en voedsel te krijgen en lijkt te helpen bij de kieming.

Pyrolaceae, wintergroenfamilie, nu Ericaceae.

=Pyrola chlorantha SW. (groene bloemen) is een uitstoelende plant met een grondstandige bladrozet, 10-25 (30)cm hoog.

Spatelachtige/rondachtige en voor uitgerande bladeren zijn 2-3cm lang en donkergroen, wintergroen.

Knikkende en vaak klokvormige bloemen staan met 4-12 stuks in het bovenste gedeelte van de vaak rood aangelopen vierkantige stengels, kroonbladeren zijn groen-wit, juni.

Uit Eurazië, N. Amerika.

Grünblütige Wintergrün, Grünliches Wintergrün, greenflowered wintergreen.

Uit J. Sowerby.

Pyrola media, Sw. (middelste) Eironde tot ronde bladeren zijn tot 5cm lang en zwak gekarteld, donker groen met gevleugelde en meestal rode stelen.

Opstaande stengel.

Trossen van 3-15 bijna bolvormige bloempjes van 8-10mm in doorsnede zijn wit en aan de buitenkant vaak roze kleurig, witte stamper en gebogen stijl die langer is dan de bloemkroon, kelkslippen zijn driehoekig lancetvormig en spits met omgebogen punten in juni/juli.

Uit Midden en N. Europa, W. Azië, wordt 15-30cm hoog.

Intermediate winter green. Mittleres Wintergrün.

Uit G. Oeder.

=Pyrola minor, L. (kleinste) Elliptische tot eironde bladeren zijn tot 5cm lang en tot 3.5cm breed, zwak gekarteld en kort gesteeld, donker groen met nopjes aan de rand.

Opstijgende stengel is kantig en bovenaan wat gevleugeld.

Trossen met 4-16 bolvormige bloempjes van 6mm in doorsnede die weinig open staan, wit tot zacht roze/wit met roze stamper en rechte stijl die korter is dan de bloemkroon, kelkslippen zijn driehoekig, eivormig en toegespitst, aanliggend in juni/juli De bloemen lijken nooit open.

Uit Europa, N. Azië en N. Amerika wordt 10-20cm hoog.

Pyrola minor L. forma brevis Lange,(kort) Pyrola minor L. var. conferta Cham. & Schltdl (samen gedrongen), Pyrola montana Bubani, nom. Illeg., (van de bergen) var. rozes is Pyrola rosea Sm, heeft helder roze bloempjes.

Naam.

Klein wintergroen, Fries lytse pearelblom, Engelse lesser of small winter green, wood lily, snowline wintergreen, Duits Kleines Wintergrün, Birnkraut, Holzmangold, Waldmangold, Frans petite pyrole, pyrole mineure.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Pyrola rotundifolia, L. (rondbladig) (Pyrola major (groter) Opstijgende stengel is driekantig.

Altijdgroen is wintergroen, het kruid zendt 7, 8 of zelfs 9 ronde bladeren vanuit een kleine, bruine en kruipende wortel. Elk blad staat op een lange voetstengel, ze zijn vrijwel even lang als breed, als een perenblad, en van een doffe groene kleur, leerachtig, 6.5cm lang en tot 5cm breed, gekarteld.

Hieruit komt een dunne opgaande stengel die aan de top kleine en zoet ruikende bloemen draagt in 8-30bloemige trossen, wit tot roze/wit met een stijl die langer is dan de bloemkroon en lancetvormige, spitse kelkslippen met afstaande toppen in juni/juli.

Wintergroen houdt van vocht en schaduw. Komt hier en daar nog voor in vochtige duinvalleien.

In cultuur houden ze het vrijwel niet uit.

Uit Europa, Rusland, N. Azië en N. Amerika wordt 10-35cm hoog.

Var. arenaria Koch (op zand groeiend) wordt 6-15cm hoog en is in alle delen kleiner dan het type. Hiertoe behoort de vorm ‘Serotania’ die later, rond augustus bloeit.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Dit gewas is tegenwoordig Pyrola en Pirola in het Latijns genoemd, in het Nederduits wintergroen, in het Hoogduits Wintergrunn, in het Boheems hrusticka’.

Pyrola is gevormd van het Griekse pyrus: een perenboom, naar de gelijkenis van de bladeren. Birnkraut: peerkruid, wilde Beere. (=Birne)

Rondbladig wintergroen, Duitse Rundblättriges Wintergrün, Grosse Wintergrün omdat de bladeren in de winter groen blijven, Frans pyrole à feuilles rondes, verdure d’hiver: wintergroen, Engels round leaved of larger wintergreen, Spaans en Italiaans pirola, de wintergrun van de Denen en de gruscha dikaja van de Russen.

Dodonaeus (b) ‘Leonart Fuchsius heeft het voor Limonium aangezien en op het Hoogduits Holdtzmangoldt en Waltmangoldt genoemd, maar het Limonium daar de oude kruidbeschrijvers van vermanen groeide in de weiden en poelachtige beemden die in het Grieks Limones heten waarnaar dat ook Limonium genoemd is. Diegene die dat voor Limonium aangezien hebben noemen dat in het Frans bete sauvage en ze zeggen ook dat het van sommige in Latijn Neuroïdes genoemd is of Nomoïdes, andere noemen het Beta silvestris en Tintinnabulum terrae’.

Waldkol bij Fuchs, Holzmangold, Waldmangolt bij Cordus, Biberklee, Harnkraut en Nabelkraut. Bladeren zouden op die van de wilde biet lijken.

© Engels shinleaf al in 1548 en canker lettuce. Lobel; ‘ in Italiaans sambuca’.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309) ‘De bladeren van wintergroen worden gedaan in de dranken die het overvloedig lopende bloed ophouden en die de verse wonden genezen omdat ze die beletten te ontsteken en tot zweren te komen. Tegen in- en uitwendige kwetsingen: Maak een afkooksel van dit kruid alleen met wijn of waar andere wondkruiden bij gedaan zijn en laat er twee of drie maal per dag een roemertje vol van innemen. Fuchsius.

Tegen verbranding: Neem de groen gestampte bladeren en leg ze pleistergewijs op. Dodonaeus.

Tegen bloedspuwen, overtollige maandstonden en allerhande bloedgang: Neem van de bladeren vier handen vol, snij ze klein en kook ze in gestaald water tot dat er een pint overblijft, als het door gezeefd is doe er twee ons siroop van mirtenbessen bij, van kwee een ons, meng dit tezamen en laat hiervan twee keer per dag drinken. Ravelingius’.

Wintergroen of canker lettuce wordt in wijn getrokken als een middel tegen epilepsie en reiniging van wonden. Als er een thee van getrokken wordt zou het urinedrijvend werken: Wintergreen is onder het beheer van Saturnus, het is een goed wondkruid.

Lobel: ‘groeit liever in bergachtige bossen en koude vochtige plaatsen dan in de hoven en steden waar het treurt en tenslotte sterft. Daarom de chirurgen van Duitsland en vooral de Paracellisten en de veld chirurgen laten dat halen uit de bergen Alpen genoemd om te gebruiken in de wonddranken die zij zeggen te wezen een van de voornaamste wondkruiden. In Brabant groeit het in het Berchem bosje bij Antwerpen gelegen en ook in andere bossen van Nederland en in Holland en Zeeland zeer overvloedig omtrent de duinen. Zelden groeit het in Italië en zuid Frankrijk.’

Planten.

Ze groeien van naturen in tamelijk arme zandige grond en veengrond.

Vermeerderen door zaaien en scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl