Stapelia

Over Stapelia

Aasbloem, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, teelt,

Uit Curtis botanical magazine.

Een geslacht van grappige, vlezige en cactusachtige planten die rijk vertakt zijn.

Dikke, vierkante stengels die zich meestal ondergronds of van de basis uit vertakken en tot 30cm lang worden.

Langs de stengelranden staan een soort bladeren in de vorm van zachte tandjes.

Ze hebben opmerkelijke, grote stervormige bloemen met 5 kroonbladen, van 5-35cm in doorsnede, bruin of geelachtig tot paars, vaak gevlekt en gestreept zo ook de peul die bij rijpheid aan een zijde openspringt.

De zaden zijn aan een zilverachtige haar verbonden en worden door de wind verspreid.

De bloemen bezitten een aasgeur.

Een 40 soorten komen voor, meestal in Z. Afrika en 3-4 in Tropisch Afrika.

Asclepiadaceae, zijdeplantfamilie, Stapelia klasse.

3. =Stapelia gigantea, N.E.Br. (reusachtig) Vierkante en lichtgroene stammetjes van een paar cm dikte bij een hoogte van 15-20cm zijn glad en groeien rechtop.

Heeft bloemen van 35cm doorsnede die lichtgeel zijn met rode dwarsstrepen en licht paarse haren in de zomer. Ze worden onder de licht groene stengels vandaan.

Is beschreven in 1862.

Naam, etymologie.

Stapelia is zo genoemd naar de Amsterdamse geneesheer Johannes Bodaeus Stapel, die de werken van Theophrastus heeft opgehelderd ca. 1636 die de eerste plant beschreef en tekende en de flora van Z. Afrika bestudeerde en de eerste Stapelia naar Europa bracht. (nu Orbea variegata)

Aasbloem, Duits Aasblume, Engels carrion flower: kadaverbloem, star-fish-flower.

Door Linnaeus werd het gewas beschreven die ervan vertelt: “Behalve de zonderlinge vertoning van zekere natuurlijke lichaamsdelen in deze bloem, heeft het een ongewone geur, bokkig en veneriaal”. Volgens anderen geurt de bloem echter meer naar rottend vlees, omdat het bestoven wordt door aasvliegen die er hun eieren op leggen.

Uit; http://www.tucsoncactus.org/html/growing_succulents_in_the_desert_column_August_2010.html

Stapelia flavopurpurea Marloth. (geel purper) stervormige bloemen zijn van geel tot groen die in de volle zon purper wordt en zeer variabel op dezelfde plant en ruiken naar bijenwas of likeur, ongewoon in deze groep. Bloeit in de zomer of herfst, wat afhangt van de temperatuur.

Uit Namibië.

Starfish flower.

14. uit botanical magazine.

=Stapelia variegata, L. (bont) (=Orbea variegata) Zodenvormend met kale stammetjes van een 10cm hoogte.

De vier ribbige stammetjes geven het iets cactusachtig, vooral ook omdat ze kleine schubben in plaats van bladeren dragen.

Groen tot grijsgroen en vaak wat roodachtige stengels groeien eerst rechtop maar later gaan ze meer liggen.

De vlakke en stervormige bloemen van 5-8cm in doorsnede hebben bruine vlekken en strepen op een roomgele ondergrond.

Is beschreven in 1727.

De plant staat in Z. Afrika in hoge aanzien en zou magische krachten bezitten. Van de fijngestampte stengels maken de Zoeloe’ s altijd nog een poeder dat ze rond de kraal strooien wanneer ze bezoek verwachten en zo weren ze het kwaad dat meegebracht kan worden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl