Dorstenia

Uit F. Vietz.

De kruidvijg komt met 105 soorten voor in de tropen.

Het zijn kruidachtige planten van zeer verschillende vorm, een of meerjarige kruidachtige planten, met en zonder rhizoom of knol, verhoute struiken en sommige zijn succulenten en die komen meestal uit Afrika.

Het sap is melkachtig wit, zelden geel of kleurloos. De op de meeste soorten voorkomende haren zijn vaak haakvormig. De meest spiraalvormig en rozetachtige bladeren zijn ook veelvormig. Ze kunnen schild-, hand-, of voetvormig, ingesneden gedeeld of geveerd zijn. Vaak zijn de bladranden getand of gekerfd. De altijd aanwezige bijbladeren zijn ook veelvormig, vaak leerachtig en groot, vaak klein en priemvormig en afvallend.

Kleine en eenslachtig groene bloemen die gezeten zijn op een verschillend gevormde en soms schijfvormige bloembodem of bloemkoek.

Rijpe zaden worden over een groot gebied uitgestrooid.

Moraceae, moerbeifamilie.

Dorstenia contrajerva, L. (tegengif) Grondstandige en hart/eivormige bladeren zijn palmachtig gelobd of verdeeld in segmenten, de segmenten zijn ovaal en min of meer getand.

Groene bloemen in juni.

Is afkomstig uit Tropisch Amerika, heeft een cilindrische wortelstok. Is beschreven in 1747.

Naam, etymologie.

Dorstenia, Linnaeus noemde plant naar de Marburger botanist en professor in de medicijnen. Theodor Dorsten (1492 - 1552). Hij noemde deze plant Dorstenia omdat de bloemen niet veel bijzonders zijn er uitzien alsof ze hun beste tijd al gehad hebben, het riep Dorstenius werk in herinnering.

(Dodonaeus) ‘Contrayerva is zo van de Spanjaarden in Peru genoemd en van Monardus Alexipharmacum of Radix venenis resistens en is een wortel die op de liswortel zeer lijkt, maar kleiner en ruikt als vijgbladeren, wat specerijachtig van smaak met enige scherpte, het poeder er van met witte wijn genoten laat alle vergif dat men ingenomen heeft wederom door braken of zweten uitkomen en is ook goed gedronken tegen de minnedranken en jaagt de wormen uit de buik.’>

Deze plant levert de gifwortel, bezoarwortel of kontrayervenwortel die stimulerend werkt en in Z. Amerika tegen de beet van vergiftigde slangen gegeven werd, vandaar de Spaanse naam contrayerva: tegengif.

Engels contrayerva root, contra hierba en South American snake-root, Torus herb, Duitse Giftwurzel, Bezoarwurzel, Contrayervenwurz, Widergift, Giftheyl bij Kilian, Frans en Spaans contrayerve en contrayerba.

Bezoar.

De bezoar of tranensteen is een afscheiding van de klieren, dit komt in de maag en darmen van zoogdieren voor. De oosterse bezoar steen bevindt zich in de maag van de bezoar geit, Capra aegagrus. Bezoar is Perzisch en betekent gif, wind en tegengif en werd als amulet tegen ziektes gebruikt. Helpt tegen de pest, jicht, epilepsie, vergiftiging en in oorlog tegen honger en dorst, maagkrampen, maakt je een 24 uur je hauw- en steekvast, met terugkeer van mannelijkheid Zo’n steen zou in de schedel van een rinoceros gevonden zijn. Die was relatief licht, van buiten zwart, tegen het licht gehouden doorschijnend in lichtrood, is zeer hard, snijdt glas. Het is een universeel middel. Bij vergiftiging hoefde je die maar in de mond te nemen en het speeksel te slikken, bij reuma en kwetsingen hoefde je de steen er maar over te wrijven, zelfs stervende hielp hij nog.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl